Inhoud
Module 1: Introductie bestuursrecht.....................................................................................................5
I. Wat houdt bestuursrecht in?...........................................................................................................5
II. Administratieve rechtshandeling: begrip, rechtskracht, kenmerken en voorrechten....................6
III. Het begrip “administratieve overheid”..........................................................................................9
Module 2: Bestuurlijke handhaving met administratieve sancties.......................................................11
I. Attribuut van bestuurlijke functie..................................................................................................11
II. Begrip en onderscheid met strafsancties......................................................................................11
III. Punitieve administratieve sancties: controle door de rechter met “volle rechtsmacht” en finale
geschillenbeslechting........................................................................................................................13
IV. Rechtsgevolgen van administratieve sancties (6)........................................................................14
V. Varianten van administratieve sancties........................................................................................14
VI. Procedure....................................................................................................................................15
Module 3: Het wettigheidsbeginsel in het bestuursrecht, toewijzing en delegatie van bevoegdheid..15
I. Wettigheidsbeginsel......................................................................................................................15
A. Betekenis: interne en externe wettigheid van de bestuurshandeling......................................15
B. Sancties bij overtreding van het wettigheidsbeginsel (omkering van het vermoeden van
wettigheid)....................................................................................................................................16
C. De sanctie van de vernietiging in het objectief contentieux (omkering van het vermoeden van
wettigheid)....................................................................................................................................16
II. Toewijzing en delegatie van bevoegdheid....................................................................................17
Module 4: Bronnen en beginselen van het bestuursrecht....................................................................18
I. Geschreven (normatieve) bronnen van bestuursrecht..................................................................18
A. De Grondwet, verdragen, wetten en reglementaire besluiten.................................................18
B. Enkele bijzondere aandachtspunten wat de reglementaire besluiten betreft..........................18
II. Bestuursrechtspraak en de (ongeschreven) ABBB........................................................................27
A. Inleiding/situering....................................................................................................................27
B. Ontstaan, belang en rol ABBB...................................................................................................28
C. Plaats in de normenhiërarchie..................................................................................................30
D. Geschreven en ongeschreven ARB/ABBB.................................................................................31
E. Categorieën van rechtsbeginselen............................................................................................31
F. Classificatie van rechtsbeginselen.............................................................................................32
G. Leer van de intrekking..............................................................................................................37
1
, H. Beginselen van behoorlijke burgerschap..................................................................................39
I. De gewoonte in het bestuursrecht ?..........................................................................................40
III. Motivering van de bestuurshandelingen.....................................................................................40
IV. Openbaarheid van bestuur..........................................................................................................45
Module 5: het bestuurlijk organisatierecht..........................................................................................50
I. Inleiding: de rechtspersoonlijkheid van de openbare dienst.........................................................50
A. Inleiding: de beheersvormen van de openbare dienst (centralisatie, decentralisatie en
uitbesteding)................................................................................................................................50
B. Publiekrechtelijke, privaatrechtelijke en hybride rechtspersonen...........................................51
C. De (organieke en functionele) openbare dienst: belang van begrip.........................................52
II. De beheersvormen van de openbare dienst.................................................................................54
A. Centralisatie.............................................................................................................................54
B. Decentralisatie..........................................................................................................................59
III. Functionele decentralisatie: soorten van gedecentraliseerde openbare diensten / instellingen 68
A. Varianten van functionele decentralisatie................................................................................68
B. Voorafgaande bevoegdheidsvraag wat de oprichting van een overheidsrechtspersoon betreft
......................................................................................................................................................69
C. De bij wijze van (publiekrechtelijke) stichting opgerichte dienstgewijze of functionele
openbare dienst/instelling behartigen een taak van algemeen belang/openbare dienst:...........72
D. De bij wijze van vereniging opgerichte functionele openbare instellingen (met oog op
behartigen van een taak van algemeen belang/openbare dienst: ) soorten²...............................74
E. De (bestuurlijke, financiële en parlementaire) controle op “gestroomlijnde” functioneel
gedecentraliseerde openbare diensten/organismen....................................................................76
Module 6: Beheersvormen openbare dienst – de uitbesteding...........................................................81
I. Het administratief contract: is de overheid bevoegd om te contracteren.....................................81
A. Onderzoeksvraag......................................................................................................................81
B. Overheersende leer: tweewegenleer – de overheid is bevoegd (basis 1123 BW)....................82
C. Doorkruisingsleer: beperkingen aan de mogelijkheid van de overheid om te contracteren....83
II. (Franse) leer van de administratieve contracten..........................................................................85
A. De gewone (overheids)contracten versus de administratieve overheidscontracten...............85
B. Oorsprong van leer administratieve contracten.......................................................................86
C. Toepassing van deze leer in België: verschillen met Frankrijk..................................................86
III. Administratieve contracten en exclusieve rechten......................................................................87
