1. ONVERSCHILLIGHEID TOV DE NOG TE ONTDEKKEN VERSCHILLEN
TUSSEN KINDEREN EN VOLWASSENEN
1.1. GEEN AANDACHT VOOR EEN AFZONDERLIJKE KINDFASE
Aanvankelijk geen afzonderlijke kindfase (tot einde middeleeuwen)
Onverschilligheid: geen onderscheid tussen kinderen en volwassenen
o Geen afzonderlijk recht eveneens voor de toepassing van
strafrecht
o Weinig aandacht oor kwetsbaarheden of behoeften van kinderen
Hoge kindersterfte want minder aandacht voor de baby’s en door
onverschilligheid
o Onverschilligheid neemt 2 uitingsvormen aan
1) Toename kindermoorden: ‘legitieme gezinsplanning’
- Teveel aan kinderen en zwakste verwijderen
- “Ik heb geen kinderen, ik heb meisjes” onderscheid
maken tussen jongens en meisjes (= discriminatie
ontstaan)
2) Slechte levensomstandigheden
Geen afzonderlijke sociale categorie = geen afzonderlijke juridische
categorie = zelfde straffen voor iedereen
Op dit moment bestaat “jeugdrecht” nog niet
Kinderen op dezelfde manier berecht als volwassenen
1.2. WEL AANDACHT VOOR GEDRAG VAN KINDEREN
Wel aandacht voor specifieke fenomenen (vooral) door kinderen gepleegd
Maar geen rekening gehouden met hun kind bij het straffen (codex
Hammurabi)
Gelijkaardige tendens in het oude testament
2. KINDERBESCHERMINGSBEWEGING
2.1. HET ONTSTAAN VAN DE AFZONDERLIJKE KIND-FASE
Ontdekking van het kind
Afzonderlijke kindfase
1
, o Het anders-zijn van kinderen wordt ontdekt
o Bewustwording ontwikkelingsstadia
Kinderen = nog-niet-mensen = sociale constructie
Kinderen zijn fysiek/mentaal minder sterk dan
volwassenen = kwalitatief verschil tussen kinderen en
volwassenen
o Onderscheid werd eerst toegepast binnen de hogere klasse,
later ook in de lagere klassen
2.2. VERSCHILLENDE VISIES OVER DE MANIER WAAROP MET HET
KIND OMGEGAAN MOET WORDEN
Verschillende visies over betekenis (omgang met kinderen)
Eensgezindheid over het scheiden van kinderen & volwassenen
o Kinderen moeten in een soort ‘quarantaine’ tot ze volwassen zijn
Argumentatie voor die quarantaine
1) Moralisten: blanco blad Locke : je wordt goed of slecht door
ervaring en context (nurture), dus intensieve opvoeding
2) Romanticisten: inherent goed Rousseau: alle mensen zijn goed
(nature) en daarom zo lang mogelijk isoleren van negatieve
invloeden
3) Verlichtingsdenken: opvoeden van kinderen in een afgeschermde
context (combi van 2 visies)
o Je schermt kinderen af van de maatschappij, dit in het belang
van het kind (ongeacht of ze inherent goed of slecht zijn)
