Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting - Financial Accounting €4,69   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting - Financial Accounting

1 vérifier
 106 vues  7 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Dit document bevat een samenvatting van het boek dat wordt voorgeschreven door Nyenrode voor het vak Financial Accounting in semester 5. Tevens staan hierin ook de bladzijde nummers van het handboek Externe Verslaggeving van Deloitte.

Aperçu 4 sur 44  pages

  • 6 décembre 2023
  • 44
  • 2023/2024
  • Resume

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: lvisser86 • 9 mois de cela

avatar-seller
Samenvatting
Financial Accounting
FIACC

College 1
E - Hoofdstuk 1 Externe verslaggeving
Rentabiliteit = Het quotiënt van de winst en het vermogen.

Solvabiliteit = De mate waarin de onderneming in staat is aan haar verplichtingen jegens de
schuldeisers te voldoen.
 Eigen vermogen / totaal vermogen

Liquiditeit = De mate waarin de onderneming in staat is aan haar lopende betalingsverplichtingen te
voldoen.
 Current ratio = Vlottende activa / kortlopende verplichtingen
 Quick ratio = (Vlottende activa – voorraden) / kortlopende verplichtingen

De jaarrekening dient informatie te bevatten die zowel relevant als betrouwbaar is. De lezer moet er
waardevolle informatie aan kunnen ontlenen en hij moet erop kunnen vertrouwen dat de verstrekte
cijfers een getrouw beeld geven van de financiele positie van de onderneming.

E - Hoofdstuk 2 Waarde en winst
Bedrijfswaarde (Indirecte opbrengstwaarde) = De contante waarde van de toekomstige netto-
ontvangsten of netto kasstromen uit hoofde van de te produceren goederen en/of diensten.

Directe opbrengstwaarde = De netto opbrengst van de productiemiddelen van de onderneming, als
zij door de onderneming worden verkocht in plaats van voor voortgezette bedrijfsuitoefening te
worden gebruikt.

E - Hoofdstuk 3 Verslaggevingsprincipes
De jaarrekening heeft twee functies (H2.1 – blz. 65) = Om hieraan te voldoen moet er worden
voldaan aan de grondbeginselen, overige beginselen en kwaliteitscriteria.
 Beslissingsfunctie = Actuele waarde; je kijkt vooruit
 Verantwoordingsfunctie = Historische kosten; ter verantwoording over het verleden.

Conceptueel framework =
 Grondbeginselen
 Overige beginselen
 Kwaliteitscriteria

Grondbeginselen = H2.4 – blz. 68
 Toerekeningsbeginsel
 Continuïteitsbeginsel (Going concern)

Toerekening = De totale jaarwinst moet worden toegerekend aan verslagjaren. Voor de
periodewinstbepaling moeten de uit de transacties en gebeurtenissen voortvloeiende ontvangsten

,en uitgaven als opbrengsten en kosten aan de verslagjaren worden toegerekend. Hierbij wordt het
kasstelsel los gelaten en wordt er uit gegaan van het transactiestelsel.
 In de balans verschijnen er overloopposten (transitoria) om het perioderesultaat zo goed
mogelijk af te grenzen.

Continuïteitsprincipe = Er wordt bij het opstellen van de jaarrekening impliciet van uitgegaan dat de
organisatie haar activiteiten in de afzienbare toekomst zal voortzetten  Going concern-grondslag
 Als dit niet zo is  Liquidatiewaarde  Overgang van waardering tegen inkoopprijzen naar
waardering tegen directe opbrengstwaarde bij gedwongen verkoop.
 Opnemen van een adequate uiteenzetting (H2.12.1 – blz. 89). Zodra er een plan is, moet je
een continuïteitsparagraaf opnemen en niet waarderen tegen liquidatiewaarde.

