Samenvatting - Bijzonder strafrecht
Inhoudsopgave
Week 1: Algemene introductie bijzonder strafrecht ............................................................................. 2
Tentameninformatie ............................................................................................................................ 2
Literatuur ............................................................................................................................................. 2
Hoorcollege ......................................................................................................................................... 2
Week 2: Onderscheid tussen bijzonder en commuun strafrecht .......................................................... 7
Literatuur ............................................................................................................................................. 7
Hoorcollege ......................................................................................................................................... 7
Week 3: Legaliteitsbeginsel .................................................................................................................. 12
Literatuur ........................................................................................................................................... 12
Hoorcollege ....................................................................................................................................... 13
Week 4: Subjectieve bestanddelen I .................................................................................................... 22
Literatuur ........................................................................................................................................... 22
Hoorcollege ....................................................................................................................................... 22
Week 5: Subjectieve bestanddelen II ................................................................................................... 29
Literatuur ........................................................................................................................................... 29
Hoorcollege ....................................................................................................................................... 29
Week 6: De rechtspersoon in het (bijzonder) strafrecht ..................................................................... 40
Literatuur ........................................................................................................................................... 40
Hoorcollege ....................................................................................................................................... 40
Week 7: Reflectie op de huidige status van het bijzonder strafrecht ................................................. 48
Hoorcollege ............................................................................................................................ 48
Week 8: Opsporing in het bijzonder strafrecht .................................................................................... 50
Literatuur ........................................................................................................................................... 50
Hoorcollege: gastcollege mr. Kramer ................................................................................................. 50
Week 9: Bijzondere afdoeningsmodaliteiten ....................................................................................... 56
Literatuur ........................................................................................................................................... 56
Hoorcollege: gastcollege mr. Strijder & mr. Aarts.............................................................................. 56
1
,Week 1: Algemene introductie bijzonder strafrecht
Tentameninformatie
Het tentamen zal bestaan uit 5 vragen. Hierbij zal het niet hoofdzakelijk gaan om kennis, maar om
onze eigen opvattingen over de onderwerpen die aan bod zijn gekomen. We moeten een mening
kunnen innemen en onderbouwen (aan de hand van de literatuur die we gaan besturen).
Meenemen tijdens het tentamen:
- Wettenbundel
- Geprinte versie van verplicht voorgeschreven jurisprudentie
- Annotatie indien die versie (met annotatie) expliciet is voorgeschreven (indien alleen ECLI is
voorgeschreven, dan alleen het arrest (en de conclusie) toegestaan
Gebruik van wet- en verdragsteksten, alsmede het gebruik van tabbladen is toegestaan. Het
bijschrijven van nummers van wetsartikelen, verdragsbepalingen en namen van rechterlijke
uitspraken, alsmede onderstrepingen en arceringen zijn toegestaan
Hoorcollege
Leerdoelen en werkwijze
• Geen integrale bespreking van bijzondere wetten, maar de manier waarop de wetten zijn
opgebouwd staat centraal. De bijzondere wetten worden vanuit een bepaald thema
besproken.
• Grondslagentheoretische benadering: we gaan (aspecten uit) de bijzondere wetten
vergelijken met de ideeën achter het strafrecht. Hierbij stellen we ons de vraag: slagen we er
wel in om die ideeën waar te maken?
• Facetten van interne rechtsvergelijking: we gaan vergelijkingen maken met het commune
strafrecht.
Bijzonder strafrecht: definitiebepaling
• Definitie bijzonder strafrecht: al het materiële en formele strafrecht buiten de wetboeken
(WvSr en WvSv).
• Dit is een andere definitie dan in de strafrechtspraktijk gehanteerd wordt (zoals wordt
bedoeld voor financieel strafrecht).
• We focussen ons vooral op het materieel strafrecht, maar gaandeweg komen meer
formeelrechtelijke onderdelen aan bod.
Waar neigt u meer naar:
1. De samenleving vormt het recht
Dit idee had men oorspronkelijk (conservatief). Dit sluit aan bij het samenlevingsmoraal.
2. Het recht vormt de samenleving?
Hierbij wordt het recht gebruikt als instrument om bepaalde doelen te verwezenlijken. We
willen dat er ordening plaatsvindt op bepaalde terreinen vanwege grote belangen (zoals het
milieu). Dan gaat het recht de samenleving vormen: zo kun je een hoop reguleren met
uitstootvergunningen.
2
,Bijzonder strafrecht: historische context
Drie vragen komen aan de orde:
1. Waarom hebben wij straf(proces)rechtelijke codificaties?
2. Op welke wijze is dat terug te zien in de geschiedenis van het WvSr van 1886?
3. Welke positie nemen de bijzondere wetten in ten opzichte van het WvSr en het WvSv?
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (tot 1795)
• Confederatie van acht soevereine staten met vertegenwoordigers in de Staten-Generaal
- Drenthe had geen stemrecht, want deze staat was te arm.
