LONGEN
1 Epidemiologie van longziekten ................................................................................................................................... 2
2 Pathofysiologie, kliniek en principes van behandeling astma ..................................................................................... 6
3 COPD ......................................................................................................................................................................... 19
4 Farmacotherapie van astma en COPD ...................................................................................................................... 32
5 Casussen astma en COPD .......................................................................................................................................... 37
6 Thoraxoncologie ........................................................................................................................................................ 46
7 Thoraxoncologie – deel 2 .......................................................................................................................................... 54
8 Medische beeldvorming van de thorax ..................................................................................................................... 58
9 Casussen thoracale beeldvorming ............................................................................................................................ 70
10 Thoraxchirurgie en long ............................................................................................................................................ 74
11 Thoraxchirurgie en mediastinum .............................................................................................................................. 78
12 Thoraxchirurgie en pleura ......................................................................................................................................... 82
13 Casussen multidisciplinaire oncologie....................................................................................................................... 85
14 Anatomopathologie van pulmonale aandoeningen .................................................................................................. 91
15 Slaapgerelateerde ademhalingsstoornissen en cardiovasculair lijden ................................................................... 100
16 Casussen slaapgerelateerde ademhalingsstoornissen ............................................................................................ 106
17 Trombo-embolische ziekte ...................................................................................................................................... 111
18 Pleurale aandoeningen ........................................................................................................................................... 115
19 Casussen pleurale aandoeningen ............................................................................................................................ 126
20 Interstitiële pulmonale aandoeningen .................................................................................................................... 131
21 Casussen interstitiële longziekten ........................................................................................................................... 139
22 TBC .......................................................................................................................................................................... 147
23 Farmacotherapie bij rookstop ................................................................................................................................. 163
24 Gedragstherapie bij rookstop ................................................................................................................................. 168
25 Acute respiratoire infecties ..................................................................................................................................... 175
26 Casussen respiratoire infecties ............................................................................................................................... 187
27 Thoraxtrauma .......................................................................................................................................................... 192
28 COVID-19 ................................................................................................................................................................. 195
29 Practica Longfunctie ................................................................................................................................................ 199
30 Spirometrie-onderzoek ........................................................................................................................................... 203
31 KlIN: thoraxdrainage ............................................................................................................................................... 212
32 Practicum bronchoscopie ........................................................................................................................................ 214
33 Einde les .................................................................................................................................................................. 216
34 Examen .................................................................................................................................................................... 218
1
,1 EPIDEMIOLOGIE VAN LONGZIEKTEN
Te kennen
- Weet wat eponymen zijn en kan er een aantal opnoemen
- Kan de criteria voor causale associatie benoemen en illustreren adhv een voorbeeld
- Kent de ranking van wereldwijde doodsoorzaken volgens Global Burden of Disease
- Kan 4 belangrijke oorzaken van respiratoire sterfte benoemen
- Kan de kost van respiratoire ziektes duiden
-
Pulmonale terminologie
• CARA: chronische aspecifieke respiratoire aandoeningen
o Verzamelnaam voor COPD, astma en longemfyseem
• Astma: [engels asthma]
• COPD: chronic obstructive pulmonary disease
o Chronische bronchitis = klinische diagnose op basis van symptomen (hoesten met slijmen)
o Emfyseem = pathologische diagnose, alveoli beschadigt
• Bronchiectasieën (=LW-aandoening)
o Luchtwegen lokaal of diffuus verwijd zijn, bij verschillende aandoeningen zich voordoen
▪ CF: cystische fibrose (mucoviscidose)
▪ Non-CF Bronchiectasis (vele oorzaken aan brochiectasieën)
• Tuberculose: TBC/TB
• Interstitiele Longaandoeninen: interstitial lung disease (ILD)
Eponymen: ziektebeelden/bevindingen benoemen met eigen benaming)
• A person after whom a discovery, invention, institution, etc is named or thought to be named
o Valsalva maneuver (geforceerd uitademen met gesloten glottis)
o Babinski teken (voetzoolreflex)
o Bacil van Koch (tbc)
o Syndroom van Behçet (oculourogenitaal syndroom, systemische aandoening)
o Ziekte van Wegener (GPA genoemd)
o ....................
