Boek samenvattingen tentamenstof ‘Van Diagnostiek naar Behandeling deel II
7 hoorcolleges, 7 werkcolleges
Elke week bij elk hoorcollege en elk practicum de bijbehorende artikelen, samengevat.
Hermans, D., Raes, F., & Orlemans, H. (2018). Inleiding tot de Gedragstherapie: Hoofdstuk 3, 4, 6 t/m 11.
Bohn Stafleu van Loghum.
Inhoudsopgave
Volgorde adhv theorie dat hoort bij elk hoorcollege
Week 1: Hoor- en werkcollege 1............................................................................................................................... 3
Inleiding tot de Gedragstherapie: H6. De empirische cyclus...........................................................................................3
Inleiding tot de Gedragstherapie: H7. Informatieverzameling en werkrelatie...............................................................4
Inleiding tot de Gedragstherapie: H8.1 t/m 8.2.3. De holistische theorie:.....................................................................7
Hoofdstuk 9.1 t/m 9.2.4. Functieanalyse t/m ABC schema.............................................................................................7
Van der Schaaf, S. (2015). Feedback informed treatment. Kind & Adolescent Praktijk, 14(2), 4-11..............................8
Week 2: Hoor- en werkcollege 2............................................................................................................................. 10
Inleiding tot de Gedragstherapie: H4.1 t/m 4.4. Operante conditionering...................................................................10
Inleiding tot de Gedragstherapie: H9.2.5 t/m 9.5.1. Functieanalyse t/m operante component..................................11
Week 3: Hoor- en werkcollege 3............................................................................................................................. 14
Inleiding tot de Gedragstherapie: H3. Klassieke conditionering...................................................................................14
Inleiding tot de Gedragstherapie: H4.6.1. Het tweefactorenmodel..............................................................................16
Inleiding tot de Gedragstherapie: H9.5.2 t/m 9.7. Functieanalyse compleet...............................................................17
Week 4: Hoor- en werkcollege 4............................................................................................................................. 18
Inleiding tot de Gedragstherapie: H7 kader 7.1 (pagina 156). Thuiswerk (zie week 1 HC 1)........................................18
Inleiding tot de Gedragstherapie: H8.2.4. Casus met registratieopdracht...................................................................18
Inleiding tot de Gedragstherapie: H10.3 en 10.4. Behandelmethoden.........................................................................18
Staff, A. et al. (2021). ADHD in klas: Help leerkracht … op maat. Kind & Adolescent, 20(3)........................................21
Deković, M. (2010). Effecten interventies: baat het niet, schaadt het niet? Kind & Adolescent, 31(2)........................21
Week 5: Hoor- en werkcollege 5............................................................................................................................. 23
Inleiding tot de Gedragstherapie: H8 pagina 190-194, paragraaf ‘Toetsen van causaliteit’.......................................23
Inleiding tot de Gedragstherapie: Hoofstuk 8.4. Meten...............................................................................................23
Ryan, & Deci. (2008). A self-determination theory … effective change. Canadian Psychology, 49(3)..........................24
Hall, K., Gibbie, T., & Lubman, D. I. (2012). Motivational interviewing … practice setting. Australian Family Physician,
41(9)..............................................................................................................................................................................25
Sommers-Flanagan & Bequette (2013) The initial psychotherapy interview with adolescent clients. Journal of
Contemporary Psychotherapy, 43, 13-22......................................................................................................................26
Week 6: Hoor- en werkcollege 6............................................................................................................................. 29
Inleiding tot de GT: H8.2.5 t/m 8.3. Individuele probleemanalyse & probleemselectie...............................................29
1
, Inleiding tot de Gedragstherapie: H11. Evalueren........................................................................................................30
NJI (2021) Erkenning interventies: Criteria gezamenlijke kwaliteitsbeoordeling. (pp 13,16,18-21).............................31
Maric, M. (2017). Overbruggen kloof … kinder- en jeugdpsychotherapie. Tijdschrift PT, 43(3)...................................33
Week 7: Hoor- en werkcollege 7............................................................................................................................. 34
Inleiding tot de Gedragstherapie: H10.1 en 10.2. Plannen van behandeling...............................................................34
2
,Week 1: Hoor- en werkcollege 1
Inleiding tot de Gedragstherapie: H6. De empirische cyclus.
Elke hulpverlener is anders, maar ook cliënten en hun problemen,
Ook overeenkomsten. Daarom EC om zo eenduidig mogelijk aan de
slag te kunnen, met oog voor alle verschillen én overeenkomsten.
