ANATOMIE VAN HET LYMFEVATENSYSTEEM
1. Noem een van de functies van het netwerk van lymfevaten?
1. Productie, onderhoud en distributie van lymfecellen
2. Terugkeer van vocht en opgeloste stoffen naar het bloed
3. Distributie van hormonen en voedingsstoffen en afvalstoffen naar het bloed
ALGEMEN ORGANISATIE
2. Hoe heten de kleinste lymfevaten?
Lymfecapillairen. Ze beginnen blind, zijn breder dan haarvaten en hebben een dunnere
wand.
3. Welke cellen zitten in de wand van capillair cellen?
Endotheelcellen.
4. Wat is de functie van kleppen in de lymfevaten.
Ze functioneren als éénrichtingsklep (lage druk).
5. Noem 2 celsoorten die voorkomen in lymfonodi.
T lymfocyten, B lymfocyten en macrofagen.
6. Wat is het belang van de kennis van het lymfesysteem (anatomisch: oncologisch)?
Via deze weg verspreiden zich tumorcellen gemakkelijk, dit is in belang voor het bepalen van
het stadium van een tumor.
7. Wat is de functie van lymfeklieren?
Intercellulair vocht wordt gedraineerd naar de capilairen die zelf uitkomen in de lymfevaten.
Lymfeklieren werken als filters voor tumoren en infecties.
8. Langs welk deel van het skelet verloopt de ductus thoracicus?
Ruggengraat.
9. Waar mondt de ductus thoracicus uit?
V. subclavia en V. jugularis interna.
THYMUS EN DE MILT
10. Welk type cel rijpt uit in de thymus?
De T lymfocyten.
11. Waar ligt de milt t.o.v. het ribbenrooster (relevantie: stomp buiktrauma)
Ter hoogte van de 9e en 11e rib links, onder de diafragmakoepel.
12. Wat is een risico bij miltscheuren (relevantie op spoedgevallen)
Een bloeding kan hevig en fataal zijn.
13. Wat is (een van ) de functies van de milt (relevantie: splenectomie, vooral bij kinderen)
Onderdeel van de immuniteit, verdediging van het lichaam.
1
,DE NIET SPECIFIEKE VERDEDIGING
14. Noem 1 voorbeeld van een aaneengesloten barrière bij de niet specifieke immuniteit
Het epitheel.
15. Noem 2 cellen die kunnen fagocyteren
Neutrofiele WBC en macrofagen.
16. Wat is leucodiapedese?
Bloedbaan verlaten.
17. Wat is de functie van NK of natural killer cellen (noem er 1)?
Het zijn lymfocyten die tumorcellen en cellen die geïnfecteerd zijn met virussen herkennen
(surveillanten).
18. Wat is de functie van interferon?
Het is een groep kleine eiwitten die proberen de virusreplictaie in de geïnfecteerde cellen
stop te zetten. ze werken op zowel korte als lange afstanden. Ze worden aangemaakt door
immuuncellen, maar kunnen ook synthetisch aangemaakt worden.
19. Wat is de functie van complement (noem 1 antwoord)?
Ze helpen bij de werking van antistoffen en bij fagocytose door de membranen van
indringers te merken en ze te vernielen.
20. Wat is de definitie van koorts?
(37,2˚C) het eigen metabolisme (afweer) stijgt en sommige ziektekiemen kunnen er door
geremd worden. Het wordt veroorzaakt door circulerende eiwitten of pyrogenen die het
temperatuur regelende hypothalamus bereiken.
21. Wat zijn de twee verschijnselen ter hoogte van de capillairen bij ontsteking?
Capillairen worden meer permeabel en er is een verhoogde bloeddoorstroming.
22. Wat zijn de 5 tekens van ontsteking (ALLES of NIETS)?
Rubor, Calor, Functio Leasia, Tumor en Dolor
Niet specifieke verdediging:
- Aaneengesloten barrière
- Fagocyten
- Natural Killer
- Interferon
- Complement systeem
- Koorts
- Inflammatie of ontsteking
23. Nut van ontsteking?
Mobiliseren van de verdediging, het indijken van infectie en het herstel van weefsel
bevorderen.
