Goedaardige borstveranderingen .................................................................................................................. 2
1 Pijn ........................................................................................................................................................... 2
2 Trauma..................................................................................................................................................... 3
3 Infecties ................................................................................................................................................... 4
4 Tepelvochtverlies..................................................................................................................................... 5
5 Palpabele massa ...................................................................................................................................... 6
Maligne tumoren van de borst ..................................................................................................................... 10
Inleiding .................................................................................................................................................... 10
Screening .................................................................................................................................................. 10
Benadering ............................................................................................................................................... 11
TNM-classificatie van mammatumoren ................................................................................................... 15
Mammacarcinoom bij man ...................................................................................................................... 23
Locoregionaal recidief en gemetastaseerd mammacarcinoom ............................................................... 23
Minimale leerpunten multidiscplinaire les mammapathologie ................................................................... 24
Borstpathologie - Gynaecologie 1
,Goedaardige borstveranderingen
= geen echte ziekten, maar eerder afwijking van normale borstontwikkeling
= ANDI-classificatie (AbNormale Developement en Involution)
Veranderingen (afwijkingen aan tepel en tepelhof, trauma aan borst)
1. Pijn: cyclisch – niet-cyclisch
2. Infectie: lactatie of niet lactatie gebonden
3. Tepelvochtverlies: fysiologisch, pathologisch, galactorroe
4. Voelbare massa: vage verdikking, fibrocystische veranderingen, fibroadenoom, lacterend adenoom,
phylloïdestumor, hamartoom, papilloom, ductectasie, gynaecomastie
Symptomen:
- Pijn (cyclisch of niet-cyclisch) à mentruele veranderingen
- Knobbeltje of meerder nodules à fibroadenoom, cysten, fibroadenosis
- Tepelvochtverlies à ductus ectasie, papillomen
- Trauma
- Infectie à tijdens lactatie of perductale mastitis
70% van premenopauzale vrouwen met pijnklachten thv borsten
Pijnklachten onderscheid maken in cyclisch en niet-cyclisch
Bij niet-cyclische onderscheid verder tussen borstpijn en pijn afkomstig van thoraxwand
1.1 CYCLISCH PIJN
Pijn vroeg in menstruatie cyclus beginnen
- Intensiteit geleidelijk toenemen en hoogtepunt bereiken juist voor menstruatie
- Tijdens menses verlichting van klachten
- Bij milde vormen pijn thv bovenste buitenste kwadrant
- Bij ernstige vormen: gehele borst betrokken en veroorzaken van uitgesproken pijn en gevoeligheid
o Fysisch contact ondraaglijk en leiden tot psychologische stress
- Sommige postmenopauzale vrouwen ontwikkelen gelijkaardige borstpijn tijdens hormonale substitutietherapie
à klinisch patroon niet altijd duidelijk
- Soms pijn enkel aanwezig in 1 borst
Soms pijn altijd aanwezig en neiging om slechts de menstruatie te verergren
- Gevoeligheid en steviger aanvoelen in bovenste buitenste kwadrant borst
Onderzoek
In het geval van de typische geschiedenis van bilaterale cyclische pijn zijn er vaak weinig redenen
om verdere onderzoekingen te doen. Mammografieën zijn van diagnostisch nut maar vaak
moeilijk te interpreteren bij vrouwen onder de 35 jaar. Het is juiste deze groep vrouwen die het
frequentste komen voor cyclische pijn. De enige waarde die het kan hebben is het uitsluiten van
een onderliggend carcinoom bij patiënten waarbij de pijn atypisch of is toevallig samengaat met
een nodule. Het bijhouden van een zgn.”pijnkaart” door de patiënte is nuttig om uit te maken of
het een echt cyclisch probleem is of een niet-cyclisch probleem. Patiënte geeft aan wanneer zij
pijn heeft en hoe erg die is.
