Bijzonder jeugdrecht
Inleidingsles met casussen als voorbeeld
Sociaal werk nu:
• Beschermen en straffen
• Gevoelig, beladen en emotioneel thema
• Een soort potgrond, geboorte van social werk in België
• Veel vragen over mensen geconfronteerd met andere ‘denkwijzen’ logica’s
• Sociaal werk is geen strafrecht, geen jeugdbescherming maar werk in dat gebied.
• Zorgt voor spanningen
• Bijkomend problem: kan elke dag veranderen
Tussen vorming en structuur
• Dansen op een slappe koort
• Stapstenen
• Van gedachten wisselen
• Dit is niet links of rechts, wel geëngageerd vanuit social werk
• Er is een schriftelijk examen
Sociaal werk in de wereld van het SR
jBR is daar een deel van
• Justitie, strafrecht en Jeugdrecht: over de terminologie
• Sociaal Werk en SR/JR; inhoudelijke afbakening
• Sociaal werk discours en rollen in SR en JBR aan de hand van o.a. Mark Philp: een eenvoudige
formule voor moeilijk sociaal werk; Chris Beckett over rollen en rolcombinaties en Karen
Healy met sociaal werkers in context.
• Over theorie en praktijk
De term justitie dekt veel ladingen
- Fod justitie
- Kennisplein jeugdrecht
Sociaal werk en SR/JBR
• Sociaal werkers spreken geen recht
• Ze straffen ook niet
• Ze komen wel in contact met :
• Mensen die in het spinnenweb verzield geraakt zijn, direct of indirect
• Zelf verstrikt geraken in het web
• comite de Vigilence en travail social
• deze zaak uit 2004
Hoe die relatie bespreken?
- Via discoursbespreking
- Via rollen
- Via studie van de regels van het spel
DIscours en creatie van subjecten
De 18 jarige jongere (A) die een misdrijf (B) pleegt, die bovendien betrapt wordt en voor de rechtbank
komt wordt juridisch gezien worden als een B(a). Dit betekent dat deze in eerste instantie als een
,wetsovertreder gezien zal worden en vervolgens, in mindere mate als een individu of persoon. Als de
inbreuk eerder marginaal is zal de sociaal werker misschien wel in staat zijn een rapport voor de
procureur de presenteren die dan B(a) in A(b) transformeert. Dat betekent dat hij een beeld van het
subject A schetst waarbij de wetsovertreding(b) als relatief onbelangrijk gezien wordt in vergelijking
met het karakter van A. Als de inbreuk echter ernstiger is, zal de sociaal werker vermoedelijk
gedwongen zijn te adviseren dat de persoon onder toezicht gesteld zal worden waarbij ofwel, in de
loop van de tijd en bij het niet recidiveren of te hervallen in B, of door veranderingen in de beleving
van de betekenisvolle anderen in het leven van het kind (de ouders, zijn onderwijzers, etc…) de B-
status langzaam kan wegdeemsteren om vervolgens terug als A geaccepteerd te worden. Door
gebruik te maken van verschillende vormen van ‘behandelingen’ is de sociaal werker in de
mogelijkheid een ‘wetenschappelijk’ of objectief beeld van het veranderingsproces in de cliënt tegen
de andere discours in te brengen - in essentie dienen deze ‘explicaties’ of ‘verantwoordingen’ enkel en
alleen maar om de status de cliënt van B(a) naar A(b) te brengen.
B(a) A(b)
Vanuit Rollen bekeken
Advocacy Roles:
direct or
indirect
Direct Change agents:
counselor/therapist,
mediator,
educator,
catalysator
Executive roles:
almoner,
Care manager,
Responsibility holder,
control agent,
Co Ordinator,
Service developer…
Het gevreesde woord ‘THEORIE’
De praktijk, het leven zoals het zich afspeelt is oneindig veel complexer dan een vereenvoudigde
voorstelling van de gang van zaken. Wees blij dat er iets als theorie is.
2. To the Point: SOCIAAL WERK IN DE WERELD VAN HET STRAFRECHT
Algemene inleiding
1. Justitie, strafrecht en Jeugdrecht: over de terminologie
2. Sociaal Werk en SR/JR; inhoudelijke afbakening
3. Sociaal werk discours en rollen in SR en JBR aan de hand van o.a. Mark Philp: een eenvoudige
formule voor moeilijk sociaal werk; Chris Beckett over rollen en rolcombinaties en Karen Healy
met sociaal werkers in context.
4. Over theorie en praktijk
1. De term justitie dekt veel ladingen
,Je kent de term ‘Justitie’ van ‘Social Justice’ uit de cursus Ethiek en uit Global Definition of Social
Work. Misschien ook als een van de ‘domeinen’ uit de 2 de schijf. Een Nederlandse Encyclopedie geeft
12 verschillende definities van justitie, onduidelijkheid troef dus. Het lijkt op een manier ook
studenten aan te trekken terwijl het allesbehalve een aantrekkelijke wereld is.
