beperking
Hoofdstuk 1: Vroeger en nu
1.1 paradigma’s
Een paradigma = wetenschappelijke bevindingen die op een bepaald moment als maatgevend worden
beschouwd. + een gemeenschappelijk referentiekader of gedachtegoed dat ons denken en handelen richting
geeft.
- Een paradigma hangt nauw samen met waarden en normen (circuleren op dat moment in de
samenleving), ze weerspiegelen op hun beurt
= vigerende culturele patronen
= sociaaleconomische omstandigheden
= politieke omstandigheden
- Er ontstaan vaak nieuwe paradigma’s als tegenreactie op de vorige en gaan ook volkomen in tegen het
voorgaande model.
- Doorheen de jaren is de kijk/visie op personen met een verstandelijke beperking geëvolueerd van
defectmodel naar burgerschapsparadigma= paradigmaverschuiving/shift.
- Gevolgen :
Als de visie verandert, weerspiegelt zich dat ook in een nieuw vakjargon.
Als de visie verandert, zie je dit ook in de soort ondersteuning die men geeft
Voor mensen met een
verstandelijke beperking ->
permanent beïnvloed
,1.1.1 defectparadigma
- tot rond 1970 = dominante paradigma
- hoe mensen met een verstandelijke beperking worden gezien:
Defectmodel
Focus Ze hebben Verschillen, tekorten, defecten
Mensbeeld* Reductie tot niet-mensen
Terminologie Idioot, debiel, imbeciel (=gebaseerd op IQ)
Ondersteuning Ziekenhuismodel: patiënt met ziekte/stoornis en arts
Aanpak Bed, brood bad is belangrijk
Maatschappij Segregatie (= weg van de samenleving), in grote instituten
Context All-in formule, ouders weten niets, overbodig, amper betrokken
- Kanttekening*
mensenbeeld: mensen met een verstandelijke beperking worden gereduceerd tot niet-mensen
De ondersteuning: medische en paramedische aspecten -> bitter weinig op orthopedagogische
aspecten zoals: ontwikkeling en kwaliteit van leven
1.1.2 ontwikkelingsparadigma
- na de 2e wereldoorlog -> kritiek op defectparadigma
Ontwikkelingsmodel
Focus Overeenkomsten(tussen mensen, met of zonder beperking), belang
(minimaal.) levensstandaard, ontwikkeling denken(mensen met
beperking hebben niet enkel defecten)
Mensbeeld* Ontwikkelen om zo volwaardig mogelijk deel te nemen aan de
maatschappij, inspanning moet komen uit persoon zelf
Terminologie Mentaal gehandicapten, minder/andersvaliden, mens in
ontwikkeling
Ondersteuning* Orthopedagogen, opvoeder-begeleider
Aanpak Stimuleringsprogramma’s, training, ontwikkeling, inrichtingscultuur
(routine, geen individuele keuze)
Maatschappij Normalisatie en integratie (= verder ontwikkelen deelname
maatschappij), eiland in de maatschappij (vb: BSO)
Context Ouders beperkt betrokken, zijn toch een last
- Integratie:
Mensen met een beperking worden beschouwd als personen met competenties die mits aanleren van gepaste
gedragingen en vaardigheden aanvaard en geïntegreerd worden.
- Normalisatie:
Zo een ‘normaal’ mogelijk leven leiden in een zo gewoon mogelijke omgeving.
Gender gemengde voorzieningen, werken en wonen fysiek gescheiden, week en weekend verschillen,
vakantie, kunnen op pensioen, kunnen tot aan dood in voorziening blijven
Valkuil: Te veel aanpassen aan bestaande normen en te weinig ruimte laten voor individuele
eigenschappen, perspectieven en ondersteuningseigenschappen.
- Kritische kanttekeningen
Mensenbeeld : men sprak over integratie, nog niet over inclusie, maar de inspanning moet komen van de
persoon zelf. Hij/zij moet zich zoveel mogelijk ontwikkelen zodat hij zo volwaardig mogelijk kan deelnemen
aan maatschappelijke gebeuren. Normalisatieprincipe => te sterke conformering aan bestaande normen
dus anders te weinig ruimte laten voor individuele eigenschappen , perspectieven en ondersteuningsnoden
van mensen bij een beperking
Voorzieningen : Dagcentra, scholen voor buitengewoon onderwijs werden meer fysiek zichtbaar =
gedecentraliseerd (verschillende kleine entiteiten op verschillende locaties) = echte deelname aan het
maatschappelijk gebeuren => nog niet van toepassing.