Gedragstherapie (GT) duidelijk gemodelleerd proces naar de EC
die wetenschappers volgen bij hun onderzoekswerkzaamheden.
6.2 De empirische cyclus (algemeen) (EC)
Fase 1: probleemstelling: definiëren, welke vragen hebben we hierbij?
Fase 2: verzamelen van gegevens: vergt tijd en zorgvuldigheid. Goede gegevens verzamelen om
vraag te kunnen beantwoorden. Hierin is nodig:
o Theorie: wat is er bekend over variabelen die in verbinding staan met het probleem?
o Observaties: Eerdere gevonden theorieën stuurt op welke variabelen met gaat observeren.
Fase 3: voorspelling: theorie falsificeren met voorspelling (hypothesen) (uit theorie afleiden)
Fase 4: toetsen van deze hypothesen.
o Als hypothese niet klopt opnieuw observeren of manipuleren (experimenteren) van
werkelijkheid om accuraatheid van hypothese te achterhalen.
o Voorspellingen uit experiment hebben betrekking op effecten van manipulatie.
o Behandeling in psychotherapie is ook een experiment.
Fase 5: evaluatie: resultaten toetsing koppelen aan voorspellingen. 2 mogelijke uitkomsten:
o Ofwel bevestigen van bevindingen maakt theorie plausibeler.
o Of niet bevestigen theorie minder aannemelijk altijd opnieuw observeren om nieuwe
theoretische inzichten te krijgen! (gegevens gemist? Theorie bijstellen/verlaten?)
6.3 De empirische cyclus binnen de GT
Overlap met algemene vorm, meer toegespitst op sociale wetenschap.
Fase 1: aanmeldingsprobleem: definiëren, welke vragen
hebben we hierbij? Uitgebreid relevante informatie verzamelen
Fase 2: gegevens verzamelen: vergt tijd/zorgvuldigheid. Goede
gegevens verzamelen om vraag te kunnen beantwoorden. Nodig:
o Holistische theorieën (HT) en functieanalyses (FA): op maat
van patiënt en bieden een verklaring voor psychologische
probleem van patiënt.
o Meer dan alleen begrijpen, ook verklaringen zoeken ontstaan en instandhouding probleem.
o Hypothese vormen over factoren die bewuste probleemgedrag in standhouden.
Fase 3: behandelplan: Vanuit HT en FA een op verbetering gerichte voorspelling doen!
o Bijvoorbeeld: als X vaardiger wordt in het …, dan zullen de woedeaanvallen verminderen.
o Dit vormt een concreet behandelplan met concrete behandeldoelen.
Fase 4: therapeutische methoden en technieken toetsen van behandelplan dmv interventie
o Met oog op bereiken van behandeldoelen. Bijv: training vaardigheid negatieve gevoelens.
Fase 5: evaluatie: als er weinig vooruitgang blijkt, kan de theorie ook niet kloppen.
o Komt x niet door negatieve x? aanpassen van HT en/of FA.
o Nieuwe informatieverzameling nodig? Mss wel correcte theorie, maar onjuiste interventie.
o Of niet bevestigen theorie minder aannemelijk altijd opnieuw observeren om nieuwe
theoretische inzichten te krijgen! (gegevens gemist? Theorie bijstellen/verlaten?)
Gedragstherapie en een empirische cyclus (EC):
Probleemanalyse is belangrijk: Volgen van cyclus is meer dan alleen toepassen van
behandeltechnieken: methoden en toepassen zijn twee verschillende dingen.
Evaluatiefase cruciaal: vinger op de pols houden, gewenst effect? Anders HT/FA bijstellen.
Behandeldoelen vooraf duidelijk concretiseren: alleen dan is evalueren mogelijk. En dan zo
concreet mogelijk, gericht op het objectiveerbare, observeerbare (niet op interpretatie).
Concretisering in communicatie cliënt: maakt proces transparant. Cliënt actief betrekken/continue
op de hoogte stellen.
Experiment met individu (N=1), geen labkarakter: op veel hebben we geen invloed (‘relatie’
cliënt/behandelaar kan invloed hebben op resultaat). Relatie kan ook dienen als instrument.
6.4 EC en aandacht voor het functionele: EC niet de drijvende kracht bij niet-GT stromingen
3
, Vaak gelimiteerde informatieverzameling of hypotheses gericht op diagnoses.
Behandeldoelen zelden concreet geformuleerd
Voortgang behandeling te weinig formeel geëvalueerd.
kortom: EC is structurerend type dat denken en handelen van gedragstherapeut voortdurend stuurt.
Traditie behandelingen op basis van individuele probleemanalyses: tijdrovende inspanning, overbodig en
onnodig. Daarom EC (gereduceerd tot diagnoses en behandelen).
Kookboekaanpak voor elk type probleem een bijpassende behandeling. Nadelen:
Vaak gericht op klinische diagnoses (DSM of ICD).
Behandelingen te simplistisch met descriptieve diagnoses (GT en paniek, GT en ADHD enz).
o Een behandeling werkt niet voor iedereen en elk probleem.
o Psychologisch probleem niet gelegen in uiting van probleem, maar in de functie (reden).
Vele protocollen parallel aan elkaar gebruiken om complexe casus te behandelen (veelal met
wisselend resultaat): bevatten geen differentiaaldiagnoses.
Dus: aandacht voor functies van gedrag waarin problemen in logische volgorde worden aangepakt.
Dit boek: meer transdiagnostisch en staat haaks tegenover kookboekenaanpak.
Sluit behandelprotocollen niet uit wel ingebed in uitgebreide individuele probleemanalyse.
90% van gedragstherapeuten met geïndividualiseerde analyse: twee mensen met eenzelfde
probleem, kunnen beide andere analyse hebben met aanleiding tot verschillende behandeling.
6.5 Tot besluit: GT proces in praktijk: Therapie bedrijven is levenslang leerproces.
Boek is geen gebod of verbod, maar handwijzer.
Herhaald proberen en oefenen (supervisie) is de basis voor meesterschap.
Veel basisvaardigheden nodig (gespreksvaardigheden bijv).
Implementatie in eigen setting vergt creativiteit, maar vooral herhaald experimenteren.
Stadia GT proces
1 Eerste contact
2 Opbouw werkrelatie en informatieverzameling
3 Voorlopige probleemsamenhang (VPS) en holistische theorie (HT)
4 Probleemkeuze en baseline meting
5 Functieanalyse (FA)
6 Behandeldoelen en behandelplan
7 Therapeutische methoden/technieken
8 Evaluatie + keuze + stoppen of doorgaan
Inleiding tot de Gedragstherapie: H7. Informatieverzameling en werkrelatie.
7.2 Het eerste contact: weinig over geschreven, gebeurt snel en zakelijk.
Aanmelding: In elke context anders (privépraktijk telefonisch, in ambulante sector secretaresse). Niet
beginnen met hele levensverhaal. Kort houden. Wel belangrijk:
Over wie gaat het? WIE Is het de beller of ander (persoon zelf laten bellen, bij volwassene). Ook
eerste inschatting maken van motivatie ‘probleemgeval’.
Waar woont de persoon? WAAR Is de afstand haalbaar? Grote afstand kan belemmering zijn.
Aard problemen? WAT Beoordelen of aanmelding in expertise valt (of is doorverwijzing nodig?)
Breng cliënt op hoogte van wachtlijst, of plan zsm afspraak in.
Andere zaken: inhoud eerste gesprek (hieronder), Tarieven, contactgegevens noteren, afspraken
maken over hoe contact leggen
Afspreken wie meekomt. kinderen: onderscheid in: wie nodig ik uit en wie behandel ik?
o Kind < 12: ouders uitnodigen voor eerste gesprek.
o Kind 12-15: ouders en kind
o 15+: alleen kind
o Ouderprobleem (onenigheid opvoeders): ouders ervaring kind wel belangrijk!
o Internaliserende problematiek: ook kind uitnodigen.
Eerste gesprek: zowel volgen als sturen. Voornamelijk praktisch informeren/toelichten.
Doelen: past behandeling bij therapeut, patiënt informeren over aard/verloop behandeling, bijstellen
verwachtingen, patiënt motiveren behandeling, patiënt hoop geven op verandering, info
verzamelen, opbouwen werkrelatie (laatste 2 belangrijkst, ook in andere sessies).
Informatie geven: over: manier van werken, verwachtingen therapeutisch proces, frequentie, duur,
kosten, privacy, huiswerk, commitment (laatste 10-15 min).
o Proces is inspanningsverbintenis, geen resultaatverbintenis: op expertisegebied een
probleemanalyse als uitgangspunt gebruiken voor een behandelvoorstel.
4