Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
uitwerking examenvragen nierfysiologie professo Vennekens €20,89   Ajouter au panier

Examen

uitwerking examenvragen nierfysiologie professo Vennekens

 19 vues  1 fois vendu

persoonlijke uitwerking van de examenvragen die we van professor vennekens enkele weken voor de blok kregen. ik behaalde 16/20. De vragen op het examen is, zoals hij normaal vermeldt, een van deze vragen. Alsook de meerkeuze vragen in dit document maken kans om terug te komen op het examen.

Aperçu 3 sur 27  pages

  • 17 décembre 2023
  • 27
  • 2022/2023
  • Examen
  • Questions et réponses
Tous les documents sur ce sujet (25)
avatar-seller
lottestudent
Examen Nierfysiologie
Les 1: algemeen overzicht.

- Beschrijf het juxtaglomerulaire apparaat, en bespreek de functie.
- Het juxtaglomerulair apparaat is een onderdeel van de wand van de
distale tubulus (op de overgang plaats van stijgende lis van Henle met
de distale tubulus) dat terug in contact komt met de glomerulus
- Functie: autonome regulatie; controle van de flow-rate en vloeistof
samenstelling van de tubulaire vloeistof (“urine”) in de distale tubulus
(net voor het naar de verzamelbuis gaat) + belangrijke rol in de
regulatie van de bloeddruk
- als er een lage druk heerst in de renale arterie en geregistreerd
wordt door de baro receptoren in de afferente arteriool , zal er
renine geproduceerd worden waardoor op zijn beurt weer
angiotensinogeen -> angiotensine I -> angiotensine II
- extra: zie verder voor de effectieve functies van
angiotensine II: ENaC en NKCC activiteit verhogen;
daarnaast ook aldosteron productie stimuleren wat op zijn
beurt Na K ATPase basolateraal verhoogt met
mitochondriale activiteit en op die manier ook de ENaC
activiteit apicaal verhoogt, alsook het K kanaal apicaal
- tubuloglomerulaire feedback = als er een verhoogde vocht en
NaCl concentratie heerst in de distale tubulus (meer specifiek:
macula densa waar NKCC gevestigd is) gaat dit zorgen voor
verhoogde ATP en adenosine concentratie. Op zijn beurt zorgt
dit voor een vasoconstrictie en hierdoor wordt er minder
glomerulaire filtratie in het nefron (GFR daalt)
- het is die ATP en adenosine die verhoogd worden
waardoor er minder renine wordt vrijgegeven door het
renaal systeem. Hierdoor daalt de RPF. (vandaar dus idd
ook regeling voor de flow rate)
- opbouw:
- Hier liggen ook speciale epitheelcellen, de macula densa cellen
(met donkere stof) die tot de distale tubulus behoren: rol in
controle van de samenstelling van de urine
- Hier liggen ook nog granulaire cellen (ook wel juxtaglomerulaire
cellen genoemd) die renine kunnen vrijzetten op basis van de
druk in de renale arterie en gelegen zijn in de wand van
afferente arteriolen
- ook nog extra glomerulaire mesangiale cellen

,- Bespreek aan de hand Darrow-Yannet diagramma de invloed van
veranderingen in ECF osmolaliteit door ziekte of inname van niet-isotone
vloeistoffen op het ICF en ECF volume.
- verlies door ziekte dus bv diarree van isotone vloeistof (vb. 0,9% NaCl,
frisdrank) dus bv diarree dat je ontwikkelt door ziekte. De vloeistof dat
men verliest bevat dezelfde osmolariteit als de extracellulaire vloeistof.
Je hebt hierdoor dus gwn een daling in ECV, maar osmolariteit blijft
hetzelfde dus ICV verandert niet.
- van ECV & geen verandering in ICV
- nadien zal ECV terug moeten stijgen door rol van de nieren
- geen effect op osmolaliteit (geen drijvende kracht voor
verplaatsing van vloeistof/water)



- Inname van hypotone vloeistof (vb. 0;45% NaCl) - chronische
adrenocorticale insufficiëntie
- stijging van ECV & stijging van ICV
- transport van ECV → ICV
- daling van de osmolaliteit



- Inname van hypertone vloeistof (vb. 3% NaCl, zeewater) - diabetes
insipidus
- urine die meer gedilueerd is dan ECV, dus meer verlies van
water dan van osmolieten => ECV gaat hyperosmotisch worden.
- transport van ICV → ECV
- stijging van de osmolaliteit



- Bespreek de filtratiebarrière: hoe is ze opgebouwd? Welke krachten bepalen
filtratie?
- Filtratiebarrière:
- filtreerbaarheid wordt uitgedrukt met de sievingscoefficiënt
- → Filtratie van moleculen op basis van grootte én lading
- Epitheelcellen met podocyten
- slit diafragma met poriën
- nephrin, NEPH1, podocin
- negatief geladen glycoproteïnen
- afwijking/defect: proteïnurie (veel proteïnen in urine)
- Basale membraan (lamina basalis = lamina rara externa +
lamina densa + lamina rara interna = morfologie) die bestaat uit

, pathocyten, een gespecialiseerd type epitheel die aan de
urinezijde zitten en die proteoglycanen bevatten
- Negatief geladen glycocalyx
- negatief geladen glycosaminoglycanen
- vb. albumine zal niet in urine terechtkomen
- Capillair endotheel
- vormen een mesh
- paracellulair transport mogelijk omdat het vrij
doorgankelijk is



- Frank Starling krachten
- hydrostatische druk
- = bloeddruk = druk aanwezig van vloeistof in vaten
- uitwaarts transport: vloeistof van capillair naar interstitium
- wordt kleiner naarmate de filtratie vordert
- afh van art druk, veneuze druk en pre en post capillaire
weerstand
- oncotische druk
- = druk door plasma vloeistof met proteïnen; is in bloed
groter
- inwaarts transport: vloeistof van interstitium naar capillair
- wordt groter naarmate de filtratie vordert
- de drijvende kracht wordt bepaald door hoe stijl de curve is van
de oncotische druk. Deze is steil als de RPF laag is en relatief
plat als de RPF hoog is.

verder is er nog de Kf (ultrafiltratie coef) die bepaald wordt door het product van:

- hydraulische conductiviteit van de capillair (Lp)
- filtratie opp (Sf); bij constrictie van mesangiale cellen kan dit wijzigen



Welke stoffen worden vrij gefiltreerd, welke niet en waarom?

- inuline
- = lichaamsvreemde plantaardige stof
- wordt niet in het lichaam geabsorbeerd, niet gesecreteerd, niet
gemetaboliseerd, niet geproduceerd en is dus fysiologisch inert
- wordt vrij gefiltreerd over de glomerulus
- gebruiken om GFR te bepalen

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lottestudent. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €20,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

62491 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€20,89  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter