Paleografie en Historische Teksten
Eerste les
• Wat is paleografie?
o Essentiële basisvaardigheid voor historici
o Historische hulpwetenschap: studie van het schrift, de ontwikkeling van schrifttypes
& materialen en technieken
§ Helpt bij ontcijferen van oude versies van het alfabet
§ Helpen bij dateren van teksten
§ Verificatie van authenticiteit (hangt samen met vorige)
o We gaan ons bezig houden met transcriberen: tekst overzetten in modern schrift
o Niet makkelijk, maar te leren vaardigheid: oefenen, oefenen, oefenen + zelfstudie
o Struikelblokken:
§ Afwijkende morfologie: globale vorm en het uiterlijk van letters
§ Afwijkende ductus: richting, volgorde, penstreken waarmee letter is gevormd
è Verschilt doorheen periodes. Wel zekere logica in deze afwijkingen!
§ Factoren die de onleesbaarheid bevorderen
¨ Slordigheid
¨ Slechte bewaring
¨ Schrijfstof en inkt (papyrus, inkt die vervaagt)
§ Eigenaardigheden van taal
¨ Taal, spelling en stijl
¨ Afkortingen (subdiscipline die zich bezighoudt met evolutie van
afkortingen, we moeten een aantal kennen)
§ Cursiviteit van geschrift
¨ Cursief schrift: gemaakt om snel te schrijven (schuin, letters aan elkaar
plakken, voor dagelijks gebruikt
¨ Geposeerd schrift: alleen voor heel belangrijke documenten, tijdrovend…
o De paleografie biedt hulp net zoals context (kan enorm ver vooruithelpen)
o Is opnieuw leren lezen
• De geschiedenis van het schrift
o Manier waarop we schrijven is bepaald door culturele, politieke en economische
ontwikkelingen, kende geen radicale omwentelingen, schrifttypes vloeiden door
elkaar
o Schrift heeft een pictografische oorsprong, pictogrammen evolueerden naar letters
,o Latijns of Romeins schrift, vanaf 6e eeuw voor Christus (maar 23 letters want i = j + w
= vv en voor lange tijd was u = v)
§ Capitalis: rechtgeschreven, in officiële documenten, zeer recht
§ Cursief: dagdagelijks, moeilijker om te lezen
è Variaties maar vrij uniform schrift voor lange periode door politieke eenheid
§ Uncialis: vooral gebruikt door eerste christenen
§ Semi-unciaal: letter s werd geschreven als een soort van lijn geschreven
è Toch nog redelijk uniform, tot vallen Romeinse Rijk (dan per regio ander
schrijft met Latijns schrift als basis, hoe verder van het Romeinse Rijk, hoe
verder ervan af)
o Vroege middeleeuwen
§ Basis blijft Romeins; hoe verder van centrum RR, hoe meer afwijkingen
§ Grote regionale en lokale variatie
¨ Visigotisch
¨ Longobardisch (mooier)
, ¨ Insulair schrift (rondere vormen)
¨ Merovingisch (oud-Keltisch en romeinse schrift vermengd, zeer moeilijk te
lezen)
o Karolingisch Minuskel of Carolina
§ Na ca. 800
§ Nood aan universeel en goed leesbaar schrift
§ Renaissance Romeins schrift want heeft zich later kronen tot keizer, dus
makkelijker leesbaar
§ Langzaam geïntroduceerd, maar wel geïntroduceerd
§ Verstedelijking (steden worden centra v/h schrift, meer groepen schrijven dus
meer variatie)
§ Economische ontwikkelingen (landbouw meer gaat opbrengen, economie meer
internationaal, meer handelaren schrijven)
§ Invloed van de materie van de schriftdrager (papyrus, wastafel, perkament,
papier (goedkoper dus meer geschreven en meer diversiteit!))
, o Gotisch schrift: Latijn maar ook de volkstaal
§ Dankt naam aan de feit dat het lijkt op de Gotische kunststijl: langere letters
§ Moeilijk te lezen want heel anders van onze manier van schrijven
§ Zowel geposeerde als cursieve voorbeelden
§ Typisch: letters op veel verschillende manieren schrijven (s, b, u,…)
§ Kent veel variatie
o Humanistica
§ Leesbaarder want humanisten gaan zich baseren op Latijnse en Romeinse schrift
§ Cultureel gebruikt, vrij elitair, in hogergeschoolde milieus ó ‘gewone
bevolking’ = gotische schrift
§ Maar wordt naast Gotisch gebruikt, en twee gaan een beetje vermengd raken
§ Zal steeds populairder worden
§ Ons huidig geschrift is op dit humanistisch schrift gebaseerd, wat zich baseerd
op het latijnse schrift, dus schriften uit oudheid makkelijker te lezen voor ons
o 16e tot 18e eeuw
§ Heel veel schrifttypes
§ Mengvormen
o 19e eeuw tot vandaag
§ Chaos: oneindig aantal vormen
¨ Vergaande verschriftelijking
¨ Hogere scholingsgraad
¨ Verschillende types scholen
¨ Industrialisering
§ Nieuwe creaties maar telkens op basis van humanistica en gotiek