• Samenwerking op thema’s, verder soeverein (vergelijkbaar met de EU)
• Juridische gevolgen:
- Rechtsverscheidenheid
- Rechtsonzekerheid
➔ Op het gebied van civiel recht, maar ook strafrecht.
Intussen in Frankrijk
• In de Franse salons werd gedacht over verlichte ideeën (Montesquieu, Voltaire, Rousseau):
- Er kwam verzet tegen het Ancien Régime.
- Ze dachten na over verhouding burger-overheid en over de verhouding tussen
burgers onderling.
- Ideeën over rechtsgelijkheid kwamen naar voren.
- Jean-Jacques Rousseau, Cesare Beccaria, Jeremy Bentham c.s.
• Zeker voor het straf(proces)recht hebben die ideeën belangrijke implicaties.
- Concept vrijheid (uitgaan van rationele burgers) – bescherming burger tegen
machtige overheid
➢ Vrijheid burgers en utilitarisme (Jeremy Bentham): de morele waarde van een
handeling wordt afgemeten aan de bijdrage die de handeling levert aan het
algemene nut.
- Dit had niet alleen strafvorderlijke consequenties, maar ook materieelrechtelijke
consequenties, waaronder:
➢ Rechtszekerheid – legaliteit (legaliteitsbeginsel)
➢ Rechtsgelijkheid – algemene wetten (codificatiebeginsel)
➢ Geen straf zonder schuld (schuldbeginsel)
• Franse Revolutie: in Frankrijk leidde een uitbarstende vulkaan in IJsland tot een jaar zonder
zomer. Het volk had niks te eten en kwam uiteindelijk massaal in opstand.
• De Verklaring van de rechten van de mens en de burger (Déclaration des Droits de l'Homme
et du Citoyen) werd in 1789 aangenomen door de Nationale Grondwetgevende Vergadering
tijdens de Franse Revolutie.
- Dit is een soort (abstract) kader voorafgaand aan de nieuwe Grondwet over
grondrechten en democratie.
- De tekst berust op denkbeelden en ideeën uit de Verlichting.
- Artikel 6: “La loi est l'expression de la volonté générale (...)”. Dit houdt in dat de wet
een uitdrukking is van de algemene wil (van het volk), dus niet de wil van een
absolute vorst.
• Hoe kwamen deze verlichte ideeën in Nederland terecht?
• Napoleon grijpt in 1799 de absolute macht in Frankrijk en riep zichzelf uit tot keizer.
3
, • Napoleon zag de codificaties als instrument/machtsmiddel en bracht het naar de landen die
hij veroverde, zoals Nederland.
Terug naar Nederland
• 1795: Nederland is door Franse troepen veroverd; start Bataafse Republiek
• 1798: voor het eerst een codificatiebepaling
• 1806: Koninkrijk Holland
- Napoleon stelde zijn broer, Lodewijk Napoleon, aan als koning.
• 1809: invoering ‘Crimineel Wetboek’
• 1811: invoering ‘Code Pénal’ in Nederland
- Napoleon voerde overal hetzelfde wetboek in om uniformiteit te creëren en zijn
macht te versterken.
• 1813: Napoléon trekt zich terug
- Hij laat een belangrijke erfenis achter: het idee om met (algemene) wetboeken te
werken.
• 1813 – 1886: pogingen tot vorming nationaal WvSr
- Men zag in dat we niet terug moesten naar de periode met veel
rechtsverscheidenheid en ongelijkheid.
Kenmerkend voor de Verlichting: het idee dat de samenleving het recht vormt, en niet andersom.
Codificatiemotieven: waarom hebben wij een codificatiesysteem
• Praktisch-politiek: centraliseren
• Politiek-theoretisch: burgerlijke vrijheid (utilitarisme) zoveel mogelijk te garanderen
➢ De burgers zoveel mogelijk beschermen tegen overheidsbemoeienis
• Praktisch-juridisch: systematisering van het recht
➢ Door te codificeren wordt je gedwongen om te werken met herkenbare, consistente
algemene uitgangspunten.
Wetboek van Strafrecht
Ingevoerd in 1886.
Karakter van het WvSr
• “Een wetboek is geen leerboek. Van verdeelingen en omschrijvingen moet het zich dus
onthouden overal waar zij niet bepaald noodzakelijk zijn om de gedachte des wetgevers uit te
drukken.”
• Meer pragmatiek (inspelend op de praktijk) dan dogmatiek. Waarom?
• Veel zaken zijn geparkeerd zodat ze kunnen worden ontwikkeld in de rechtspraak en in
praktijk. Het streven naar een wetboek was groot, waardoor veel knopen niet zijn
doorgehakt.
Positie WvSr ten opzichte van het strafrecht buiten het wetboek
• Grondwettelijke opdracht (art. 164 Grondwet (oud)): “Er zal worden ingevoerd een algemeen
Wetboek van burgerlijk regt, lijfstraffelijk regt, van den koophandel, en van de zamenstelling
der regterlijke magt en de manier van procederen”
➢ Het ideaal was toen om alles in één wetboek te zetten.
➢ Dit is om uiteenlopende redenen niet gelukt.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sennatrap. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.