Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen
Dit is een uitgebreide samenvatting met alle literatuur voor het tentamen psychopathologie. Het bevat de hoofdstukken uit het boek en artikelen. De samenvatting is geschikt voor studenten die de premaster (forensiche) orthopedagogiek volgen.
Het is grotendeels in het Nederlands samengevat, maar ...
Samenvatting verdieping in de orthopedagogiek week 1 t/m 4
Tout pour ce livre (35)
École, étude et sujet
Universiteit van Amsterdam (UvA)
Pedagogische Wetenschappen
Psychopathologie (70120256AY)
Tous les documents sur ce sujet (55)
Vendeur
S'abonner
robinvb149
Avis reçus
Aperçu du contenu
Psychopathologie
Uitgebreide samenvatting van de literatuur
Hoorcollege 1 – Introductie
Hoofdstuk 1 Handboek – Introductie
Wat is ontwikkelingspsychopathologie?
In de ontwikkelingspsychopathologie worden het ontstaan en beloop van psychische
stoornissen onderzocht. Het gaat hierbij om het begrijpen van het proces
(ontwikkeling).
De ontwikkelingspsychopathologie combineert meerdere inzichten, ervan uitgaande
dat ontwikkeling zo’n complex verschijnsel is dat integratie van inzichten en
ervaringen vanuit verschillende invalshoeken nodig is.
- Integratie tussen kennis uit de ‘oudere’ wetenschappelijke disciplines:
ontwikkelingspsychologie, pedagogiek, biologie, sociologie, culturele
antropologie etc.
- Integratie tussen inzichten uit verschillende theorieën binnen een bepaalde
discipline combineren (bijv. cognitieve psychologie, systeembenadering).
1e belangrijke thema – vroeger en nu
Ontwikkelingsbenadering – gedrag(smogelijkheden) veranderen in de loop van
iemands leven, het wordt complexer. Bij het veranderen en complexer worden van
allerlei mogelijkheden spelen zowel vroegere ervaringen als de kenmerken en eisen
van de huidige situatie een rol.
a) Wisselwerking
De relatie tussen vroegere ervaringen en huidige ervaringen zijn het best vanuit een
wisselwerking te begrijpen. De essentie van deze wisselwerking tussen vroeger en
nu is dat de ervaringen uit het verleden beïnvloeden hoe iemand zijn huidige
ervaringen interpreteert en waardeert, en dat de ervaringen uit het heden
beïnvloeden hoe iemand terugkijkt op zijn verleden.
➔ Uitgangspunt hulpverlening – door andere ervaringen aan te bieden wordt
geprobeerd het kind te helpen zijn geschiedenis wat zonniger neer te zetten.
b) Ontwikkelingsopgave
Het idee achter deze theorie is dat een kind in elke leeftijdsfase bepaalde opgaven
moet zien te volbrengen (bijv. veilig hechten, omgaan met leeftijdsgenoten). Als
dergelijke vaardigheden die bij een bepaalde ontwikkelingsopgave horen niet goed
worden verworven, wordt de kans op latere problemen groter (hoe verleden, het
heden beïnvloedt).
Een psychische stoornis is vrijwel altijd in oorsprong een normale ontwikkeling die
door bepaalde oorzaken uit de rails is gelopen.
,2e belangrijke thema – een dynamisch gezichtspunt
Afwijkend gedrag of een psychische stoornis wordt als dynamisch gezien. Dit
betekent dat men ervan uitgaat dat de verschijningsvorm van afwijkend gedrag
verandert gedurende de levensloop van een persoon.
Het dynamische gezichtspunt houdt in dat gedrag dat in de ene levensfase ‘normaal’
en wenselijk kan zijn, in een andere levensfase als abnormaal en ongewenst gezien
kan worden.
3e belangrijke thema – een uniek individu met unieke ervaringen
Vaak zijn de factoren die het ontstaan van gedrag beïnvloeden andere dan die welke
later het gedrag in stand houden, en die kunnen op hun beurt weer verschillen van
de factoren die het gedrag verergeren.