A. Wat van toepassing..................................................................................................................87
B. Het Unierecht kent 4 stelsels om contracten exclusieve en bijzondere rechten toe te wijzen.87
IV. Enkele administratieve contracten..............................................................................................88
A. Overheidsopdrachten en concessies: historiek en structuur van de regelgeving.....................89
2
, B. Algemene beginselen van de regeling inzake overheidsopdrachten........................................89
C. Toepassingsgebied Overheidsopdrachtenwet..........................................................................92
D. De plaatsing (en de plaatsingsprocedures) van overheidsopdrachten voor werken, leveringen
en diensten...................................................................................................................................95
V. Rechtsbescherming bij overheidsopdrachten (zeer belangrijk!)................................................103
Algemeen....................................................................................................................................103
A. Rechtsbescherming voor contractensluiting..........................................................................104
B. Rechtsbescherming NA contractsluiting.................................................................................105
VI. Concessies van werken en diensten..........................................................................................105
A. Evolutie van het regelgevend kader.......................................................................................106
B. Concessie van werken en diensten: terminologie en definitie...............................................106
C. Concessie van openbare dienst: onderscheid met andere rechtsfiguren...............................107
Module 7: Rechtspositie overheidspersoneel, Ambtenarenrecht, inclusief Tucht.............................108
I. Begrip “ambtenaar”: drie betekenissen.......................................................................................108
II. Rechtstoestand van de ambtenaar: contractueel of statutair?..................................................109
III. Mogelijkheid van contractuele tewerkstelling binnen overheidsdienst?...................................110
IV. Bevoegdheid om de rechtspositie cq. Het statuut van de ambtenaar te bepalen.....................112
A. Federale niveau......................................................................................................................112
B. Niveau van de gemeenschappen en de gewesten..................................................................113
C. Het APKB: inhoud, plaats en rol..............................................................................................114
V. Belang van onderscheid tussen statutair en contractueel dienstverband..................................116
VI. Toekomst van het ambtenarenstatuut......................................................................................118
VII. Het openbare ambt en de grondwettelijke vrijheden van de ambtenaar................................120
A. Algemeen...............................................................................................................................120
B. Eerbied voor de regelen van de dienst...................................................................................120
C. Openbaarheid van bestuur: van geheimhouding naar discretieplicht / spreekrecht..............121
D. Stakingsrecht, stakingsverbod en continuïteit van de dienstverlening (de problematiek van de
“minimale dienstverlening”).......................................................................................................121
VIII. De ambtelijke tuchtregeling....................................................................................................122
IX. Krachtlijnen van het ambtelijk statuut.......................................................................................129
A. Syndicaal statuut....................................................................................................................129
B. Het ambtelijk statuut in vogelvlucht.......................................................................................130
X. Taalwet bestuurszaken: taalkaders en taalrollen.......................................................................134
Module 8A: Bestuurlijk goederenrecht...............................................................................................136
I. Ratio van het administratief goederenrecht................................................................................136
II. Toepassingsgebied van het domeingoederenrecht....................................................................137
3
, III. De begrippen “openbaar domein” en “privaat domein”...........................................................137
A. Inleiding..................................................................................................................................137
B. Het Nieuw Burgerlijk Wetboek...............................................................................................138
C. Begrippen “openbaar domein” en “privaat domein” in rechtspraak en rechtsleer................139
C. Affectatie en desaffectatie......................................................................................................140
IV. Statuut openbaar domein: Beginselen noodzakelijk voor een betere bescherming.................141
V. Precaire gebruiksrechten: collectieve en privatieve ingebruikneming van goederen van het
openbaar domein...........................................................................................................................143
VI. Rechtsregelen betreffende het privaat overheidsdomein.........................................................146
Module 8B: Bestuurlijk goederenrecht...............................................................................................147
I. De publiekrechtelijke beperkingen van het eigendomsrecht......................................................147
A. Algemeen...............................................................................................................................147
B. Vooraf.....................................................................................................................................147
C. 6 methoden van de overheid om zich met onze eigendom te bemoeien...............................148
II. Onteigening................................................................................................................................148
A. Onteigening en eigendomsbeperkingen: een kwestie van gradaties.....................................148
B. De formele onteigening: Bijzonder Grondwettelijk kader......................................................150
C. Bevoegdheidsverdeling inzake onteigening............................................................................150
D. Grondwettelijke waarborgen bij onteigening.........................................................................151
E. Vlaams onteigeningsdecreet: de bestuurlijke fase.................................................................152
III. Opeising.....................................................................................................................................154
III. Erfdienstbaarheden ten algemene nutte (EAN)........................................................................156
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lydiabondarenko. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €13,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.