OOG EN ZIEN
Inhoudsopgave
1 ANATOMIE EN FYSIOLOGIE OOG EN GEZICHTSBANEN .......................................................................................... 2
2 FYSIOLOGIE VAN VISUELE SYSTEEM ..................................................................................................................... 8
3 TECHNISCHE ONDERZOEKEN IN OOGHEELKUNDE .............................................................................................. 14
4 ANAMNESE EN ONDERZOEK VAN PATIENT MET OOGKLACHT ............................................................................ 17
5 CORNEA EN CONJUNCTIVA ................................................................................................................................ 21
6 UVEÏTIS OF ONTSTEKING VAN VAATVLIES .......................................................................................................... 26
7 RODE OOG ......................................................................................................................................................... 28
8 OOGONTWIKKELING KIND ................................................................................................................................. 29
9 OOG EN ORBITA-ANATOMIE PATHOLOGIE ......................................................................................................... 36
10 GLAUCOOM ................................................................................................................................................... 37
11 OOGLEDEN..................................................................................................................................................... 43
12 ONDERZOEK VISUELE BANEN ......................................................................................................................... 52
13 NEURO-OPTHALMOLOGY ............................................................................................................................... 55
14 CATARACT ..................................................................................................................................................... 56
15 VITREO-RETINALE AANDOENINGEN ............................................................................................................... 59
16 RIJGESCHIKTHEID ........................................................................................................................................... 74
17 VISUELE REVALIDATIE .................................................................................................................................... 75
18 REFRACTIE-AFWIJKINGEN EN CORRECTIEMIDDELEN ...................................................................................... 76
19 OCULAIRE PHARMACOTHERAPIE ................................................................................................................... 79
1
,1 ANATOMIE EN FYSIOLOGIE OOG EN GEZICHTSBANEN
Netvlies (=retina), cornea (=hoornvlies)
1.1 EMBRYOLOGIE OOG
2
,4 weken: ontstaan optische vesikels uit neuronaal weefsel, invaginatie en aanleg van lens
5 weken: vanuit ectoderm lensvesikel ontstaan, optische steel (oogzenuw verbonden met hersenen à vormen van
oogzenuw)
6 weken: fissuur op ordelijke wijze gaan sluiten
8 weken: hoornvlies, lens, oogzenuw oogspieren vormen
Voorsegment: vele zaken kunnen vervangen worden, hersteld, geopereerd
Achtersegment: intregraal deel uitmaken van zenuwstelsel (hersenen en RM ook niet veel repareren)
Sluitingsdefect optische fissuur à coloboom van retina, choroidea en iris (weefsel onbrengen, sleutelgat)
Ontbreken weefsel in netvlies, pigmentlaag weg, netvlies weg à fissuur moet onderaan nog vormen
Rest van arteria hyaloidea op papil en in glasvocht
Congentiaal cataract: niet goed vormen van de lens (lens = wit)
1.2 LAGEN VAN HET OOG
Tunica fibrosa: hoornvlies vooraan en sclera (voortzetten
schede rond oogzenuw, dura mater van hersenen)
Tunica vasculosa: rijk gevasculeerd weefsel
Homoloog aan arachnoidea en pia mater van hersenen
Uit ectoderm aan voorzijde ogen à conjuctiva vormen
1.3 ANATOMIE VAN CORNEA
Transparant venster van oog
- Geen bloedvaten (à transparantie van oog, anders troebel)
- Niet-gemyeliniseerde zenuwuiteinden
- Specifieke structuur: regelmatige ordening van collageen (vnl type 1)
à krijgen van transparantie
- 5 lagen
Meerlagig, niet-gekeratiniseerd plaveiselepitheel
- Lucht/traanfilm interface = sterkste refractieve interface van het oog
- Cellen bovenaan constante turn-over (oppervlak vaak afschilferen)
- Microcilli bedekt door traanfilm (belangrijk bji breking licht)
Stroma
- Keratocyten (schaarse hoeveelheid, collageen aanmaken)
- Collageen I en VI
- Grondsubstantie van proteoglycans
- Theorie van Maurice: transparantie van cornea bepaald door regelmatige schikking van collageenfibrillen
Hydrofiel à water aantrekken
Turn-over over meerde jaren heengaan
3
, Endotheel
- Endothelium= monolaag van hexagonale cellen (aantal vermindert met leeftijd)
- Functie: water wegpompen uit corneale stroma (ATP-dependente pomp)
Homeostase van hoornvlies om die helder te houden
- Stroma bestaan uit proteoglycans à water aantrekken à schikking verstoren
veel energie nogid om water weg te pompen uit corneale stroma
Veroudering van corneaal epitheel
- Humane endotheelcellen prolifereren niet
- Met stijgende leeftijd: celdensiteit afnemen, toenemend polymorfisme en
polymegethisme van cellen
6-hoekig patroon verloren gaan
Transparantie van cornea
- Falen van endotheliale pompfunctie leiden tot stromaal oedeem
- Corneaal oedeem met plooien van Descemet aan spleetlamp
Voorkamer en cornea
- Klinisch relevant diepte voorkamer en openhoek
- Diameter: 12, 5mm
Regelmatig voorvlak van cornea
- Cornea: qua refractaire sterke belangrijker dan lens (43D)
- Elke verandering in kromming à grote impact op sterkte van oog à myopnie, hypermetropie, astigmatisme
à lasercorrectie
- Hoornvlies belangrijk voor afbuiging lichtstraken, focus te lang op bijzien à korter worden, lens meer naar
voren, verziend
- Laser: cornea afvlakken, aantal micrometers aan hoornvlies
- Elke onregelmatigheid van corneale oppervlak grote impact op beeldkwaliteit en gezichtsscherpte
- Keratoconus = genetisch bepaalde ziekte waarbij hoornvlies conisch vervormt
geen punt, hobbel langs voor
Corneale innervatie:
Vanuit n trigeminus (V), geen bloedvaten
Met korte en lange ciliaire takken en nasociliaire tak
Meest dense innervatie van lichaam, vnl onder en in epitheel
Anatomie conjunctiva
- Meerlagig, niet keratiniserend plaveiselepitheel met slijmbekercellen
- Substantia propria: los bindweefsel dat sterk gevasculariseerd is en
waarin lymfoid weefsel sterk aanwezig is
- Conjuctiva transparant vlies aan binnenzijde van ooglid, omslaan en op
sclera verlopen en vasthechten aan limbus (overgang sclera en cornea,
contactlens niet achter oog verdwijnen)
- Niet sterk geinnerveerd (met slijmbekercellen)
Bulbaire conjuctiva en inferior palpebrale conjunctiva en fornix
Inspectie van palpebrale conjuctiva: omdraaien bovenlid
- Patiënt naar beneden kijken à levatorspier ontspannen
- Wimpers vastnemen en tarsus blokkeren mbv vinger of wattentaafja (traanklier afblokken en conjunctiva
bekijken
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur taliasener. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €13,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.