Streptococcus mutants: te maken met cariës.
Bacterie vormt een slijmlaag waardoor hij goed op de tand kan zitten en produceert zuur als er suiker
aanwezig is. Bij veel suiker, kunnen de bacteriën zich goed delen, hierdoor gaan andere dood door te
veel aan zuur. Het evenwicht wordt verstoord en het glazuur wordt aangetast.
Immunologie: Afweer tegen infecties en tumoren.
Aanvallen, verdedigen, overgevoeligheid, tolerantie.
Opsonizator: Maakt fagocytose makkelijker.
Infecties in de mond:
Gingivitis, Paradontitis, Endodontische infecties: Ontsteking op tandvlees.
Immuunreactie indien:
1. Pathogene micro-organismen
2. Natuurlijke barrières doorbroken
3. Tumorcel
Immuunrespons beschadigt micro-organisme, maar ook deels aan eigen lichaam. Het moet dus
alleen in actie komen als het nodig is en stoppen als het niet meer nodig is.
Aangeboren afweer vs verworven afweer.
- Verworven is heel specifiek en herkent eigenlijk maar 1 soort pathogeen per cel, kan even tot een
paar weken duren voor het in actie komt. Ze maken de pathogenen onschadelijk in de lymfoide
organen.
- Aangeboren geschikt om verschillende soorten micro-organismen te herkennen, fagocyteert en
dood het pathogeen dan intracellulair. Komt heel snel in actie op/ de plek waar het pathogeen is. Zijn
ook eiwitten zoals complement en cytokine bij betrokken die de immuunreactie helpen.
,Aangeboren afweer:
1. Op weefsel niveau (passief):
- Huid: 2m2, dikke hoornlaag, moeilijk doordringbaar. Heeft zure ph en zweet- en olieklieren die
bacteriën doden.
- Slijmvliezen: In luchtwegen, mond/keel, maag/darm (200m2), uro-genitaal. Is minder sterk dan de
huid.
- Traanvocht: Zit lysozyme in net als bij speeksel en zorgt voor doding van bacteriën.
- Speeksel: zit lysozyme in doodt/haalt bacteriën weg van de tanden en slijmvlies van de mond.
- Mucus en trilhaarepitheel in luchtwegen (vangt en transporteert micro-organismen weg naar
boven zodat je ze kan inslikken en ze in je maag komen die zuur is waar ze dus dood gaan).
- Urine wast bacteriën weg van plasbuis.
2. Antimicrobiele eiwitten: doden en vertragen groei van micro-organismen en helpt bij respons.
- Defensinen: directe werking, maken membraan van micro-organisme permeabel, waardoor de
organellen naar buiten komen en de cel dood gaat. Is zelf + geladen en – geladen cytoplasmatisch
membraan. Heeft immuun regulerende werking, kan andere cellen van de afweer aantrekken.
- Lysozym en lactoferrine: zit in slijm, traanvocht, zweet, moedermelk, speeksel en breken
koolhydraten van de celwand af. Bindt ijzer, hierdoor minder kans op groei van P. gingivalis die ijzer
nodig heeft voor groei.
- Cathelicidinen: LL-37 peptide die aanwezig is in epitheelcellen en leukocyten en granulocyten. Die
trekken andere afweer cellen aan en spelen een rol in wondgenezing.
- Interferonen: Is een cytokine en heeft anti-virale activiteit doordat het de virale replicatie
verstoord. IFN alfa en beta wordt uitgescheiden door dendritische cellen en IFN- gamma door T-
lymfocyten.
- Collectinen: binden suikerstructuren zoals bij de mannosebindinglectin pathway.
-Complement: kan zorgen voor opsonisatie waardoor een cel makkelijker gefagocyteerd kan worden.
Kan zorgen voor een MAC die poriën in het celmembraan maakt, waardoor de cel dood gaat. En het
kan cytokinen aantrekken en activeren.
- Cytokinen: Zijn signaal eiwitten die een bepaalde respons oproepen bij bepaalde cellen.
3. Op cellulair niveau:
Fagocyten: Macrofagen, monocyten en granulocyten.
Dendritische cellen en innate lymfoide cellen.
Het Complement Systeem:
Systeem van eiwitten, bestaat ongeveer uit 30 plasma eiwitten, die door je lichaam gaan. Is zeer snel,
seconden tot minuten. Ze spelen een rol bij doden van micro-organismen, fagocytose en chemotaxis
(aantrekken van immuun cellen naar de plek van infectie). Vormt brugfunctie tussen aangeboren en
verworven afweer. Onderdelen van het complement systeem kunnen b-lymfocyten activeren, die
maken antilichamen (wel 1000x betere antilichaamproductie). Ze zorgen voor een activeringen van
T-cellen en ze versterken het geheugen.
