DEEL 1
H1 DE TERRITORIALE VORSTENDOMMEN (11DE – 14DE EEUW)
1.1 NA DE VAL
476: val WRR (begin ME in Europa) : keizer heeft zijn macht overgedragen naar een Germaanse vorst
ORR blijft bestaan -> Constantinopel (nu Istanbul)
keizer Justinianus I = belangrijk voor justitie-> corpus Iuris Civilis =wetboek
DING= Germaanse rechtbank
verdeling verschillende stammen
Rijk van Karel de grote (hoofdzetel in Aken)
rijk verenigd (ook zijn zoon Lodewijk de vrome)
843: verdrag van Verdun
Karel de Kale (west Francië)
Lotharius (midden Francië)
Lodewijk de Duitser (Oost francië)
Midden francie verdwijnt (oosten. naar Lodewijk -> Duitsland) (rest naar Karel -> Frankrijk)
= basis van de grootmachten van Europa
1.2 DE BASIS VAN DE STAATSMACHT: DE FEODALITEIT
1.2.1 DE KAROLINGISCHE FEODALITEIT
KAREL DE GROTE
KAROLINGISCH RIJK onderverdeeld in gouwen o.l.v. een graaf
gouwen= kleine gebieden die geleidt worden door een graaf (er zijn heel veel gouwen)
800: karel de grote wordt keizer (alleenheerschappij)
graaf: door hem benoemd, afzetbaar en verplaatsbaar -> waren op lokaal niveau vertegenwoordiger
van vorstelijk gezag, met volledige bevoegdheid
-> zijn omringd door vazallen
probleem: graven beginnen zich als keizers te gedragen -> stellen vazallen aan om de macht te
kunnen garanderen -> moeten vb meevechten met de graaf anders grondgebied kwijt
Rechtspraak: schepenen (scabini) -> rechtbanken= schepenbanken
vanaf Lodewijk de Vrome-> graafschap wordt erfelijk-> gevolg geen controle meer voor koning ->
gevolg: greep keizer vermindert
boot = gemakkelijkste vervoersmiddel
Bestuur verbeteren door feodale verhouding leenman-leenheer
Persoonlijke relatie tussen leenman en leenheer (wederzijdse rechten en plichten + oprechte trouw)
leenheer en leenman: wederzijdse contract -> vazal (leenman) moet hulp en advies brengen
hulp: mee vechten, grond bewerken, belastingen innen
Auxilium (=hulp)
Consilium (=advies)
1
,eedaflegging en plechtige ceremonie: Feodaal ritueel: leenman knielt voor leenheer ->
handoplegging -> soms zoen (deal bezegelen)
in ruil: benifica (=voordelen vb grond, privileges zoals belastingen niet betalen, kan ook een ambt
zijn met bijzondere inkomsten vb hofdienst) vb vaak een grond in leen ->graafschap in leen
-> guldensporenslag: Vlaanderen in opstand gekomen tegen fransen
graven deden ook aan feodaliteit (=achterlenen)
gevolg: feodale Pyramide ontstaat (-> Europese variant die overal te vinden was)
machtsstructuren ontstaan op basis van grondgebied
Sterkte en zwakte tegelijk
graaf had volledige bestuurlijke bevoegdheden (graaf kan grond opeisen -> rijk worden ->
volksopstanden opwekken want mensen zijn niet vrij, alles was dichtbij dus vastzetten in je
eigen dorp
rechtstreeks gebruiksrecht op de gronden en landerijen
graafschap werd erfelijk
840 Lodewijk de Vrome = dood -> rijk valt uit een
Vazallen systeem werkt distingerend -> er ontstaan lokale heerlijkheden (=kleine potentaten die
zonder rekenschap te moeten afleggen, de baas spelen over enkele kilometers)
heerlijkheden worden centrum -> kasteel -> volk dicht bij kasteel vestigen -> in oorlog terug naar
kasteel vluchten
-> lokale heer handhaafde de orde (=CRUCIAAL), bestuurde (vorst begon stilaan de macht op de
eisen vb eigen rechtsspraak beginnen) , inde belastingen en sprak recht
-> gold in dat territorium (regels golden alleen in dat territorium -> handel wordt moeilijker)
lokale heer had zowel publiek- als privaatrechtelijke bevoegdheden vb handhaven orde -> vetes
laten verdwijnen vb slaven -> kleefde aan de grond
vrijen hadden eigen bezit maar toch gehouden tot karweien
macht hing af van persoonlijke relatie met leenheer
-> opstandsrecht: mars naar kasteel ( rode draad doorheen geschiedenis)
de alleenheerschappij beperkt door feitelijke elemeten
1.2.2. Heropleving feodaliteit na 1000
desintegratie Frankische feodaliteit gestopt
1000 unificatie -> bottom-up staatsbouw: heerlijkheden gaan zich samen voegen en geven een
stukje van hun macht op (onderworpen aan nieuwe heerser)
-> onafhankelijke heer werd leenman en dus afhankelijk
-> steeds meer heren werden onderworpen
->uitbouw van feodale machtspyramide
-> continue gebiedsuitbreiding door vb oorlog/ huwlijkspolitiek
-> gebeurde niet planmatig maar vanuit machtspolitieke factoren
Verschil met feodaal systeem van Karel de Grote:
Feodale/wederzijdse trouw werd inhoudsloos
2
, niet meer militair -> feodaliteit als instrument voor staatsuitbouw vgl huurling aanschaffen:
betalen en ze doen wat je vraagt MAAR niet betaald = plunderen
o Politiek: beleid wordt uitgevoerd
o Administratief: staat runnen
o Financieel: staat financieëren
o Juridisch : systeem ontwikkelen
Trouw wordt minder belangrijk MAAR recht wordt belangerijker
verplichtingen vazal nauwkeuriger omschreven = recht
Auxilium en consilium vervangen door concrete lasten
L’AIde au catre cas = 4 momenten wanneer de vazal ert ussen moet komen
- als de leenheer gevangen wordt genomen
- als de oudste zoon van de leenheer ridder wordt geslagen
- oudste dochter van leenheer huwde
-wanneer hij op kruistochten ging
=> leenman mag toetreden in deze gevallen
Algemeen: ook periodieke geldelijke betalingen
Territorium verschilt in opp.
O.l.v. soeverein (vb graaf hertog)
bovenaan de pyramide = ultieme leenheer (koning/keizer) -> moest geen rekening houden met een
macht boven hem
onderaan ‘kleine’ leenman (enkele hectare)
meerdere niveaus (uitzondering: Land van Mechelen)
Lokaal gewoonterecht op de tussenniveaus
LE PYRAMIDE FéODAL:
bovenaan koning
leenmannen van koning staan eronder
-> zijn leenheren van die daar onder
hoe lager aan de piramide -> hoe minder macht
DUS niet iedereen is gelijk
Mechelen was 1vd belangrijkste juridische regimes in het ancien regime
Lagere niveaus eerder voor zaken zoals lage justitie en het innen van belastingen
Vb: Joseph II was op heel veel plaatsen leenheer
1.2.3. BINNELANDSE POLITIEK IN DE MIDDELEEUWENSE FEODALE WERELD
Nieuwe Lokale heren
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur laniherremans. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,79. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.