Dit zijn aantekeningen van alle vier de hoorcolleges van het vak Revoluties, Staatsgrepen, Regime Change gegeven aan de Universiteit Utrecht in het jaar 2023/2024.
HC1 The Arab Spring nd the Spring of peoples (1848): Revolutionary Waves
Deel 1 - Arabische Lente
De cursus hanteert de volgende definitie van revoluties: ‘revoluties’ zijn terugkerende
historische gebeurtenissen die we kunnen vergelijken. De cursus draait dus om
vergelijkende geschiedenis (comparative history). In het veld van ‘revolution studies’ worden
vragen gesteld als ‘zijn revoluties goed of slecht?’, ‘welke motivaties hadden politieke
actoren in revoluties’ en ‘welke structurele omstandigheden verklarende de gebeurtenissen
van revoluties het beste?’.
De Arabische Lente begon in Tunesië toen er in januari 2011 demonstraties
ontstonden, in de eerste plaats tegen politiegeweld en onrechtvaardigheid, in de tweede
plaats tegen corruptie in de overheid van de president die er al sinds 1987 zat. De corruptie
in de overheid was aangetoond in de WikiLeaks-documenten die recent waren uitgekomen.
De president reageerde door het leger op de demonstranten af te sturen. De demonstraties
hielden aan en de president vluchtte naar Saudi-Arabië, allemaal in januari 2011.
Na Tunesië ontstond er onrust in Egypte. De demonstraties in Caïro/Egypte
begonnen aan het einde van januari 2011 en richtten zich op slechte economische
omstandigheden en de onderdrukking door de geheime politie van president Mubarak.
Mubarak stuurde het leger erop af, maar net als in Tunesië werd Mubarak gedwongen om af
te treden in februari.
Hierna ontstonden er in veel Arabische landen demonstraties en ontstond de term
‘Arabische Lente’. De term ‘Arabische Lente’ verwijst naar de revoluties van 1848 (ook wel
de ‘Springtime of Peoples’ genoemd) en de Praagse Lente van 1968. De term ‘Arabische
Lente’ is bedacht door Amerikaanse politieke commentatoren, die hoopten op
democratische hervormingen in de Arabische Lente.
Wat waren de aanleidingen van de Arabische Lente?
1. Langzittende dictators die corrupte, cliëntelistische regimes waren geworden. Er was
dus geen democratische vertegenwoordiging.
2. Sterke bevolkingsgroei terwijl de economie beperkt groeide, wat leidde tot
toenemende prijzen en toenemende werkloosheid en onvrede onder alle lagen van
de samenleving. Er waren jonge mensen met niets te verliezen in overvloed.
3. De Amerikaanse inval in Irak en het afzetten van Saddam Hoessein leidden tot hoop
op ‘regime change’ in andere landen.
4. Ideologische factoren zoals meer aandacht voor individuele rechten, democratie
maar ook Islamitisch fundamentalisme.
5. Interventies van buitenaf, beiden het westen en Rusland, gaven steun aan fracties
die bij hun belangen pasten.
De loop/resultaten van de Arabische Lente: In Tunesië en Egypte was er relatief weinig
geweld, traden de dictators af en begon het proces richting een grondwet. In Marokko en
Jordanië voerden koningen beperkte hervormingen door waardoor ze brede demonstraties
voorkwamen. De Golfstaten sloegen alle demonstraties bloedig neer. In Libië, Syrië en
Jemen zijn burgeroorlogen ontstaan en zijn de staten min of meer gedesintegreerd.
Deel 2 - 1848
Welke oorzaken waren er voor de revoluties in 1848?
1. Repressieve regimes en een wens tot grondwetshervormingen onder de
middenklasse.
2. Sociale problemen als gevolg van industrialisatie (denk aan armoede in de steden)
, 3. Feodale structuren en nationale fragmentatie (Duitsland en Italië) die tegenstrijdig
zijn met de (op dat moment) moderne economie, samenleving en gedachtegoed.
4. Economische crises in de jaren 1840 (denk aan de hongersnoden in Ierland).
5. Trans-Europese migratie/connectiviteit waardoor informatie zich snel over het
continent kon verspreiden.
6. De Poolse opstand van 1846 die werd onderdrukt door Oostenrijk waardoor de sfeer
van ‘er kan nu of straks iets groots gebeuren’ ontstond.
De revoluties van 1848 begonnen in januari in Palermo op Sicilië. Daar begon een opstand
tegen de koning in Napels. Sicilië scheidde zich af van Napels en het leidde tot revoluties
elders. Bijvoorbeeld in Frankrijk. In Frankrijk was er als enige al een grondwet; de onvrede
was meer gericht op het conservatisme van de monarchie. Daarom werd de koning in
februari 1848 afgezet en werd de Tweede Republiek uitgeroepen. In december kwam de
tweede republiek tot een einde toen Lodewijk Napoleon zichzelf uitriep tot keizer (dit
keizerrijk zou bestaan tot 1852).
Na Frankrijk ontstond in maart 1848 onrust in de Duitse gebieden. Hier was al langer
sprake van een breed gedragen wens tot nationale unificatie. Het nieuws van de revoluties
in Sicilië en Frankrijk leidde tot opstanden in Zuid-Duitse steden (Baden, München) en in
Berlijn. Dit leidde tot het Frankfurter Parlement, wat een grondwet schreef voor alle Duitse
staten behalve Oostenrijk. De Pruissische koning weigerde de grondwet in maart 1849
(‘geen kroon uit de goot’) en weigerde hiermee de soevereiniteit van het volk te erkennen,
dus liep dit uit op een mislukking.
Elders in Europa waren ook demonstraties. In Polen opnieuw in 1848, in Oostenrijk-
Hongarije liepen de spanningen tussen de verschillende etniciteiten hoog op, in Italië werd
er oorlog gevoerd tegen Oostenrijk-Hongarije in het noorden en werd er een republiek
uitgeroepen in de pauselijke staten in Centraal-Italië en in Nederland was er geen revolutie,
wel een nieuwe grondwet (Thorbecke).
De docente ziet de revoluties van 1848 als een revolutie van intellectuelen.
Daarnaast pleit ze voor een transnationale visie op de revoluties. Overeenkomsten tussen
1848 en de Arabische Lente zijn:
1. Geografisch ver uitgespreide revoluties
2. De snelheid waarmee de revoluties zich verspreidden
3. Revolutionair ‘zelfbewustzijn’
4. Krachtige contrarevoluties.
HC2 The French Revolution 20-11-23
Oorzaken van de Franse Revolutie:
1. Lange termijn ontwikkeling van het bankroet van de Franse kroon
De Zevenjarige Oorlog (1756-1763) is één van de lange termijn oorzaken van de Franse
Revolutie in 1789. Dat komt doordat de oorlog nog meer schulden voor de Franse kroon
opleverde en omdat het verlies van de oorlog betekende dat Frankrijk haar koloniën in
Canada en India moest opgeven waardoor een forse inkomstenbron verloren ging.
Engeland kon meer geld opbrengen om oorlogen te voeren omdat het Engelse
parlement betrouwbaarder was dan de Franse koning in het opzicht van geld lenen. Het
Engelse Parlement garandeerde terugbetaling; uit ervaring was gebleken dat Franse
koningen hun leningen vaak niet terugbetaalden. Ten tweede had Engeland simpelweg
hogere belastingen, terwijl in Frankrijk de geestelijken en edelen veel privileges hadden
waardoor ze van belastingen vrijgesteld waren.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur GH12. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.