TAB 1.4 – FARMACOLOGIE
DEEL 1: ALGEMENE GENEESMIDDELENLEER
DEFINITIE
Farmacologie Gaat over de kennis van geneesmiddelen (=specialiteiten) en hun effect
(=geneesmiddelenleer) op mens en dier.
Parafarmacie Is het randassortiment in de apotheek zoals babyvoeding, zonnecrème,
tandpasta…
Ook buiten de apotheek te koop + komt veel sneller op de markt
Galenica Gaat over het maken van magistrale bereidingen zoals gelulen, zalven,
(=artsenijbereidkunde) siropen…
Grote voordeel is dat de verhoudingen en samenstellingen snel kunnen
worden verwezenlijkt
VAKTERMEN
Genezende werking (=curatieve werking) behandelt een bepaalde ziekte die al aanwezig is bv
antibiotica
Preventieve werking (=voorkomende werking) voorkomt dat een ziekte kan ontstaan bv
vaccins
Monopreparaat Een preparaat met 1 actief bestandsdeel bv Dafalgan → paracetamol
Combinatiepreparaat Bevat meerdere actieve stoffen bv Perdolan compositum →
acetylsalicylzuur, coffeïne en paracdetamol
Indicatie De aandoening waarbij het geneesmiddel gebruikt wordt bv imodium:
diarree (niet ‘voor’ of ‘ tegen’)
Therapeutische klasse De farmacologische groep waartoe een GM behoort
Posologie De dosis die ingenomen moet worden per keer of per dag, het kan voor
eenzelfde GM verschillen afhankelijk van de indicatie bv acetylsalicylzuur
S/ betekent dat er iets vermeld moet worden:
Raadgeving i.v.m. tijdstip
• ’s morgens; diuretica, corticosteroïden, vitaminen
• ’s avonds; slaapmedicatie, cholesterolverlagers (want worden ’s
nachts aangemaakt)
Raadgeving i.v.m. voeding
• Nuchter (1u of 2u na het eten): snellere opname
• Met voedsel: midner maaglast bv bij vitaminen (A, D, E, K met
iets vetrijk), vele antibiotica, ontstekingsremmers
• Met voldoende water (250ml), geen koffie of thee (want kan
reacties verstoren) of alcohol. Melk kan worden afgeraden (zie
bijsluiter)
Therapietrouw De mate waarin de patiënt luistert, hoe goed de therapie opgevolgd
wordt bv verkeerd tijdstip, chronische medicatie wordt onderbroken,
niet uitnemen van antibioticakuur…
Belangrijk voor het slagen van de therapie en om resistentie te
voorkomen.
Dosisreductie Verminderen van de dosis bij bepaalde omstandigheden bv nier- of
leverinsufficiëntie
Bijwerkingen Elke reactie die schadelijke en onbedoeld is en die optreedt bij
doseringen die voor profylaxe, diagnose en therapie noodzakelijk zijn.
Pagina 1 van 17
, Ze moeten steeds goed afgewogen worden t.o.v. het therapeutisch
voordeel.
Kan verschillen per geslacht, leeftijd, gewicht… mensen kunnen heirdoor
een verschillende absorptie, metabolisme of uitscheiding hebben.
Kunnen op 3 manieren ten stand komen;
1. Te sterke werking: bloeddrukverlagers (hypotensie),
antistollingsmiddelen (diarree, blauwe plekken)
2. Toxische geneesmiddelen; antikankergeneesmiddelen
(epitheelcellen, witte bloedcellen worden ook gedood)
3. Verkeerde aangrijpingspunt;
Salbutamol is de actieve stof van Ventolin, bronchusdilatator
die behoort tot de sympathomimetica (fight, flight, fright or
freeze), deze GM bootsen het sympathisch zenuwstelsel na
(noradrenaline komt vrij), dit ter hoogte van de β-receptoren →
de bronchiën verwijden en het hartritme stijgt, ook kunnen een
tremor, tachycardie of spierkrampen ontstaan (pas dus op bij
kinderen en ouderen).
Contra-indicaties Omstandigheden wanneer een geneesmiddel absoluut NIET genomen
mag worden bv Roaccutane (acné) mag NIET bij zwangerschap gebruikt
worden (veroorzaakt ziekte/afwijkingen bij foetus)
Interacties Wisselwerking tussen;
• GM onderling bv anticonceptie en Sint-Janskruid
• GM en voeding bv pompelmoes sap (cholesterolverlagers),
calciumrijke voeding (antibiotica), alcohol (antibiotica) en roken
(pil)
Generische GM Concurrenten MAAR de kwaliteit moet hetzelfde zijn!