De ontwikkeling van het kind, en daarmee zijn gedrag, wordt beïnvloed door zowel
factoren uit de omgeving van het kind (bijv. gezin, school, media, cultuur) als factoren
van of voortkomend uit het kind zelf (bijv. sekse, leeftijd, intelligentie, zelfbeeld).
Het uitgangspunt van dit boek is dat kinderen en jongeren unieke individuen zijn die
unieke ervaringen meemaken en hebben meegemaakt.
Opbouw van het boek
Opbouw van de hoofdstukken 5 t/m 18
1. Normale ontwikkeling – om te kunnen beoordelen of gedrag afwijkend of
onaangepast is, is het voorwaardelijk om te weten wat tijdens de verschillende
ontwikkelingsstadia van een kind normaal gedrag is.
Er wordt uitgegaan van gemiddelde leeftijdsadequate ontwikkeling – dat betekent dat
gedrag dat hoort bij 5-jarigen, als abnormaal beoordeeld kan worden bij 10-jarigen.
2. Kenmerken van stoornissen – de stoornissen worden beschreven aan de
hand van de DSM-5.
3. Maatschappelijke en culturele invloeden op een stoornis – cultuur heeft op 2
manieren invloed op de psychopathologie:
Cultuur kan de kans op bepaald gedrag vergroten/verkleinen. Ook kan een bepaalde
stoornis verschillend tot uiting komen in uiteenlopende culturen.
De wijze waarop normen en waarden uit een cultuur de opvattingen van
volwassenen over het gedrag van kinderen beïnvloeden – de drempel om je zorgen
te maken over gedrag van kinderen kan verschillen tussen culturen. Ook de
oorzakelijke interpretatie door volwassenen (attributie van het gedrag) verschilt.
4. Risico-en beschermingsfactoren
- Risicofactor – factor die negatieve invloed heeft op de (normale) ontwikkeling
van een kind. Zij vergrotten de kans op stoornissen, maar wel vaak alleen in
combinatie met een tweede risicofactor.
- Beschermingsfactor – factor die in een situatie van risico de negatieve invloed
van de risicofactoren op de ontwikkeling geheel of gedeeltelijk teniet doet.
,Een stoornis wordt vrijwel nooit door één risicofactor veroorzaakt. Personen met een
genetisch risico zijn het gevoeligst voor risicofactoren uit de omgeving.
5. Hulpverlening: preventie en behandeling.
Hoofdstuk 2 – Classificatie, diagnostiek en epidemiologie
In de ontwikkelingspsychopathologie is het van belang om verschijnselen van elkaar
te onderscheiden, te classificeren.
a) Classificatiesystemen – systematische beschrijvingen van gedrag op basis
van door wetenschappers onderscheiden en gegroepeerde
gedragskenmerken, met als doel gedrag in te delen.
b) Diagnostiek – behalve gedragskenmerken, wordt ook vastgesteld of een kind
lijdt onder de problemen, behoefte heeft aan hulp of zorg en wel of niet
optimaal functioneert.
c) Epidemiologisch onderzoek – het vaststellen van factoren die de problematiek
van kinderen beïnvloeden.
Deze vragen naar kenmerken van, onderscheid tussen, ontstaan van en oorzaken
van stoornissen, zijn allemaal van belang om de beste behandeling uit te kiezen.
Classificatie
Definitie van classificatie
Classificatie is iets herkennen, er de juiste naam aan geven en het vervolgens
indelen in een categorie.
- Cultuur- en plaatsgebonden – een waarnemer maakt gebruik van de kennis
die hij heeft, en deze kennis is gebonden aan de persoon en de tijd en cultuur
waarin hij leeft (bijv. ene volwassene noemt kind driftig, de ander assertief).
- Leren classificeren – de categorieën waarin mensen hun waarnemingen
indelen, hebben ze ooit geleerd te onderscheiden.