Industriële revolutie als katalysator
Armoede als bedreiging voor de goede zeden en de goede moraal
o Opkomst stedelijke context en verpaupering
o Opkomst van de kinderarbeid
o Invoering van Wet op de Landloperij
Ontstaan sociale enquêtes, wetenschappelijk onderzoek naar de
levensomstandigheden van kinderen van arbeiders
2.3. BESCHERMEN ‘IN HET BELANG VAN HET KIND’?
Adulto-centrisme = kenmerkend voor de toenmalige maatschappij
Er is nood aan maatschappelijke en juridische aandacht voor de
kindfase
Afscherming in het belang van het kind
Interesse gegoede burgerij
Ontstaan van jeugdinstellingen, landloperkolonies, weeshuizen, …
o Nieuwe gevangenissen
o Militaire discipline: uniformen, lijfstraffen, marcheren
o Geen controle op leermeesters: slavernij gecreëerd
2
, o Overbevolkingsproblematiek
o Mix van arme en deviante jongeren
Adultocentrisme, jeugdmoratorium
Volwassenen hebben alle burgerrechten, terwijl kinderen het kenmerk
hebben van machteloos te zijn
Enkele beschermingswaarborgen in het leven geroepen om kinderen te
beschermen, afschermen: zie jeugdinstellingen, landloperkolonies,…
= verregaand overheidsinterventionisme
o Adultocentrisme = volwassenen staan centraal en het
maatschappelijk leven & juridisch kader is hierop gebouwd
o Jeugdmoratorium = kinderen mogen bijvoorbeeld niet werken
voor ze 18 zijn, geen winkel opzetten en in hun eigen
levensonderhoud voorzien (kinderen van arbeidsmarkt
weghouden)
Kan je enkel beschermen door afschermen?
Afscherming vs aanpassing
o Arbeidsrecht: kinderen afschermen/beschermen van gevaarlijke
arbeidssituaties
= mooie gedachte, maar je kan de redenering omdraaien je
kan kind ook beschermen door de arbeidsomstandigheden aan
te passen ipv ze ervan weg te houden
3. KINDERRECHTENBEWEGING
3.1. VERANDERING VAN PERSPECTIEF: HET TERUGWINNEN VAN DE
MATERIËLE RECHTEN
Verandering van perspectief
Terugwinnen van de materiële rechten
o Zelfde rechten als volwassenen
<-> Eerder schermde men dus de jongeren af, zijn “nog geen
mensen”, zijn nog niet competent, in moratorium steken ->
jongeren werden dus radicaal ontdaan van hun rechten
o Aangevuld met bijkomende rechten & bescherming om
specifieke behoeften te verwezenlijken
3.2. COMPETENTIEDISCUSSIE: WAT MET FORMELE RECHTEN?
Competentiediscussie over formele rechten (het uitoefenen)
Verschuiving in de discussie: kunnen HEBBEN van rechten kunnen
UITOEFENEN van rechtens
Vraagtekens bij intellectuele capaciteiten & competentie om
inschattingen te maken : kinderen verondersteld onbekwaam te zijn
om gefundeerde beslissingen te nemen
o Kinderen fysiek EN intellectueel EN emotioneel onvoldoende rijp
3
, Betwistingen van het competentie-argument door
kinderrechtenbeweging:
o Geldigheid: bekwaamheid wordt bij volwassenen niet gebruikt,
terwijl volwassenen zich ook kunnen laten beïnvloeden
o Relevantie: volwassenheid betekent niet automatisch volledige
rijpheid (bv: einde van de adolescentie)
o Juistheid: indien een kind te jong is om een bepaald recht uit te
oefenen, zal men dit ook niet doen
3.3. VERSCHILLENDE STROMINGEN
Verschillende stromingen tegen de kinderrechtenbeweging
Reformisme
o Onbekwaamheidsargument is in principe geldig, maar zijn ervan
overtuigd dat de bekwaamheid vroeger kan optreden bij
kinderen
Verlaging van de minderjarigheidsgrens en een
geleidelijke rechtsverkrijging
Radicalisme
o Betwist het onbekwaamheidsargument op ethische gronden
Toekennen van alle mensenrechten en alle burgerrechten,
ook aan kinderen (=enige oplossing)
Pragmatisme
o ‘kinderen hebben rechten, tenzij… of kinderen hebben geen
rechten tenzij…’
Door hun zwakke positie, worden de rechten van kinderen
vaak feitelijk vertaald naar plichten
Huidige rechtspositie
Rechtsbekwaam maar handelings-onbekwaam
4. RECHTSPOSITIE
4.1. RECHTSBEKWAAM MAAR HANDELINGSONBEKWAAM
Bekwaamheid
Algemene regel in Belgisch recht = minderjarigen zijn wel
rechtsbekwaam maar niet handelingsbekwaam
o Juridisch : kind is drager van materiële rechten
(=rechtsbekwaam) gecombineerd met een principiële
onbekwaamheid om die rechten zelfstandig uit te oefenen
(=handelingsonbekwaamheid)
o De complexe bekwaamheid wordt aangevuld met ouderlijk
gezag
Het uitgangspunt dat minderjarigen geen rationele beslissingen kunnen
nemen en daarom moeten beschermd worden, komt steeds meer onder
druk te staan
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur marietourlousse. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.