Samenvatting Compendium Burgerlijk procesrecht + alle arresten uitgewerkt + oefenvragen en casuscolleges + extra literatuur + alle kennisclips en videocolleges + aantekeningen van colleges.
Cijfer tentamen: 7,3
Samenvatting, stappenplannen, tentamenvragen en oefenvragen Burgerlijk Procesrecht
Tentamen Burgerlijk Procesrecht derde kans 21 juni 2024 vragen en officiële antwoorden inzage
samenvatting ALLE tentamenstof Burgerlijk Procesrecht
Tout pour ce livre (38)
École, étude et sujet
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Rechtsgeleerdheid
Burgerlijk procesrecht (RR213)
Tous les documents sur ce sujet (73)
Vendeur
S'abonner
Kxlly
Aperçu du contenu
Hoorcollege 1: Inleiding burgerlijk procesrecht & procedure in eerste aanleg
Het belang van het burgerlijk procesrecht
Het burgerlijk procesrecht kan gezien worden als het sluitstuk van het materiële recht. Via het burgerlijk
procesrecht kan iemand gedaan krijgen wat materieelrechtelijk geldt, dat is de hoofdfunctie van het
burgerlijk procesrecht.
Titel 11 Boek 3 BW worden onder andere rechtsvorderingen geregeld. Dit is een brug van het burgerlijk
recht naar burgerlijk procesrecht. Een geldige rechtsvordering is nodig om het materieel recht geldend te
maken in het burgerlijk procesrecht.
Varianten van geschiloplossing
Bij geschilbeslechting moet een schikking in der minne het uitgangspunt zijn. Procederen is een last resort.
Andere manieren van geschilbeslechting zijn bindend advies, arbitrage en mediation.
Regelgeving civiel procesrecht
1
,Inrichting van de civiele rechtspraak
KENNISCLIP 1, 2 en 3 RECHTERLIJKE BEVOEGDHEID
De absolute bevoegdheid: welke rechterlijke instantie?
Bij absolute bevoegdheid gaat het om de vraag bij welke rechterlijke instantie de zaak moet worden
aangebracht. De rechterlijke instanties bestaan uit 11 Rechtbanken, 4 Gerechtshoven en 1 Hoge Raad in
Den Haag. Allen zijn ondergebracht in de Wet op de Rechterlijke Organisatie (Wet Ro).
Art 42 Wet RO – “De rechtbanken nemen in eerste aanleg kennis van alle burgerlijke zaken, behoudens bij
de wet bepaalde uitzonderingen.”
Art. 60 lid 1 Wet RO – “De gerechtshoven oordelen in hoger beroep over de daarvoor vatbare vonnissen,
beschikkingen en uitspraken in burgerlijke zaken, strafzaken en belastingzaken van de rechtbanken in hun
ressort.”
Art. 78 lid 1 Wet RO – “De Hoge Raad neemt kennis van het beroep in cassatie tegen de handelingen,
arresten, vonnissen en beschikkingen van de gerechtshoven en de rechtbanken ingesteld hetzij door een
partij, hetzij in het belang der wet door de procureur-generaal bij de Hoge Raad.”
Er bestaan verschillende uitzonderingen waardoor de volgorde van rechterlijke instanties kunnen
veranderen. Bestaande uit wettelijke uitzonderingen en afspraken gemaakt tussen partijen. Bijvoorbeeld:
- Art. 1013 lid 3 Rv – “Het gerechtshof van Amsterdam is bij uitsluiting bevoegd tot kennisneming van
een verzoek in eerste aanleg van collectieve schadevergoedingsprocedures.”
- Art. 329 Rv (afspraak tussen partijen) – “Partijen kunnen overeenkomen dat geschillen bij de aanvang
van het geding worden gestart bij het gerechtshof dat in hoger beroep bevoegd zou zijn.”
- Art. 332 lid 1 Rv – “Geen hoger beroep staat open over uitspraken van vorderingen lager dan EUR
1.750. “Volgens art. 80 Wet RO lid 1 is tegen deze uitspraak wel beroep in cassatie mogelijk op
beperkte gronden.
- Art. 398 lid 2 Rv (afspraak tussen partijen) – Partijen kunnen beroep in cassatie instellen van vonnissen
die in eerste ressort op tegenspraak zijn gewezen, indien partijen nadien zijn overeengekomen het
hoger beroep over te slaan, ook wel sprongcassatie genoemd.
- Art. 75 lid 2 Rv – Situaties waartegen geen hogere voorzieningen openstaan.
- Art. 77 Wet RO – Situaties waarin alleen de Hoge Raad in eerste en enige aanleg rechtspreekt.
