1. Het bio-psycho-sociaal model
Welzijnswerk: Het geheel van georganiseerde activiteiten gericht op het bevorderen van
welzijn
Typische bijdrage Mw’er:
- Zich richten op de wisselwerking tussen persoon & omgeving
- het individu wordt aanzien als een biologisch (lichaam), psychologisch (geest) en sociaal
(omgeving) wezen.
1.1 Een probleem is het gevolg van 3 factoren die samenhangen of op
elkaar inwerken
- Gebeurt er iets in je omgeving dat je bezig houdt dan heeft dit effect op je geest. Indien
deze gebeurtenis negatief is heeft dit eveneens een negatief effect op je lichaam.
- Gebeurt er iets in je lichaam dat je bezig houdt dan heeft dit effect op je geest. Indien deze
gebeurtenis negatief is heeft dit eveneens een negatief effect op je omgeving.
- Gebeurt er iets in je geest dat je bezig houdt dan heeft dit effect op je omgeving. Indien
deze gebeurtenis negatief is heeft dit eveneens effect op je lichaam.
Vb:
Voorbeeld 1: Economische recessie
Een economische recessie (sociaal) heeft invloed op de stemming van de burgers (psycho) en
de gedeprimeerde burger kan lichamelijk gaan sukkelen met de gezondheid (bio).
Voorbeeld 2: Examenstress
Het hebben van faalangst (psycho) voor een examen (sociaal) kan er voor zorgen dat de
student last heeft van buikkrampen (bio) waardoor hij/zij niet naar het examen gaat
(sociaal).
1.2 Holistische visie
= Totaalbenadering van de cliënt: Kijken naar de verschillende factoren en de
wisselwerkingen
De mens is een samenhangend geheel: Geen scheiding tussen persoon en omgeving, geen
scheiding van lichaam & geest
→ Maatschappelijk werkers zijn ‘sociale dokters’
,2. Emancipatorisch werken
Emancipatie: Sleutelbegrip in het agogisch handelen (welzijnswerk)
Nadruk op empowerment, participatie, inclusie, zelfgestuurd leren, zelfregulering
Gemeenschappelijke visie: “hulp tot zelf-hulp”
Cliënten oplossingsgericht leren denken, zodat deze in staat zijn om problemen zelf aan
te pakken
Loskomen van bevoogding, betutteling door de omgeving
Een begeleidende houding staat centraal
2.1 Wat is empowerment
“Het gaat erom dat mensen in hun kracht komen en gebruikmaken van hun krachten. Bij krachten
kun je denken aan talenten, vaardigheden, kennis, karaktertrekken (zoals doorzettingsvermogen en
humor). De inspanningen van professionals om mensen van hun krachten gebruik te laten maken,
zou je kunnen betitelen als bekrachtigend of empowerend.” (Alfons Ravelli )
Kenmerken:
- Vertrekpunt: competenties van de cliënt
- Uitgaan van de kracht van dialoog en participatie
- Cliënt heeft inspraak in de begeleiding
- Hulpvrager en hulpverlener zijn relationeel gelijkwaardig
- Zoeken naar een gepaste rolcombinatie tussen hulpvrager en hulpverlener
- Krachten en niet alleen klachten!
Conclusies:
- Emancipatie is een proces waarbij mensen tot zelfrealisaties komen (kritisch inzicht)
- Men gelooft terug in eigen kunnen en krijgt terug greep op de situatie (controlegevoel)
- De hulpverlener gaat uit van de capaciteiten van de hulpvrager en zoekt van daaruit samen
met hem naar oplossingen (participatie)
2.2 Basishouding emancipatorisch werken
= De begeleiding is erop gericht de cliënt zoveel mogelijk tot zijn recht te laten komen
De begeleiding heeft als doel de cliënt zoveel mogelijk te laten ontplooien volgens zijn eigen
mogelijkheden en competenties
,Attitudes:
a) Empathie
b) Betrokkenheid
c) Echtheid
d) Acceptatie
e) Verantwoordelijkheid opnemen
f) Afstand houden
g) Kritisch samenwerken met anderen
A) Empathie
= De vaardigheid, attitude om je communicatief te willen en kunnen verplaatsen in de
leefwereld, het referentiekader van de ander.
De wereld van de cliënt aanvoelen alsof het je eigen wereld is.
Vb:
Nu zeggen ze dat ik hier niet meer kan blijven wonen! Ik vind het afgrijselijk dat ik naar
Zonnebos moet.
- Reactie 1: “Ik heb vroeger in Zonnebos gewerkt. Het is er echt heel gezellig vertoeven” (=
niet empathisch, gaat voorbij aan de gevoelens van de persoon)
- Reactie 2: “Je vindt het erg dat je hier weg moet. Het Zonnebos is een schrikbeeld voor jou.”
(= empathische reactie)
Empathie impliceert:
De ‘boodschap’ van een cliënt zorgvuldig ontvangen (actief luisteren en inleven)
De ‘boodschap’ teruggeven aan de cliënt, terug communiceren wat je hebt
aangevoeld, begrepen in de boodschap van de cliënt
Vaardigheden:
Aandachtig, actief luisteren
Tijdens het actief luisteren jezelf de volgende vraag stellen: “Wat is de belangrijkste
boodschap die de ander probeert over te brengen?”
, B) Betrokkenheid
= De bereidheid om aandacht te geven aan, interesse te tonen voor zijn levensgeschiedenis,
stil te staan bij de betekenis van gedrag.
Bvb.: “Heb je daar in het verleden nog problemen mee gehad?”
Bvb.: “Zou het kunnen dat deze situatie weerslag heeft bij jou op het werk?”
C) Echtheid
= De vaardigheid, attitude om als hulpverlener in voldoende mate jezelf te kunnen zijn in
een hulpverleningsrelatie, zodat ook de cliënt aangespoord wordt om zichzelf te zijn
(zelfonthulling).
Geen mooie praatjes verkopen, de ander niet oneigenlijk sparen, rechtuit durven zijn.
Echtheid heeft met eerlijkheid te maken: op een open manier communiceren, eigen
gevoelens en ervaringen kunnen inbrengen, iets van jezelf kunnen laten zien.
Concrete gedragsuitingen van echtheid:
Spontaniteit: niet voortdurend je woorden afwegen.
Assertiviteit: (beginnende) hulpverleners zijn soms bang om weerbaar te zijn in
hulpverleningsrelaties
Persoonlijk reageren: eigen gevoelens, meningen kunnen inbrengen in functie van de
begeleiding
Vb: De cliënt vertelt een indringend verhaal over de verwaarlozing die hij heeft ervaren in zijn
jeugd.
- Reactie 1: “Dat is een erg triest verhaal dat je mij vertelt, ik kan zien dat het je nog steeds
aangrijpt.” (= empathisch, maar geen echtheid)
- Reactie 2: “daar word ik erg stil van, ik weet niet goed wat te zeggen nu… het raakt mij wat
je juist hebt verteld.” (= echtheid, persoonlijk reageren)
D) Aanvaarding / acceptatie
= De bereidheid om de cliënt zichzelf te laten zijn, hem te aanvaarden zoals hij is, met zijn
mogelijkheden en beperkingen, zijn verlangens, zijn opmerkelijke gedragingen.
Grenzen aan acceptatie? Agressief gedrag, manipulatief gedrag, …
E) Verantwoordelijkheid opnemen
De bereidheid om verantwoordelijkheid op te nemen indien mogelijk.
Bvb.: bemoeizorg vs. Bemoeizucht
Bvb.: eigen tekortkomingen erkennen