,Inhoud
1. De student is in staat gebouwtypen, bouw -en woonvormen en gebouwontsluitingen te
benoemen, te onderscheiden en toe te passen. .................................................................................2
1.1. Bouw en woonvormen ............................................................................................................2
1.2. Gebruiksfuncties ......................................................................................................................5
1.3. Geschiedenis bouwkunst .........................................................................................................5
2. De student is in staat de bouwbesluiteisen en functies van bouwwerken te benoemen, te
onderscheiden en toe te passen. ........................................................................................................6
2.1. Eisen bouwbesluit ...................................................................................................................6
2.2. Functies van een bouwwerk ....................................................................................................7
3. De student is in staat de gangbare bouwtechnieken en gangbare bouwvolgorde te benoemen, te
onderscheiden en toe te passen. ........................................................................................................7
3.1 Bouwmethodieken ...................................................................................................................7
3.2. Bouwvolgorde ....................................................................................................................... 10
4. De student heeft kennis van sterkteleer, bodem en fundering en de draagconstructie in relatie tot
gebouwontwerpen en is in staat deze te benoemen, te onderscheiden en toe te passen. ............... 11
4.1. Ruwbouw – Onderbouw........................................................................................................ 11
5. De student heeft kennis van de gangbare bouwmaterialen en de opbouw van gevels en daken en
is in staat enkele voorbeelden, toepassingen en eigenschappen te benoemen, te onderscheiden en
toe te passen. ................................................................................................................................... 13
5.1. Ruwbouw – bovenbouw -kozijnen en gevels. ........................................................................ 14
5.2. Ruwbouw – bovenbouw – hellende daken ............................................................................ 14
6. De student is in staat (de opbouw van) tekeningen te lezen, te benoemen en te beoordelen, te
onderscheiden en toe te passen. ...................................................................................................... 15
6.1. Eisen aan tekeningen ............................................................................................................. 15
6.2. Soorten tekeningen ............................................................................................................... 15
6.3. Lezen en beoordelen van tekenen en details ......................................................................... 16
, 1. De student is in staat gebouwtypen, bouw -en woonvormen en gebouwontsluitingen te
benoemen, te onderscheiden en toe te passen.
1.1. Bouw en woonvormen
Traditionele bouw: vrijstaande woningen, 2-onder-1-kap-woningen.
Laagbouwwoningen: in series gebouwd: eengezinswoningen
Woningen in 4 of 5 bouwlagen. Meestal zijn dit portiek woningen waarbij volgens het bouwbesluit
een lift vanaf 3 bouwlagen verplicht is.
Woningen in hoogbouw met 6 of meer bouwlagen. Meestal galerij flats of torenflats.
Utiliteitsbouw:
Gebouwen om in te werken: fabrieken, kantoren en opslagruimtes.
Gebouwen voor commerciële doeleinden: winkels en garages.
Verzorginstellingen zoals ziekenhuizen
Recreatievoorzieningen: bioscopen, vakantieoorden en sportgebouwen.
Woonvormen:
Laagbouw: woningen met in totaal 3 verdiepingen.
Etagebouw: bestaat uit 3 of 4 woonlagen. Hierbij is geen lift verplicht.
Hoogbouw: bestaat uit meer dan 4 woonlagen. Lift verplicht.
Vrijstaande woningen, (staat geheel vrij op het perceel) geschakelde woningen (zijn geschakeld aan
elkaar verbonden. Bijvoorbeeld door de garages die met elkaar zijn verbonden), patiowoningen (Een
patiowoning is een type woning waarbij de woonruimte is gericht op een binnenplaats of patio. Het is
vaak een gelijkvloerse woning met een open indeling en veel natuurlijk licht. De patio biedt een privé
buitenruimte, meestal omgeven door muren of gebouwen), vrij bovenhuis (Een vrij bovenshuis is een
type woning waarbij je de gehele bovenverdieping hebt, los van andere woningen. Het is meestal een
zelfstandige woning met een eigen ingang en trappenhuis. Je hebt dus geen directe buren onder of
boven je. Drive in woning (Een drive-in woning is een type woning waarbij je met de auto direct de
woning binnen kunt rijden. Vaak heeft deze woning een garage op de begane grond, waardoor je
gemakkelijk kunt in- en uitladen. De woonruimte bevindt zich meestal op de verdiepingen erboven.
Het is een handige optie als je veel spullen hebt of als je het gemak wilt hebben om je auto direct bij
je woning te parkeren), suite woning (een suite woning is een type woning waarbij de slaapkamer
direct verbonden is met een aangrenzende badkamer. Het is als een privéhotelkamer, maar dan in je
eigen huis. Zo kun je gemakkelijk vanuit je slaapkamer naar de badkamer gaan zonder door
gemeenschappelijke gangen te hoeven lopen), doorzon woning (Een doorzonwoning is een type
woning waarbij de woonkamer aan beide zijden grote ramen heeft, waardoor er veel natuurlijk licht
binnenkomt. Dit zorgt voor een lichte en open sfeer in de woning. Het woord "doorzon" komt van het
feit dat het zonlicht door de ramen aan de voor- en achterkant van de woning kan schijnen), Z-
woning (Een Z-woning is een type woning waarbij de plattegrond van de woning de vorm heeft van
de letter Z. Dit houdt in dat de verschillende ruimtes in de woning in een Z-vormige indeling zijn
geplaatst. Het unieke ontwerp zorgt voor een speelse en dynamische woonervaring, waarbij de
verschillende ruimtes op een interessante en functionele manier met elkaar verbonden zijn),
splitlevel woning. (Een split-level woning is een type woning waarbij de verschillende verdiepingen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Irisvans. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,00. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.