Overige beginselen = H2.4 – blz. 70
 Voorzichtigheidsbeginsel
 Realisatiebeginsel
 Matchingsbeginsel
 Bestendigheidsbeginsel of stelselmatigheidsbeginsel

Voorzichtigheidsprincipe = Eerder te pessimistisch dan te optimistisch
 Verwachte voordelen (winsten) = Worden pas geboekt op het moment dat voldoende zeker
is dat ze behaald zijn.
 Verwachte nadelen (verliezen) = Worden pas genomen zodra ze geconstateerd worden, ook
al is het verlies nog niet zeker.
 Gebeurtenissen na balansdatum (H2.7 – blz. 80) = Moeten nader uitsluitsel geven over hoe
de situatie op balansdatum feitelijk was.
 Voorbeelden: Impairment

Realisatie principe (Revenue recognition) = Pas op het moment dat de onderneming de
verkoopprestatie voltooid heeft, dient de opbrengst genomen te worden. Hierbij dient de
onderneming het economisch eigendom over te hebben gedragen, wat wil zeggen dat het risico van
de waardeverandering van het verkochte goed definitief bij de koper ligt.
 Voor de opname van baten die niet voortvloeien uit een verkooptransactie wordt de
opvatting gehuldigd dat het waarschijnlijk moet zijn dat het voordeel behaald zal worden. In
de volgende situaties wordt dit principe opzij gezet:
1. Langlopende werken
2. Effecten
3. Valutaresultaten

Matchingsprincipe = De kosten moeten zo veel mogelijk in de periode verantwoord worden, waarin
de met de uit die kosten voortvloeiende opbrengsten worden behaald.
 Product matching (Directe kosten) = De uitgaven worden toegerekend aan de producten en
als zodanig uiteindelijk geactiveerd onder de voorraden. Pas nadat de voorraden zijn
verkocht en afgeleverd en er omzet is verantwoord, worden de onder de voorraden
geactiveerde uitgaven als kosten van de omzet ten laste van het resultaat gebracht.
 Period matching = De geactiveerde uitgaven worden via afschrijvingen toegerekend aan de
periode waaraan de uitgaven dienstbaar zijn.

Bestendigheidsprincipe = Om een zinvolle tijdsvergelijking te maken is het noodzakelijk dat de
onderneming door de jaren heen dezelfde waardering en winstbepaling hanteert.
 Stelselwijziging = Wijziging van de eerder gekozen grondslagen van waardering,
winstbepaling en presentatie. Bij een wijziging in een stelsel spreekt de wet dat er sprake
moet zijn van een gegronde reden voor een stelselwijziging.

,  Prospectieve benadering = Op de balans komen identieke posten voor die verschillend
gewaardeerd kunnen worden.
 Retrospectieve benadering = Op het moment van de stelselwijziging wordt de balans
aangepast naar de situatie alsof al vanaf het begin het nieuwe stelsel gebruikt was.
 Cumulatief effect = Op het moment van een stelselwijziging ontstaat er een waarde sprong.
 Jaareffect = Het verschil in resultaat over het boekjaar als gevolg van de stelselwijziging.
 Schattingswijzigingen = De bestaande grondslagen blijven in stand, maar gelet op de
veranderde omstandigheden is het noodzakelijk om bepaalde aannames te herzien.

Cumulatief effect (H3.1.4 – blz. 102)
 Aan de debetzijde wijzigt iets, waarbij het aan de creditzijde wijzigt in het eigen vermogen.
 Journaalpost stelselwijziging voorraden
Overige reserves X
Aan voorraad X

Kwaliteitscriteria = H2.4 – blz. 72
 Begrijpelijkheid
 Relevantie (materialiteit) = In de situatie dat de financiële gevolgen van een gebeurtenis niet
precies bekend zijn, zal de gebruiker toch gebaat zijn bij een schatting van die financiële
gevolgen voor de jaarrekening, zeker als de gevolgen materieel zijn.
o Actuele waarde; Bij de verkoop is de actuele waarde belangrijk, waarbij je nooit
zeker weet wat de verkoopprijs wordt.
 Betrouwbaarheid  Substance over form (H2.4 - blz. 74) = De economische realiteit boven
de juridische vorm (financial lease  economische eigenaar is belangrijk). Bruikbare
informatie in de jaarrekening moet tevens voldoen aan de eis van betrouwbaarheid. De
verstrekte informatie in de jaarrekening wordt geacht een getrouwe weergave te zijn van de
feiten en gebeurtenissen, en moet vrij zijn van wezenlijke onjuistheden.
o Historische kosten; Bij de inkoop kan je via een inkoopfactuur kan je de boekwaarde
betrouwbaar vast stellen.
 Vergelijkbaarheid