- Mogelijkheid tot ordening – we delen onze waarnemingen in omdat we
behoefte hebben aan vereenvoudiging.
Een goed classificatiesysteem waarmee onderscheid gemaakt kan worden tussen
verschijnselen maar tevens overeenkomsten gezien kunnen worden en nieuwe
verschijnselen kunnen worden ingedeeld, wordt gezien als de basis van wetenschap.
- Classificatiesystemen – met behulp hiervan worden psychische stoornissen
herkend, ingedeeld en van elkaar onderscheiden. Kennis gebaseerd op
classificatie is kennis over een groep. Een hulpverlener weet op grond hiervan
welke methoden van hulpverlening zinvol kunnen zijn.
Categoriale benadering van classificatie: DSM
Uitgangspunten van DSM – in DSM staan afspraken over hoe een psychische
stoornis gedefinieerd wordt door de kenmerken (symptomen) te omschrijven. De
symptomen zijn een beschrijving van de stoornis en niet een verklaring.
DSM vermeldt ook aantal, duur en impact van de symptomen.
, - Vaststelling van een minimumaantal symptomen die aanwezig moeten zijn
zegt iets over de mate van ernst.
- Er wordt ook vrijwel altijd een termijn gedefinieerd voor de aanwezigheid van
problemen, en dit is ook mede bepalend voor de mate van ernst.
- Vaak wordt ook het criterium toegevoegd dat de stoornis het functioneren van
de patiënt in aanzienlijke mate negatief beïnvloedt. Zonder een dergelijke
beperking is er geen sprake van een stoornis.
DSM is van oudsher gebaseerd op categorieën. Dit betekent dat er uitspraken
worden gedaan over of iemand wel of geen stoornis heeft. Er wordt bij de meeste
stoornissen wel onderscheid gemaakt tussen een lichte, matige en ernstige stoornis.
Stoornissen kunnen bij personen van verschillende leeftijden wel anders tot uiting
komen. In DSM 5 wordt hier een beetje rekening mee gehouden.
Comorbiditeit – het verschijnsel dat iemand meerdere stoornissen heeft. Dit kunnen
meerdere psychische stoornissen zijn, maar ook psychische stoornissen met
lichamelijke problemen.
Dimensionale benadering van classificatie
In DSM 5 wordt de stoornis categoriaal benaderd: het is alles of niets. Er wordt wel
een stap gezet om bij stoornissen systematisch aan te geven of er sprake is van een
lichte, matige of ernstige stoornis (ontwikkeling richting dimensionaal werken).
Classificatie met dimensies – er worden dan uitspraken gedaan over de mate waarin
(psychische) problemen voorkomen (vragenlijstmethode).
Vergelijking tussen categoriaal en dimensionaal classificeren
Voordelen van vragenlijstmethode (Child Behavior Checklist; CBCL):
a) Sluit beter aan bij de praktijk van snel wisselende en verder ontwikkelende
vaardigheden bij kinderen. de CBCL kan deze veranderingen beter in kaart
brengen dan DSM-5, die meer uitgaat van statische categorieën.
b) Er zijn voor psychische stoornissen geen harde criteria te geven, terwijl de
DSM daar wel impliciet van uitgaat. Met de vragenlijstmethode kan de
hulpverlener scores van een kind vergelijken met die van andere kinderen met
dezelfde leeftijd en sekse.
c) Voor de CBCL zijn er vragenlijsten ontwikkeld voor verschillende informanten
(ouders, kind, leerkracht). Deze gegevens worden gecombineerd.
Nadelen CBCL ten opzichte van DSM-5:
a) DSM-5 is over de hele wereld verbreid (men praat over hetzelfde). CBCL
werkt met genormeerde vragenlijsten die verschillen per land.
b) Met CBCL kunnen voorval veelvoorkomende psychische problemen met veel
symptomen goed opgespoord worden. Zeldzame stoornissen zijn beter op te
sporen met DSM-5.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur robinvb149. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,98. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.