• Eponieman zijn diep geworteld in traditie, gebruik gezien als kwestie van smaak
o Ze weerspiegelen geen wetenschappelijke ontdekking of eren de eerste beschrijving niet
o Eponiemen zijn onjuist, wetenschappelijk veroudert (beter niet gebruiken en algemene medische
termen gaan gebruiken)
Epidemiologie van longziekten
- Beschrijven eponiemen in longziekten, beschrijvende naam hiervoor? (ZSO)
- Terug te vinden op http://www.erswhitebook.org/
Epidemiologie (ook terug te vinden op website)
- In de EU sterven jaarlijks 600.000 mensen aan longziekten
- In de EU zijn 1 op 8 doden te wijten aan longziekten.
Mortaliteisranking: Belangrijkste cardiovasc (40%), 21% maligniteit (longkanker niet bij inbegrepen > respiratoire
doodsoorzaken)
- Longkanker: 5,8%
- Longinfectie/pneumonie: 3,5%
- COPD en bronchiectasieën: 3,4%
Naast mortaliteit, longziekten ook een belangrijke bijdrage voor ziekenhuisopnames
- In de EU zijn 6 miljoen ziekenhuisopnames per jaar te wijten aan longziekten
- Cardiovasc belangrijkste oorzaak (13%), respiratoir: 7%, kanker 7%
- Longaandoeningen:
o Pneumonie 2%
o COPD 1,3%
o Astma minder 0,6%
Mortaliteitsranking:
- Top 10: respiratoire aandoeningen (COPD nr 3, Lage LWI en kanker, TBC °10)
- COPD gestegen, longkanker gestegen, penumonie gedaald, tbc gedaald
2
, - Projectie 2030:
o Wereldwijd: 1/5 gevolg van respiratoire longaandoeningen (in europa 1/10)
Criteria voor causale associatie tussen een blootstelling en een ziekte
Volgens Bradford-Hill:
1. Sterkte (strength): Relatief risico (RR) van blootgestelde ten opzichte van de niet-blootgestelde populatie.
a. Verhouding tussen risico’s
b. Hoe groter de kans op longkanker bij rokers dan bij niet-rokers als het relatief risico groter is
2. Consistentie: De mate waarop de bevindingen in dezelfde richting wijzen.
a. Verschillende studiedesigns gelijkaardige resultaten gevonden
3. Specificiteit: Blootstelling aan (een) goed herleidbare factor(en).
a. Associatie gelimiteerd tot specifieke groepen, met bepaalde omgevingsexpositie, groter in specfieke
groep, hogere kans op causaal verband
4. Temporele relatie: Blootstelling aan de factor moet het optreden van de aandoening voorafgaan.
a. Volgorde moet kloppen in de tijd
5. Biologische gradiënt: Een regelmatig toenemend verband tussen dosis en de grootte van het RR.
a. Dosis-respons curve moet aantoonbaar zijn (niet altijd lineair, kan ook threshold zijn)
6. Biologische plausibiliteit: Beschikbare informatie over het biologisch mechanisme van de factor op het
ontstaan van de ziekte.
a. Afhankelijk van biologische wetenschap op dat moment, niet altijd aanwezig
7. Invloed van interventie: Verwijderen van blootstelling doet RR dalen.
a. Sterkste argument voor causale associatie
8. Analogie: Gelijkaardige associatie beschreven tussen blootstelling aan de factor en andere ziektes.
Relatieve risico op overlijden aan specifieke oorzaken
'Relative risk of Death from Specific Causes among Persons 55 Years of Age or Older, according to Sex and Smoking
Status.'
- Longkanker: vrouwen RR 23 en mannen RR 25
o Vrouwen hebben een 23x grotere kans op het ontwikkelen van longkanker als ze roken. Bij mannen is
dit 25x.
- Vrouwen en mannen hebben een 2x grotere kans op een respiratoire infectie als ze roken. (influenza, griep, …)
- Vrouwen hebben een 25x grotere kans op het ontwikkelen van COPD als ze roken. Bij mannen is dit 28x.