Gebeurtenissen na balansdatum (H2.7 – blz. 80)
1. Jaarrekening nog niet vastgesteld =
 Invloed op de feitelijke situatie per balansdatum
o Verwerken in de jaarrekening
 Geen invloed op de feitelijke situatie per balansdatum
o Belangrijke gevolgen = Opnemen in de toelichtingen
o Invloed op de toekomst/continuïteit = Bestuursverslag
2. Periode na vaststelling jaarrekening =
 Invloed op de feitelijke situatie per balansdatum en materieel
o Aandeelhouders en ondernemingsraad informeren en mededelen bij KvK

E - Hoofdstuk 4 Regelgevers en toezichthouders
Nationale wetgeving = Het geheel van de Nederlandse verslaggevingsvoorschriften (de Nederlandse
wettelijke bepalingen + RJ) wordt aangeduid als Dutch Generally Accepted Accounting Principles
(Dutch-GAAP).

In Nederland richtlijnen verwerkt in Boek 2 van Titel 9 van het Burgerlijk Wetboek.
 Overigens mogen niet-beursgenoteerde ondernemingen vrijwillig IFRS gebruiken.

Micro- en kleine rechtspersonen mogen hun jaarrekening opstellen op basis van fiscale grondslagen.

,  Het toestaan van fiscale grondslagen heeft alleen betrekking op valuation (waardering en
resultaatbepaling) en niet op:
o Recognition = Opnemen in de balans
o Presentation = Rubricering van de posten in de jaarrekening
o Disclosure = Toelichting van informatie
 Vastgelegd in de Wet op de vennootschapsbelasting.

De Nederlandse wetgeving concentreert zich rond het kapstokartikel (artikel 362 – blz. 1070):
 De jaarrekening geeft volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar
worden beschouwd een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd
omtrent het vermogen en het resultaat, alsmede voor zover de aard van een jaarrekening
dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit van de rechtspersoon.’

Formele stelselmatigheid  Artikel 363.4
Materiële stelselmatigheid  Artikel 384.6

RJ maakt gebruik van algemeen raamwerk  Stramien

Kapstokartikel fiscale winstberekening  Artikel 3.25 van de Wet op de inkomstenbelasting
 De in een kalenderjaar genoten winst wordt bepaald volgens goed koopmansgebruik, met
inachtneming van een bestendige gedragslijn die onafhankelijk is van de vermoedelijke
uitkomst. De bestendige gedragslijn kan alleen worden gewijzigd indien goed
koopmansgebruik dit rechtvaardigt.

E - Hoofdstuk 5 Regelgeving publicatieplicht
Waarderingsgrondslagen activa = H2.8 – blz. 83
 Historische kosten  Vervaardigingsprijs (productie) & verkrijgingsprijs (handel)
 Actuele waarde  Reële waarde (marktwaarde), actuele kostprijs, bedrijfswaarde &
opbrengst waarde
 Overige  Nominale waarde, contante waarde & geamortiseerde kostprijs

Geamortiseerde kostprijs = Nominale waarde

Verkrijgingsprijs = De prijs waartegen het is verworven bestaande uit de inkooprijs en de bijkomende
kosten.

Vervaardigingsprijs = Verkrijgingsprijs (inkoop van goederen), directe kosten, indirecte toerekenbare
kosten (indirecte toerekenbare rentekosten vreemd vermogen)
 Je koopt materialen in en voegt hier kosten aan toe

Activeringscriteria voor activa = H5.3 – blz. 140
1. Toekomstige economische voordelen
2. Beschikkingsmacht
3. De kostprijs moet betrouwbaar vast te stellen zijn

Niet activeren als kosten = Administratiekosten en verkoopkosten (H7.3 – blz. 182)

Wettelijke onderdelen van het jaarrapport =
 De jaarrekening (Balans, resultatenrekening, kasstroomoverzicht en de toelichtingen)
 Het bestuursverslag (evt. toelichting van de RvC)
 De overige gegevens

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Brittintveld. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,69. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

66579 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,69  7x  vendu
  • (1)
  Ajouter