De sectorale bevoegdheid: wie binnen die instantie?
Er kan onderscheid gemaakt worden tussen de sector kanton en sector civiel. Het uitgangspunt bij de
bepaling van de sectorale bevoegdheid is art. 93 e.v. Rv. Indien een zaak hier niet onder valt, betreft het
een zaak van de sector civiel, ook wel advocaatzaken genoemd.
Art. 79 lid 1 Rv – “Partijen kunnen in zaken voor de kantonrechter in persoon procederen.”
Uit art. 93 Rv blijkt dat er onderscheid gemaakt moet worden tussen waardevorderingen en
aardvorderingen. Waardevorderingen zijn geldelijke hoogte van de vorderingen, terwijl aardvorderingen
gaan om de inhoud van de rechtsbetrekking die in het geschil aan de orde is.
- Art. 93 sub c Rv (aardvordering) – “Door de kantonrechter worden behandeld en beslist: zaken
betreffende (…), telkens ongeacht het beloop of de waarde van de vordering.”
2
, - Art. 93 sub a Rv (waardevordering) – “Door de kantonrechter worden behandeld en beslist:
betreffende vorderingen met een beloop van ten hoogste EUR 25.000, de tot aan de dag van
dagvaarding verschenen rente daarbij inbegrepen, tenzij de rechtstitel dat bedrag te boven gaat en
die rechtstitel wordt betwist.”
- Art. 93 sub b Rv (waardevordering) – “Door de kantonrechter worden behandeld en beslist: zaken
betreffende vorderingen van onbepaalde waarde, indien er duidelijke aanwijzingen bestaan dat de
vordering geen hogere waarde vertegenwoordigt dan EUR 25.000.”
- Art. 93 sub d Rv – “Door de kantonrechter worden behandeld en beslist: andere zaken ten aanzien
waarvan de wet dit bepaalt.”
Indien een zaak bij de kantonrechter aanhangig is gemaakt, maar toch de sector civiel betreft, moet de
kantonrechter de zaak doorverwijzen naar de sector civiel op grond van art. 71 Rv.
Art. 71 Rv – “Moet een zaak, in behandeling bij de kantonrechter, verder worden behandeld en beslist
door een kamer voor andere zaken dan kantonzaken, dan wordt de zaak daartoe op verlangen van een der
partijen of ambtshalve naar een zodanige kamer verwezen.”
Er kunnen zich verschillende complicaties voordoen in een zaak, waardoor de rechter de sectorale
competentie opnieuw vast moet stellen en eventueel de zaak dient door te verwijzen. Het gaat om:
objectieve cumulatie, eisvermeerdering, reconventie en vordering in vrijwaring.
- Objectieve cumulatie: de eiser stelt, bij aanvang van het geschil, tegen dezelfde gedaagde meerdere
vorderingen tegelijk in.
Art. 94 lid 1 Rv: “Indien een zaak meer dan een vordering als bedoeld in artikel 93 onder a en b betreft, is
voor de toepassing van dat artikel beslissend het totale beloop of de totale waarde van deze vorderingen.”
Art. 94 lid 2 Rv: “Indien een zaak meer vorderingen betreft en tenminste een daarvan een vordering als
bedoeld in artikel 93 onder c of d, worden deze vorderingen alle door de kantonrechter behandeld en
beslist, voor zover de samenhang tussen de vorderingen zich tegen afzonderlijke behandeling verzet.”
- Eisvermeerdering: de eiser vermeerdert zijn eis.
Art. 95 Rv – “Voor de toepassing van de artikelen 93 en 94 wordt mede gelet op een wijziging van de eis.”
- Reconventionele vordering: de wederpartij wil op haar beurt ook een vordering instellen tegen de
eiser, dit kan worden gedaan in dezelfde procedure door middel van een tegenvordering, oftewel een
reconventionele vordering, geregeld in art. 136 e.v. Rv.
Art. 94 lid 3 Rv: “In het geval van zaken in conventie en reconventie, waarvan er tenminste één een
vordering betreft als bedoeld in artikel 93 onder c of d, is het tweede lid van overeenkomstige toepassing.”
Art. 97 lid 1 Rv: “Buiten de gevallen als bedoeld in artikel 94 lid 3, wordt een zaak in reconventie ook in
afwijking van de artikelen 93 tot en met 96 behandeld en beslist door de rechter die de zaak in conventie
behandelt en beslist, voor zover de samenhang tussen de vorderingen zich tegen afzonderlijke
behandeling verzet.”
- Vordering in vrijwaring: de procedure houdt in dat een gedaagde partij een derde in een reeds
aanhangige rechtszaak kan betrekken op grond van art. 210 Rv.
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Kxlly. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.