Duidelijke samenvatting van het vak "Personen- en familierecht", gemaakt met notities uit de lessen en de PowerPoint. Ook inclusief bijhorende wetsartikels en voorbeelden uit de les, en vermelding van de zaken die belangrijk zijn voor het examen!
Beschermde meerderjarigen, denk aan bv. verkwisters
Geesteszieken is GEEN element van de staat van een persoon !
→ kan je bij hen medische handelingen stellen onder dwang?
Bronnen
Regelgeving
In hoofdzaak federale materie
- BW en Ger.W.
- Bijzondere wetten bv. wet DAVO
Maar persoonsgebonden aangelegenheden zijn bevoegdheid gemeenschappen
- Jeugdbescherming, gezinsbeleid, jeugdhulp en jeugdbijstand, bepaalde aspecten
adoptieregeling
Belang van rechtspraak
Bv. afstammingsrecht
Examen
1
,Eindtermen
2
,HOOFDSTUK 1: WAT IS PERSONEN- EN FAMILIERECHT
De 4 kwadranten
De 4 kwadranten zijn: seks, paarvorming, voortplanting en ouderschap
→ mensen worden een paar, ze hebben seks, ze planten zich voort en worden ouders
Die 4 kwadranten zijn aan elkaar geklit in het instituut van het huwelijk (huwelijk overkoepelt
structuur van de familie)
Er was vroeger altijd samenhang tussen die 4 kwadranten maar met de tijd begon dat te
veranderen:
- seks en voortplanting hangen nu ook los van elkaar (vrouwen kunnen seks hebben zonder
zich voort te planten)
- paarvorming en ouderschap kunnen ook los van elkaar zijn (denk aan Paula Marckx: zij
had een buitenechtelijk kind en dat kind kreeg niet dezelfde rechten als een kind dat binnen
een huwelijk werd geboren → ze ging naar GwH, en die oordeelde dat dat discriminatie was)
- voortplanting en ouderschap gaat ook niet noodzakelijk met elkaar: je kan voortplanten
zonder de juridische ouders te zijn van een kind (medisch geassisteerde voortplanting zoals
donors)
- seks en paarvorming gaat ook perfect los van elkaar (bv. een simpele onenightstand)
Mensen vinden vandaag de dag dat paarvorming en ouderschap terug dichter bij elkaar
moeten leunen (denk aan nieuw samengestelde gezinnen)
Tendensen
• Emancipatie: van vrouwen, kinderen en personen met handicap (= groepen die vroeger
paternalistisch behandeld werden)
→ emancipatie van de vrouwen spreekt wel voor zich
→ is het wel correct dat een minderjarig kind volledig handelingsonbekwaam is, en
afhankelijk is van ouderlijk gezag?
→ hetzelfde voor personen met een handicap: zij kunnen zich bij wijze van spreken nooit
als een gewone meerderjarige in het rechtsverkeer bewegen
• Individualisering: waarbij iedereen zijn eigen persoonlijke keuzes in het leven maakt
bv. dalende invloed van de kerk: vandaag de dag beslis je zelf of je gelovig bent of niet
Individualisering gaat ook gepaard met de autonomie van een persoon (= zelf kunnen
beschikken over eigen leven)
• Grondrechten
• Verfeitelijking: recht houdt ervan om categorieën te maken (minderjarigen, gehuwd) en
in elk hokje zijn er bepaalde rechtsgevolgen aan verbonden (bv. minderjarigen mogen
niet huwen zonder ouderlijke toestemming)
→ verfeitelijking betekent dat we afstappen van die categorieën
3
, PERSONENRECHT
HOOFDSTUK 2: PERSONEN
Waarover gaat het?
Er is geen wettelijke definitie van een ‘persoon’, wel aanwijzingen in BW
Art. 3:38
Voorwerpen, ongeacht of ze natuurlijk of kunstmatig, lichamelijk of onlichamelijk zijn, zijn
te onderscheiden van dieren. Voorwerpen en dieren zijn te onderscheiden van personen.
Art. 3:35, tweede lid BW
Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon heeft (slechts één) vermogen
Dus in de wet maakt men een driedeling tussen voorwerpen, dieren en personen
Bij personen maakt men nog een onderscheid tussen natuurlijke en rechtspersoon
Wat hebben die gemeenschappelijk?
- ze hebben allebei rechtspersoonlijkheid (kunnen naar de rechtbank gaan, …)
Ons recht/deze driedeling is antropocentrisch (= de mens wordt in het midden geplaatst)
→ denk aan het feit dat enkel mensen rechtspersoonlijkheid hebben, enkel zij hebben
rechten en plichten
Hebben dieren geen specifieke positie in ons recht? Moeten wij die geen rechten en plichten
toekennen?
We gaan even terug naar het ouder burgerlijk wetboek: vroeger was er een tweedeling;
voorwerpen en personen. Dieren waren toen dus voorwerpen. Maar geleidelijk kregen ze
een bijzondere positie (in dierenwelzijn), en dat besefte de wetgever bij het maken van het
nieuwe goederenrecht. Dieren hebben gevoelens en biologische noden. Hieruit
ontstonden art. 3:38 (zie hierboven) en art. 3:39.
Art. 3.39: dieren hebben een gevoelsvermogen en hebben biologische noden. De
bepalingen met betrekking tot lichamelijke voorwerpen zijn op dieren van toepassing, met
inachtneming van de wettelijke en reglementaire bepalingen ter bescherming van dieren en
van de openbare orde.
Dieren hebben dus wel gevoelens, maar welk recht passen we er dan op toe?
→ zie naar art. 3:39: als we regels op dieren moeten gaan toepassen, is dat hetzelfde recht
als we toepassen op voorwaarden
Dus dit is eigenlijk een symboolartikel ! (blijkt ook uit de parlementaire voorbereiding)
Dieren als quasi-goed?
Het familierecht als trendsetter: het verhaal van het omgangsrecht van hondjes Mila en
Bailey → gaan deze hondjes naar echtgenoot 1 of echtgenoot 2 bij de echtscheiding?
De rechter heeft in deze uitspraak beslist dat de dieren week om week naar de ene
echtgenoot en de andere echtgenoot gaan (dat gebeurt ook in het familierecht bij de
kinderen), want de rechter zegt dat dieren niet louter eigendom zijn. Hierop kan je het
zakelijk recht niet op de dieren toepassen en moet je ze dus beschouwen als een quasi-
goed! Wat gaat dit in de toekomst brengen?
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ellavansprengel. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,88. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.