Borstpathologie - Gynaecologie 2
, Behandeling
Anamnese, klinisch onderzoek en evtl mammo-echografie indien geïndiceerd. Bij geen
afwijkingen de patiënte gerust te stellen, zeggen dat het gaat om een goedaardige aandoening en
dat het niet geassocieerd is met een kwaadaardig letsel of met een neiging daartoe om dit te
ontwikkelen op latere leeftijd. Voor velen is deze geruststelling afdoende en bij vrouwen die
symptomen hebben en die een symptomatische behandeling willen kunnen een aantal gericht
medicamenten worden gebruikt naast een goed steunende BH en een NSAID.
Medicatie bij mastalgie
- Gamma-linoleic acid (teunisbloemolie), Ongeveer 60 % van de patiënten ervaart een verlichting maar om van
enige therapeutische waarde te zijn dient deze behandeling tenminste 4 maanden te worden volgehouden
- Danazol (Danatrol)
- Bromocriptine (Parlodel) of cabergoline (dostinex).
Zowel Danazol als Bromocriptine zijn effectief, maar menopauze achtige nevenwerkingen.
- Orale contraceptiva
De meeste producten hebben onaangename nevenwerkingen, het succes en het reduceren van de pijn wordt
daardoor zeer sterk beperkt.
Afschaffen van koffie, zout en het gebruik van diuretica blijkt meestal geen effect op de klachten te hebben.
Chirurgie bijvoorbeeld resectie van een pijnlijke zone of een volledige subcutane mastectomie is zelden succesvol
en dus tegenaangewezen.
1.2 N I E T - C Y C L I S C H E PIJN
Niet-cyclische pijn kan intermittent zijn of constant zijn en beperkt tot een bepaald gebied van
één borst. Het kan veroorzaakt worden door ductectasie, periductale mastitis en trauma. DD
dient men ook te denken aan thoraxwand pijn. Er zijn diverse oorzaken van thoraxwand pijn:
syndroom van Tietze (gevoeligheid thv de costochondriale junctie), laterale wandpijn, cervicale
en thoracale spondylosis, longaandoeningen, galstenen, thoracic outlet syndroom, angina
pectoris, pleurale pijn, intercostale neuralgie, herpes zoster etc.
Onderzoeken
Zoals bij de cyclische borstpijn zijn onderzoekingen onder de leeftijd van 35 jaar beperkt tot het
klinisch onderzoek. Bij oudere vrouwen echter wordt vaak uit voorzorg een mammografie
genomen om een onderliggende kanker uit te sluiten. Speciaal in die gevallen wanneer de pijn
beperkt is tot 1 bepaalde plaats of nodule in de borst. Reden: ongeveer 10 % van de patiënten
met dergelijke kenmerken heeft een onderliggend carcinoom.
Behandeling
Niet-cyclische pijn is meer resistent aan behandeling dan de cyclische borstpijn. Hormonale
manipulatie is vaak ineffectief. NSAID’s, of lokale injectie met lignocaïne en een steroïd in het
betrokken gebied kan helpen. Echter het merendeel van de patiënten ondervindt weinig voordeel
van de behandeling en eindigt met de gedachten dat ze moet leven met de pijn totdat deze
spontaan verdwijnt. De overgrote meerderheid van deze pijnen verdwijnt ook spontaan.
Traumatische letsels aan de borst zijn zelden. Stompe traumaletsels kunnen uitgebreide
hematomen geven en vetnecrose veroorzaken,denk bijv aan autogordel.. Zeker bij patiënten die
om therapeutische redenen op anticoagulantia zijn is dit risico verhoogd. Klinische kenmerken
De vetnecrose veroorzaakt een harde pijnvolle nodule, met een onregelmatige vorm die vaak vast
zit aan de huid. Het voorkomen is suggestief voor een carcinoom maar het onderscheid kan
meestal worden gemaakt op basis van de anamnese en eventueel samengaande ecchymose en
het verdwijnen van het letsel over de tijd.
Onderzoeken en behandeling
Borstpathologie - Gynaecologie 3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur taliasener. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.