Een manier om zicht te krijgen op de betekenis van ‘Justitie’ is een blik werpen op ‘de bevoegdheid’
van Federale Minister van Justitie via FOD Justitie. We zien onmiddellijk dat dit een bijna oeverloze
zaak is. Wij beperken ons tot een heel klein deeltje van de bevoegdheid van het ministerie van
Justitie: ‘Strafrecht’, en dan is dit nog beperkt tot uitvoerende macht. De Wetten zelf (en later wat
decreten) worden door het parlement gestemd, de wetgevende macht. 1 De rechters en
aanverwanten zelf, zijn ‘rechterlijke macht’ en staan los van het ministerie van justitie. Over het
algemeen hecht men (soms) veel belang aan de scheiding der machten, maar… dit is gekend materie.
Verder lijkt het of dit allemaal federale materie is en voor een groot deel is dat ook nog zo.
Niettemin… er zijn mensen en misschien partijen die geloven dat een goed Vlaams Gerecht of zelfs
Vlaams Strafrecht2 een goed zaak zou zijn. Ondertussen heeft o.a. voor wat het ‘welzijn’ van
justitie-’cliënteel’ betreft, ook de Vlaamse Gemeenschap wat verantwoordelijkheid en bevoegdheid
naar zich toegetrokken (of geschoven gekregen) 3, ook al lijkt het ons daar momenteel relatief stil, er
is een Vlaamse Minister van Justitie en Handhaving, Zuhal Demir en in stilte gebeurt daar wel wat.
Soms ook met veel lawaai.
Voorlopig stellen we dat Justitie zeer veel is en we beperken on tot Strafrecht, wat voor ons vooral te
maken zal hebben met ‘Misdrijven en de Straffen of maatschappelijke reacties en de wijze waarop de
samenleving/overheid daar ‘formeel’ mee omgaat. Wat het bijzonder Jeugdrecht aangaat is dit een
klein wetje uit het grote boek maar niettemin is de zaak daar nog iets complexer.
De term Jeugdrecht
Als we naar de webstek Jeugdrecht kijken zien we een scala van thema’s, die vermoedelijk onmisbaar
zijn voor elke sociaal werker die met ‘jeugdigen’ in contact komt. We beperken ons tot dat stuk van
het Jeugdrecht dat bekend staat onder de verouderde term ‘Jeugdbescherming’ of bijzondere
jeugdzorg of bijstand’ (het is een OLOD met veel verschillende concepten). Om redenen die later
besproken zullen worden zag men 100 jaar terug een groep ‘kinderen in gevaar’ (Child at risk) en
bovendien wou men die uit het strafrecht weren. 4 Laat ons stellen dat dit tot op vandaag nog niet
gelukt is. Gezien de justitiële ondertoon van dit keuzevak richten we ons vooral op die aspecten van
‘Jeugdbescherming’ waar de ‘rechterlijke’ macht tussenkomt en vooral de genese of heropduiken van
het jeugddelinquentierecht. Er zijn massa’s aanverwante sectoren en we komen in de buurt van de
1
Om het eenvoudig te houden bespreken we hier niet de lokale politieverordeningen, SR dat door gemeenschappen en
gewesten uitgevaardigd wordt. Het gaat hier vooral over Algemeen strafrecht en is massa bijzonder strafrecht. (Zie art.
100SW)
2
De discussie is oud maar zo heeft bijvoorbeeld Renaat Landuyt indertijd (2004) een pleidooi gehouden voor een ‘eigen
Vlaams gerechtelijk systeem’ met bijvoorbeeld een bespreking van een Vlaams Parket, Vlaamse Rechtbanken enz… maar
ondertussen hebben we een Vlaamse Minister van Justitie die haar bevoegdheden poogt uit te breiden… , niet eenvoudig in
dit complex land en in de context van grensoverschrijdende criminaliteit.
3
Een oud voorbeeld was de afschaffing van wet op de beteugeling van de Landloperij. (1993). Van 1866 tot 1993 was
het in België namelijk strafbaar om te bedelen en op straat te leven. Wie geen geld op zak had om een brood te kunnen
kopen, werd gedwongen naar een instelling gestuurd. Na de afschaffing en decriminalisering van dit ‘gedrag’ of
‘bestaanswijze’ werd de term thuisloosheid, dakloosheid enz… gebruikt, een andere definitie van dezelfde situatie en
bevoegdheid van welzijn. Niet iedereen is even enthousiast over de effecten. In elk geval was het onhoudbaar om armoede als
misdrijf te omschrijven. De vraag stelt zich opnieuw in een andere context als het over asielzoekers, vluchtelingen, sans
papiers gaat, eiugenlijk ook letterlij landlopers.
4
Althans sommigen toch. Er zijn bij aanvang, in de loop van de ontwikkeling van de kinder- en jeugdbescherming en de
recente evoluties steeds mensen te vinden die lastig hebben met die gevrijwaarde positie en het is niet vreemd pleidooien
voor verlaging van strtafrechterlijke meerderjarigheid te vinden. Pleidooien voor een ‘jeugdstrafrecht te lezen en
uiteindelijk harde discussies en meningsverschillen in het compromis ‘uit handen geving’ te zien.
