DD
Autisme Spectrum Stoornis en verslaving
Kenmerken - DSM-V
a. Blijvende tekorten in de sociale communicatie en interactie, zoals blijkt uit:
- Tekorten in de sociaal-emotionele wederkerigheid.
- Leeft niet mee, weinig inzicht in eigen belevingswereld of die van anderen,
gevoelens moeilijk onder woorden brengen.
- Gebrek aan sociale fantasie en sociale imitatie.
- Geen sociale verbeelding, geen anticipatie van sociale gebeurtenissen,
makkelijk slachtoffer van oplichting, pesterijen en roddels op werk,
relatieproblemen, sociaal blunderen, opvoedingsproblemen bij kinderen.
- Tekorten in het voor sociale omgang gebruikelijke non-verbale communicatieve
gedrag.
- Tekorten in aangaan, onderhouden en begrijpen van relaties.
- Teruggetrokken, geen interesse in contact, indien wel: weinig succes.
- Gebrek aan het delen van plezier, interesse, prestaties.
- Te late spraakontwikkeling.
- Moeite om gesprek te beginnen of op gang te houden, ‘gebrek aan humor’,
het letterlijk nemen.
- Opvallende beperkingen in non-verbaal gedrag:
- Gezichtsuitdrukking; stil, onpeilbaar, masker.
- Lichaamshouding; stijf, weinig variatie, geen imitatie.
- Gebaren; te weinig, geen middel van expressie.
- Oogcontact; niet vaak/lang genoeg, ongericht, leeg.
b. Beperkt zich herhalende gedragspatronen, beperkte interesses en activiteiten, zoals
blijkt uit:
- Stereotype of repetitieve motorische bewegingen, gebruik van voorwerpen of
spraak.
- Opvallend stemgebruik.
- Monotoon of verkeerder melodie, volume te hard, emotie van persoon niet te
interpreteren uit de stem alleen, stem niet modulerend met emotie.
- Vreemde, stijve, onhandige motoriek.
- Hardnekkig vasthouden aan hetzelfde, star gehecht aan routines of geritualiseerde
gedragspatronen.
- Stereotype gebruik van (een deel van) een voorwerp (bijvoorbeeld
speelgoed), gehecht aan voorwerpen.
- Wiegen bij stress of verveling, fladderen bij opwinding, hoofdschudden voor
het slapen.
- Zeer beperkte, gefixeerde interesses die abnormaal intens of gefocust zijn.
- Helemaal opgaan in een hobby, weinig groei in die bezigheid, niet voldoende
gedeeld met anderen, maar relatief normaal qua inhoud.
- Opgaan in bizarre of merkwaardige interesse (ongewone preoccupatie).
- Over- of onderreageren op zintuigelijke aspecten van de omgeving.
- Vreemde, overgevoelige, reactie op normale prikkels.
, - Snel overprikkeld door geluiden, opvallend gevoel voor geuren, ongevoelig
voor pijn, kou of hitte.
ASS-neuropsychologie
Mensen met ASS ervaren tekorten op de volgende gebieden:
Theorie of mind: vaardigheid om gedachten, gevoelens aan zichzelf en anderen toe te
schrijven en daarnaar te denken en te handelen.
Centrale coherentie: betekenisverlening door samenhang en integratie van fragmenten in
een geheel.
Executieve functies: de vaardigheid om bij oplossing van een probleem de beste strategie te
kiezen, uit te voeren, te evalueren en ervan te leren.
Behandeling
- Psycho-educatie en gedragstherapeutische pedagogische benadering van cliënt en
systeem.
- Leren van cognitieve schema’s; scripts.
- Sociale vaardigheidstraining.
- Hulpmiddelen: planbord, agenda, buddy, plaatjes etc.
- Trucs.
- Niet doen: groeps/explorerende psychotherapie.
- Aanbieden structuur en voorspelbaarheid.
- Verbetering coping.
- Speciaal onderwijs.
- Psycho-educatie.
- Motiverende gespreksvoering.
- Online programma.
- Activiteiten.
- Individuele, intensieve gedragstherapeutische behandelprogramma’s.
- Medicatie: geen oorzakelijke aanpak mogelijk, wel medicatie om bijkomende
problemen te verminderen zoals: angsten, depressies, dwanghandelingen,
slaapproblemen, automutilatie.