, - Ondersteuning
Inrichtingscultuur, met nadruk op routinematige en het afsluiten van de omgeving, bleef ook kleinschalig
Woonvoorzieningen: vaak bovenhand halen
Regels en afspraken: werden vaak gekopieerd uit grote voorzieningen bv: elke woensdag in bad gaan
(kan anders geregeld worden , want ze zijn met slechts 5 personen)
1.1.3 burgerschapsparadigma
- sinds 1980 => burgerschapsparadigma op voorgrond.
Grote naam: AD Van Gennep (1997) = schrijft of paradigmaverschuivingen
Burgerschapsmodel
Focus Kwaliteiten
Mensbeeld formeel erkend als volwaardige burgers met dezelfde rechten en
plichten. O.A: wonen, werken, onderwijs, vrije tijd
Terminologie BE: Persoon met een verstandelijke beperking
FR: Personne avec une déficience intellectuelle
ENG : People with intellectual and developmental disabilities
Client, bewoners, medewerkers
Ondersteuning Persoonlijke begeleider, orthopedagoog
Aanpak Ondersteuning op maat om inclusief te zijn, werken aan de
levenskwaliteit van mensen.
Maatschappij Inclusie (ze zijn inclusief, rekening houdend met de bestaande
verschillen tussen mensen) en zelfbeschikkingsrecht
Gelijkwaardigheidsprincipe= Maatschappij moet zorgen voor
ondersteuning en gelijke kansen om deel te nemen aan de
samenleving.
Context Ouders= ervaringsdeskundigen, gedeelde zorg (ouder+begeleider)
Kantt ekening
- Ver van de realiteit samenleving verandert traag haar visie
- Mindset begeleiders veranderen vraagt werk botsen op bekrompen samenleving + weinig
expertise en financiële en personele middelen
- Is duur mensen met beperking leven vaak onder de armoedegrens (beperkt inkomen)
- Vaak gereduceerd tot niet-mensen
- Ondersteuning focust veel op medische en minder op orthopedagogische aspecten
, 1.3 leven met een beperking in de maatschappij
VN-verdrag
- Deze beginselen staan ook in het VN-verdrag (rechten van de personen met een beperking)
- Beperking => niet langer beschouwt als een kenmerk van een individu , maar wel als:
afstemmingsprobleem tussen de persoon met een beperking(en) tussen: mogelijkheid en samenleving
= pers. M. E. B. ondervinden belemmeringen om op een gelijkwaardige manier te participeren in de
samenleving
- Verantwoordelijkheid: samenleving in zijn geheel -> omgeving veranderen zodat alle personen op alle
domeinen van het maatschappelijk leven volwaardig kunne participeren.
- Aantal belangrijke zaken: de beginselen vormen een uitdrukkelijk uitgangspunt van talrijke beleids- en
visieteksten in Vlaanderen
- Aantal belangrijke artikels:
1. Mensen met een beperking hebben het recht om in de maatschappij te leven met dezelfde
keuzemogelijkheid als anderen
2. Ze moeten volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving, in voor hun betekenisvolle
activiteiten en relaties. (bv: mensen met een handicap hebben het recht om onderwijs te
volgen in het gewone onderwijssysteem en om te wonen en te werken)
3. Ze hebben het recht op participatie in het politieke en openbare leven + deelname aan het
culturele leven , recreatie, sport en vrijetijdsbesteding
- ‘gap’ overbrugd (hoe realiseren?)
1. Beeldvorming, mentaliteit en attitudes moeten veranderen van de burgers
2. Maatschappelijke organisaties = aangepast worden zodat iedereen erbij hoort
Toegankelijkheid gebouwen en diensten vergroten
Technologische hulpmiddelen voorzien
Zorgen voor adequate(= op de juiste manier) ondersteuning door
mensen/coaches/ begeleiders
- 2 toepassingen:
1) Verstandelijke beperking in Uganda:
Mercy killing= Moeders die hun kind vermoorden omdat ze geen uitweg meer zien.
Oorzaak: Uitsluiting door hun familie, geen gezondheidszorg, gebrek aan kennis
Doel campagne: Tonen dat de kinderen evenwaardig zijn
Paradigma: defectmodel (exclusie)
2) Verstandelijke beperking in Noorwegen:
Meerdere begeleiders, eigen busje… ongeacht de ernst van de beperking leven ze in de samenleving
Paradigma: burgerschapsparadigma (inclusie)