Dit voldoet aan de criteria van Bradford-Hill. Hoog relatief risico aanwezig (in verschillende groepen: mannen en
vrouwen)
Last van longaandoeningen in de EU (Burden of respiratoire diseases)
- Meest voorkomende longaandoeningen: astma, COPD, longkanker, tbc
- Populatie, prevalentie, aantal ziekenhuisopnames, aantal overlijdens
o Astma veel voorkomend ziektebeeld: 16 milj, 204 milj met 82.000 opnames
in verhouding: veel pt met astma niet worden opgenomen, in eerste lijn gaan opnemen
Nog wel 360 doden aan astma
o COPD: 260 volwassenen met COPD, 23 milj met COPD, 1,1 milj ziekenhuisopnames, aantal overlijdens
150.000
o Longkanker: aantal overlijdens in verhouding tot aantal pt veel hoger → slechte prognose van
longkanker
o TBC: groot gedeelte van pt in ziekenhuis terecht komen, anders dan bij astma en COPD
Distributie van kosten voor longaandoeningen
- Directe: kosten aan gezondheidszorg: hospitalisaties, medicamenteuze behandeling
- Indirect: kosten als gevolg van verlies productie (arbeidsongeschikt)
astma jongere patienten → moeten nog bijdragen aan productie
- Verhoudingen vgl bij astma en COPD
Jaarlijkste kosten voor longaandoeningen
- COPD en astma meest volledige data (andere niet)
- COPD: directe en indirecte hoogst, astma lager dan bij COPD (maar vergelijkbaar tussen directe en indirecte
kosten)
- Maar de kosten van COPD en astma ligt hoger dan bij andere longaandoeningen
3
, NIET GEZIEN (OP LAATSTE ZIEN OF DIT WORDT BEHANDELD JA/NEE)
Ellis-Damoiseaulijn
- Bovengrens ven percutatoire aantoonbare bovengrens van een pleuritisch excsusdaat
- Karakteristieke parabolische lijjn waarvan hoogste punt in middelste axillaire lijn
Golden's S-sign
- Gouden S-taken te zien bij PA-thorax RX en op CT
lijkend op een omgekeerde S-vorm
- Typisch zien bij instorting van rechter bovenkwab, ook zien bij ineenstorting van andere lobben
- Gecreëertd door centrale massa die de bronchus van bovenste kwab blokkert → verdenking van primair
bronchogeen carcinoma
- Ook veroorzaakt door: metastase, primaire mediastinale tumor of vergrote lymfeklieren
Kerley B lijntjes
- Teken op RX bij initieel longoedeem, dunne lineaire pulmonale opaciteiten veroorzaakt door vocht- of
cellulaire infiltratie in interstitium van longen
- Korte paralelle lijnen aan longperiferie → stellen interlobulaire septa voor, minder dan 1 cl kang en loodrecht
op borstvlies, evenwijdig aan elkaar
- Bevinden zich perifeer in contact met borstvlies, afwezig langs spleetoppervlakten
- In elke zone zien, vaakst waarnemen bij longbasis bij de costoprene hoeken (op PA RX) en in substernale
gebied op laterale RX
- Oorzaken: longoedeem, lymphangitis carcinomatosa en maligne lymfoom, virale en mycoplasmale pneumonie,
interstitiële longfibrose, pneumoconiose en sarcoïdose
- Vluchtig teken bij iemand met hartfalen
Ziekte van Wegener
Granulomatosis with polyangiitis (GPA)
- Uiterst zeldzaam, langdurige, systemische aandoening gepaard met vorming van granulomen en ontsteking
van bloedvaten (vasculitis)
- Vorm van vasculitis die kleine en middelgrote bloedvaten in vele organen aantast, meestal bovenste
luchtwegen, longen en nieren aantasten
- Tekenen en symptomen GPA gevarieerd en weerspiegelen welk orgaan door aangetaste bloedvaten worden
gevoed
- Typische tekenen/symptomen: bloedneuzen, verstopte neus en korstvorming van neusafschedingen en
ontsteking van uveale laag van het oog
- Schade aan hart, longen, nieren dodelijk
Afbeelding: Intermediate magnification micrograph of Granulomatosis with polyangiitis and ANCA-associated
granulomatous vasculitis. Lung biopsy. H&E stain.
Ziekte van Hamman-Rich
Acute interstitial pneumonitis
- Zeldzame, ernstige longziekte, gewoonlijk bij gezonde mensen aantreggen (geen oorzaak of remedie)
- Gecategoriseerd als interstiele longziekte en als vorm van acuut respiratoir distress syndroom ARDS
onderscheiden van chronische vormen van interstitiele pneumonie (zoals idiopathische longfibrose)
- Afbeelding: microfoto van diffuse alveolaire schade
Syndroom van Horner
- Oculosympathetische parese
- Combinatie van symptomen optreden wanneer groep zenuwen (sympatische stam) beschadigd is
- Tekenen/symptomen aan ipsilaterale zijde, laesie van sympatische romp
o Miose, gedeeltelijk ptosis, schijnbare anhydrose, met enopthalmus (ingezette oogbol)
- Zenuwen sympatische stam ontspringen uit RM in borstkas en stijgen op naar nek en gezicht (autonoom
zenuwstels, onvrijwillig)
- Herkennen van syndroom, medische beelvorming en reactie op bepaalde oogdruppels → locatie van
probleem, onderliggende oorzaak achterhalen
4