Interventies en omgang
- Verduidelijking en voorspelbaarheid: leg altijd uit wie, wat, waar, wanneer, hoe en
waarom.
- Afspraken = houvast.
- Wees juist zakelijk i.p.v. emotioneel.
- Stel concrete vragen en wees geduldige (trage informatieverwerking) bij het krijgen
van een antwoord.
- Wees voorspelbaar en geef veranderingen tijdig aan.
- Communiceer met 1 ding tegelijk.
- Geef duidelijkheid en regels.
- Verwacht geen reactie op non-verbale communicatie vanuit jouw kant.
, - Straffen heeft weinig zin.
- Zorg voor afleiding als de cliënt boos is om weer tot rust te komen. Kom er dan op
een later moment op terug.
ADHD en verslaving
ADHD-klachten cliënt
- Alles mislukt, snel afgeleid.
- Altijd gefrustreerd.
- Chaos in het hoofd, vergeetachtig.
- Ik heb nooit rust.
- Ik kan meer maar het lukt niet.
- Ik begin nergens aan want ik maak het toch niet af.
- Ik kan niet plannen, heb geen overzicht.
- Rusteloos, ongeduldig.
- Problemen met omgeving.
Klachten van ouders/partner
- Houdt zich niet aan de afspraken/regels.
- Luistert niet/slecht.
- Komt te laat.
- Vergeet van alles, van alles kwijt.
- Woedebuien.
- Kan wel maar wil niet, doet zijn best niet.
- Neemt geen verantwoordelijkheid.
Krachten
- Een open en eerlijke houding.
- Ad rem reageren, humor.
- Anderen inspireren.
- Creativiteit.
- Impulsiviteit, zorgt voor afwisseling.
- Presteren onder druk.
- Creatief omgaan met tijd en geld.
- Nieuwe en onverwachte initiatieven/gebeurtenissen in goede banen kunnen
leiden.
Feiten
- ADHD’ers hebben geen selectieve voorkeur voor middelen en een paradoxaal
effect (tegenstrijdig, tegenovergesteld).
- Abstinentie (onthouding) van middelen is een noodzakelijke voorwaarde voor
geïntegreerde behandeling.
- Medicamenteuze behandeling bestaat uit voorgeschreven stimulantia;
methylfenidaat, dexamfetamine.
Stimulantia
Speed/amfetamine: paradoxaal effect, wel een gunstig effect met methylfenidaat.
, Cocaïne: effect minder duidelijk, waarschijnlijk minder voorspellende waarde.
Vaak ook gebruikt: alcohol, heroïne, cannabis.
ADHD en middelen
Middelengebruik:
10-20% bij de bevolking.
25-30% bij ADHD’ers.
Hiervan gebruikt 17-45% alcohol en 9-30% drugs.
Hoe ernstiger de ADHD hoe vaker er verslaving bij komt kijken.
Behandeling
- Detoxificatie omdat middelen negatieve invloed hebben op de behandeling zoals:
beïnvloeding neurotransmitters, ontrouw aan therapie, gevaarlijke interactie met
ADHD-medicatie.
- Diagnostiek
- Geïntegreerde behandeling:
o Psycho-educatie
o ADHD-medicatie
o Verslavingsbehandeling
o ADHD-coaching
Farmacotherapie
Gevaar voor misbruik is aanwezig met name bij Ritalin: dit kan je ook snuiven of spuiten of
dealen.
Rebound effect: komt voor als de medicatie is uitgewerkt. De kenmerken van ADHD komen
dan sterker terug. Soms treden er ook extra bijwerkingen op zoals trillen/zweten.
Een alternatief hiervoor is Concerta, dit werkt 12 uur lang, wordt alleen niet altijd vergoed
door de zorgverzekeraar als het rebound-effect niet optreedt.
ADHD-coaching
Is vooral effectief in combinatie met farmacotherapie.
3 modules + voorbeelden:
1. Organiseren en plannen
- Prioriteiten stellen.
- Gebruik van agenda.
- Probleemoplossingen.
- Grote taken in kleine stappen verdelen.
- Post sorteersysteem / archiefsysteem.
2. Afleidbaarheid verminderen
- Spanningsboog inschatten.
- Afleiding uitstellen.
- Omgeving aanpassen/beheersen.
- Alles op een vaste plek.
- Wekker/alarmen.
3. Cognitieve training
- Informatie over cognitief model van ADHD.