• Zelfde actieve stof en dosis
• Zelfde werkzaamheid
• Oorspronkelijk goedkoper (30%), maar veel originelen zakken in
prijs (naambekwaamheid)
• Benaming= actieve stof + merknaam → TEVA, Sandoz, EG
(kunnen herkennen)
Dafalgan (origineel) en Paracetamol EG (generiek)
BEHANDELINGSWIJZE
Causale, symptomatische en Causaal: geneest de ziekte, symptomatische: pakt de
preventieve therapie ziekteverschijnselen aan, maar geneest de ziekte niet (antibiotica
en neusspray bij rhinitis). Preventief: voorkomt de ziekte
Substitutietherapie Het vervangen van lichaamseigen stof door een GM omdat deze
onvoldoende of niet meer wordt aangemaakt bv insuline
Palliatieve therapie Therapie die het levenseinde aangenamer maakt bv
morfinepleisters
Diagnostische therapie Helpt om een diagnose te stellen bv contrastvloeistof bij een CT
WERKEN MET HET GGR
P.8-11 + oefening P.12
Wetenschappelijke bijsluiter (=SKP (samenvatting kenmerken product), is veel uitgebreider en heeft
wetenschappelijke vaktermen) bevat meer gegevens zoals de farmacokinetiek en de
Pagina 2 van 17
, farmacodynamiek patiëntenbijsluiter (=in mensentaal vertaald ‘waarvoor?’ en ‘in welke
omstandigheden?’) bevat vaak patiënteninstructies bv afbeeldingen bij aërosolsystemen.
FARMACEUTISCHE VORMEN
ORALE VORMEN
➢ Capsulen/gelulen: komen vaak voor bij specialiteiten en zijn gebaseerd op eiwit gelatine. Er
bestaan Vcaps voor vegetariërs of veganisten.
➢ Dragees: tabletten omgeven door een suikerlaag (glans) die zorgt dat het inslikken wordt
vergemakkelijkt
➢ Poeders: los of in zakjes verkocht en worden opgelost in water of in babymelk
➢ Oplossing: actieve stof wordt opgelost in een vloeistof en kan met een doseerpipet
toegediend worden bv siropen – druppels
➢ Suspensies: actieve stof wordt toegevoegd aan een vloeistof waarin deze vaste stof niet
oplost (voor gebruik schudden)
➢ Kauwgom: rookstop
➢ Tabletten ZIE P. 15 – P.17!!!!
NIET-ORALE VORMEN
➢ Toediening in neus:
• Neusdruppels (minder druk en dus geschikt voor baby’s)
• Neuszalf
• Neusspray (altijd dezelfde hoeveelheid, soms verslavend → doen de neus ontzwellen
(lokaal) (max 5 à 7 dagen gebruiken)) soms actieve stoffen via het neusslijmvlies en
daarna in het bloed (systematisch) → onmiddellijk effect.
➢ Toediening in het oor: oordruppels → patiënt op de zij en flesje wordt het best eerst
opgewarmd (zeker bij kinderen), even wachten voor het hoofd recht te brengen. Meestal op
voorschrift omdat ze alleen mogen gebruikt worden op voorwaarde dat het trommelvlies
niet beschadigd is.
➢ Toediening in het oog: oogdruppels, oogzalven en ooggelen zijn steriel. De houdbaarheid is
vaak 1 maand na de opening, voor droge ogen zijn er preparaten die langer houdbaar zijn.
Wordt gebruikt bij; oogirritatie, oogontsteking, glaucoom of om droge ogen te bevochtigen.
➢ Gorgelmiddelen en mondspoelingen: worden gebruikt bij mond- en keelaandoeningen zoals
abces, parodontitis, aften, keelpijn… ze mogen NOOIT ingeslikt worden.
➢ Toediening via de luchtwegen: luchtwegen open zetten, slijmen vloeibaar maken, inwerken
op ontsteking of allergie…
• Aërosoltoestel met inhalatievloeistof of vernevelvloeistof (op voorschrift!)
• Doseeraërosol (gas), let op: gelijktijdig drukken en inademen, bij kinderen of ouderen
kan een voorzetkamer gebruikt worden
• Poederinhalator
➢ Dermale preparaten: zalven (alleen vet), crèmes (water + vet), pasta’s en gelen hebben elk
een andere consistentie, vet- of waterghalte. Transdermale therapeutische systemen (TTS)
zijn pleisters met werkzame stof die op de huid wordt aangebracht. Ze geven langzaam hun
GM (bv hormonen) vrij via de huid in de bloedbaan (passeert maag NIET). Ze passeert ook
de lever niet waardoor het FIRST PASS EFFECT ter hoogte van de lever wordt vermeden, de
Pagina 3 van 17