24. Tekens van ontsteking verklaren adhv de componenten:
- Verhoogde bloeddoorstroming
- Stollingsfactoren vormen een mechanische isolatie
- Complement breekt bacteriën af en trekt fagocyten aan
- Lokale warmte maakt de enzymreacties sneller
2
, - Neutrofielen en macrofagen worden geactiveerd en fagocyteren ziektekiemen en
weefselresten
- Fibroblasten beginnen aan littekenvorming
- Pijnsensatie door mastcellen (histamine) en prostaglandines zetten het individu tot
wondverzorging
- Specifieke verdediging komt op gang
DE SPECIFIEKE VERDEDIGING: VORMEN VAN IMMUNITEIT
25. Hoe kun je passieve immuniteit verwerven?
(niet blijvend), door transfer via placenta of tijdens het zogen.
26. Hoe kun je actieve immuniteit verwerven?
Na blootstelling aan een antigeen: natuurlijke wijze en vaccinatie.
27. Vormen van immuniteit:
Aangeboren (genetisch bepaald bv AIDS), verworven (na blootstelling aan het
corresponderend antigeen of door transfer van antilichamen van een ander individu),
passieve en actieve.
28. Welk vaccin is in België verplicht?
Poliomyelitis.
29. Welke vaccins worden door Kind & Gezin courant toegediend? (noem er zeker 2)
Kinkhoest, Tetanus, Menigokokken…
30. Waarom is bof vaccinatie (vooral bij jongens) wenselijk?
Ontsteking aan de testikels kan leiden tot necrose (→ steriliteit).
31. Waarom is vaccinatie tegen rode hond bij meisjes wenselijk?
Virus kan een ongeboren kind aantasten.
32. Bij welke twee groepen is het griepvaccin wenselijk?
Bejaarden, gezondheidszorg, COPD patiënten, leukemie…
33. Welke vaccins zijn er nog nodig bij werkers in de gezondheidszorg? (noem er zeker een)
Hepatitis B.
34. Welke soorten immuniteit onderscheiden we nog?
Cellulaire en hormonale.
EIGENSCHAPPEN VAN DE SPECI FIEKE VERDEDIGING
35. Wat betekent diversiteit van de specifieke verdediging?
Voor elk soort antilichaam is er een groep van lymfocieten verantwoordelijk.
36. Wat is het praktische gevolg van een geheugen van de specifiek immuniteit?
Een bepaalde ziekte kan je maar één maal krijgen (bv mazelen).
37. Wat betekent “specifiek” in de context van immuniteit?
Één soort antilichaam werkt tegen één antigeen (sleutel-slot).
3
, 38. Wat is tolerantie van het immuunsysteem?
Het immuunsysteem reageert niet op een antigeen.
Op deze vier eigenschappen wordt een vaccin gebaseerd.
39. Hoelang werkt een Tetanus vaccin ongeveer?
5 à 10 jaar.
40. Tegen welke antigenen bestaat er tolerantie van het immuun systeem?
Lichaamseigen antigenen.
41. Voor wat staan T-lymfocyten in?
Cellulaire immuniteit.
42. Voor wat staan B-lymfocyten in?
Hormonale immuniteit.
43. Wat zijn plasmacellen?
Scheiden grote hoeveelheden antilichamen af van hetzelfde type als in de oorspronkelijke B-
cel. Een plasmacel kan maar op één soort antigeen reageren.
44. Welke groep van lymfocyten gaat verloren bij AIDS?
CD4+ cellen.
45. Wat is de functie van CD8+ of cytotoxische cellen?
Ze vallen binnengedrongen antigenen aan (eerste arm).
46. Wat is de functie van T memory cellen?
Vormen een reserve die ervoor zorgt dat bij een tweede blootstelling ana eenzelfde antigeen
direct een reactie op gang komt.
47. Wat is de functie van T suppressor cellen?
Temperen de immuunreactie (zo niet, dreigt een overreactie van de immuniteit waarbij het
lichaam schade kan oplopen).
48. Eerste arm (T-cellen) verloop:
Antigeenherkenning → activatie en celdeling → vernietiging van doelcellen.
49. Hoe noemt men de concentratie van antistoffen in het bloed ook wel?
Titer.
50. Hoe kan je serologisch de recentheid van een infectie bewijzen?
Aan de hand van de stijging of daling van de titer. De titer geeft bij een eerste reactie pas na
een week aantoonbare effecten en kent een vrij snelle daling.
51. Waarin verschilt een primaire van een secundaire immunologische reactie (2 items)?
Secundaire respons is efficiënter (geen ziekteverschijnselen) en bij een secundaire respons
kunnen de memory B cellen tot tientallen jaren na d e1e blootstelling overleven.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur bovanierland. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.