- Je hebt 9 basiscomplement factoren en woorden grotendeels gemaakt in de lever, maar ook in
epitheelcellen en macrofagen, neutrofiele granulocyten, fibroblasten, vetcellen en endotheelcellen
kunnen dit maken. Complement moet geactiveerd worden door een cascade reactie. De grote
factoren worden gesplitst in kleinere (a) en grotere (b) fragmenten.
Effectiviteit complement op bacteriën:
Dood voornamelijk gram negatieve bacteriën, maar sommige bacteriën produceren remmende
eiwitten waardoor het complement systeem geremd wordt. Gram positieve-bacteriën zijn door een
dikke celwand beter beschermt en hierdoor kunnen die dus minder goed herkent worden of minder
makkelijk een porie worden gevormd.
, Routes activatie van het complement systeem: in bloed/weefsels
1. Klassieke/ indirecte route: Antilichaam bindt aan oppervlakte van micro-organismen, hierdoor
start cascade. Antilichamen kunnen complement in verschillende maten activeren, IgG doet dit heel
goed en ook IgM kan dit, A nauwelijks. C1q bindt aan IgG en hierdoor bindt C4 zich aan de celwand
en splitst het zich in C4a en C4b. C4b blijft in het celoppervlak zitten. Hierna splits C2 zich in C2a en
C2b. C2a bindt aan C4b en wordt C3 convertase (zorgt voor snelle reactie) genoemd, dit kan C3
splitsen in C3a en C3b. C3a en C3b gaat op het opp van het micro-organisme zitten en is heel goed te
herkennen (vooral C3b sterke opsonizator) voor fagocyterende cellen zoals macrofagen. C3b bindt
aan C3 convertase en vormt C5 convertase en kan C5 dus splitsen. C5b bind aan het celoppervlak van
het pathogeen en hierdoor binden C6-C9 ook en vormen het MAC waardoor de cel doodgaat. De
overige fragmenten zorgen voor het aantrekken van fagocyten.
2. Mannosebindinglectine (MBL)/ directe route: MBL bindt aan mannose bevattende koolhydraten
aan opp van bacteriën en gisten. Hierdoor activatie van de protease MASP, hierna zelfde verloop als
klassieke route vanaf splitsing C4. Polymorfisme in MBL gen (een fout, waardoor route niet gestart
wordt) kan leiden tot verhoogde gevoeligheid voor infectie van meningokokken (bacterie zorgt voor
hersenvliesontsteking). Verschil met de klassieke route is dat het nu direct bindt aan het oppervlak
van het pathogeen en bij de klassieke route gebeurt dit indirect door te binden aan een antilichaam,
verder verloopt de pathway hetzelfde.
3. Alternatieve route: wordt geactiveerd door LPS op het membraan van de gram- bacterie. In bloed
is altijd een beetje C3 convertase aanwezig. Hierdoor kan C3b binden met factor B, Factor D splits
factor B in Bb en dan krijg je (alternative C3 convertase): Als dat op bacterie komt zorgt het ervoor
dat fagocytose makkelijker gaat en versterkt het de complementactivering via de klassieke en MBL
route.
Membraan attack complex: binding C3b zorgt voor een cascade. C5 tot en met C9 worden gebonden
aan het celmembraan en vormen een rondje in de cel wand. Dit vormt een porie op meerdere
plekken en hierdoor gaat wat in de cel zit eruit en daardoor gaat de bacterie dood.
Effecten van het complement systeem:
- C3B/C3bBb/C4b zijn opsonizatoren. Zorgen voor co-stimulatie van B-lymfocyten. Zorgt uiteindelijk
tot lysis van de cellen.
- C5a,C3a,C4a (anafylactinen): Trekken voornamelijk neutrofielen aan. Spelen een rol bij
wondgenezing doordat ze bloedplaatjes en endotheelcellen activeren (bloedstolling).
- Ze hebben een effect op mestcellen (degranulatie).
- Ze zorgen voor productie van pro-inflammentoire cytokinen (TNF-a, IL-1,IL-6), deze zorgen voor een
ontstekingsreactie. C3/C5 stimuleren ontstekingsreactie.
Regulatie complementsysteem:
Complement activatie is exponentieel, na reactie moet dit geremd worden. Op eigenlichaamscellen
zitten specifieke membraaneiwitten die beschermen tegen de werking van het immuunsysteem.
Zoals: C1 esteraseremmer remt C1 en hierdoor komt die hele cascade van de klassieke route niet op
gang. Dit zweeft vrij in je bloed net als factor H en I, die dezelfde soort werking hebben.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur rogann. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.