, ‘jeugdhulp (integraal of via de massa ‘patches’ als 1G1P, NAFT, en wat er ter reparatie nog uit de bus
zal vallen), gerechtelijke jeugdhulp, jeugdbescherming, jeugdhulpverlening, jeugdwelzijnswerk,
jeugdhulp en recent het jeugddelinquentierecht. Gezien dit een keuzevak ‘recht’ is, trekken we
vooral die kaart.5
Meester Geert Decock, auteur van het handboek zal dit ‘Bijzonder jeugdrecht’ noemen. Die woorden
overlappen elkaar en dekken juridisch technisch gezien niet dezelfde lading. We bespreken dus
vooral het ‘jeugddelinquentierecht’ en de momenten in andere situaties waar justitiële actoren
tussen komen. Het is een keuzeolod Recht en niet organisatie welzijnswerk of zoiets.
In JR gaan we vooral in op de soms wat vreemde positie van Minderjarigen en kinderen in deze
duistere wereld. Het is complexe materie. Er zijn nog Federale wetten, erfenissen van de oude wet
van 1912, de wet op de Jeugdbescherming van 1965 die ondertussen in een bijzonder complex de-
federalisering terechtgekomen is en termen als ‘Integrale Jeugdhulp’ en ‘Jeugddelinquentie’ vormen
daar de twee uitersten van, waar termen als straffen, sancties, maatregelen, bemiddelingen, herstel,
vaderlijke brieven, opgelegde cursussen ‘om ‘neen’ te leren zeggen’, enkelbanden of elektronisch
toezicht en de kinderen op straat 6 maar uiteindelijk ook een stervende jongere 7 in een tent in de
Gentse Blaarmeersen waarna al die sectoren en regelgeving naar elkaar begint te wijzen.
In tijden waar dekolonisering zeer langzaam het sociaal werk discours binnensluipt , nemen we ook
de vrijheid om een les te sprenderen aan jeugdbescherming en jeugddelinquentie in de voormalige
kolonies van België/
Gezien het omgaan met verontrustende situaties (VOS) en gedragingen die tot voor kort genoemde
als misdrijf omschreven (MOF) of vandaag ‘het jeugddelict’ hun oorsprong in het strafrecht vinden,
moeten wij in de eerste sessies toch een ‘lepel’ strafrecht en strafprocesrecht geven. We moeten ook
de acteurs (de spelers) kennen en er zijn er wel een aantal aantal actoren uit het strafprocesrecht
(vb. de Jeugdrechter is een rechter, de procureur des Konings, het parket, de politie, advocaten en
jeugdadvocaten soms onderzoeksrechters) zich ook in met jeugdzaken of zaken waar jeugd in
betrokken is. We gaan ook in op een aantal rechten die jongeren hebben met het Decreet
Rechtpositie Minderjarigen en Kinderrechten.
Wat jeugdhulpverlening betreft, komt dit slechts marginaal aan bod. Jeugdhulpverlening krijg je niet
in een OLOD van 3 stp uitgelegd en valt eigenlijk niet onder het (straf)recht. Het blijven uiteraard
constructies. Zie inhoudstafel Handboek jeugdhulpverlening 1 en Handboek Jeugdhulpverlening 2.
Het ‘justitiële in die zaken komt maar marginaal aan bod. Dit laatste zit al sterk in de buurt van de IJH
en ook daar bestaan gespecialiseerde werken over. vb. Handboek integrale jeugdhulp
2. Sociaal Werk en ‘Strafrecht’/’Jeugdbescherming’.
Sociaal werkers zijn geen ‘juristen’, bovendien ‘spreken’ ze geen recht, ze leggen geen straffen op en
ze voeren ze ook niet uit. 8 Een ‘niet veroordelende houding’ is volgens veel boeken sociaal werk een
5
Grote delen van dat veld of domein vallen onder het departement Welzijn. Zie later nog de wat rare verdeling tussen het
Vlaams ministerie van Welzijn en de Vlaamse minister van Justitie o.a. verantwoordelijk voor Jeugddelinquentie maar
financieel afhankelijk van Welzijn voor die materie. Voorwaar een raar huwelijk.
6
Zie het project Onzichtbare Kinderen van de Kinderrechtencoalitie en Kinderen op straat. Recent kwam dit thema nog
onder de aandacht met als titel 1/3 daklozen is minderjarig. Met de suggestie ‘tent’ verwijzen we naar de tragische zaak
Jordy, zie “Het tragische levenseinde van instellingskind Jordy” een aantal jaren terug.
7
https://www.hln.be/in-de-buurt/ik-vrees-dat-ik-ook-een-jordy-ben~a80d2cdc/
8
In theorie is dit duidelijk, Niettemin zullen we in de loop van de cursus regelmatig zien dat sociaal werkers wel zeer
betrokken zijn bij de strafuitvoering vanuit bijvoorbeeld de PSD: de Psychosociale Dienst. In elke gevangenis is een PSD, een