Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Korte samenvatting - verdiepend strafrecht €10,49   Ajouter au panier

Resume

Korte samenvatting - verdiepend strafrecht

 35 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Aangezien de stof van verdiepend strafrecht zeer omvangrijk is, zowel qua literatuur (artikelen), jurisprudentie, hoorcolleges als werkcolleges, heb ik een verkorte versie van mijn samenvatting gemaakt. Dit kan je gebruiken als leidraad om uit je hoofd te leren. Ik heb een 8,5 voor dit vak gehaald.

Aperçu 3 sur 15  pages

  • 19 décembre 2023
  • 15
  • 2022/2023
  • Resume
avatar-seller
Korte samenvatting
Week 1

Formele versus de facto (de)criminalisering

Dit gaat over de formele, dus de wettelijke criminalisering. Criminologen hebben het over de
sociale constructie van criminaliteit. Criminaliteit berust op door mensen gemaakte afspraken en
ontstaat niet van nature. Wat criminaliteit is, hangt af van hoe de samenleving erop reageert en
degene die het regeert en van degene die het definieert. Criminalisering is proces waarin
gedragingen als ‘strafbaar’ worden geëtiketteerd en aldus als een strafrechtelijk probleem wordt
gezien. Of een gedraging als crimineel gezien of juist wordt gedecriminaliseerd, hangt af van de
politieke, culturele en maatschappelijke ontwikkelingen.

Formele versus de facto (de)criminalisering

Dit gaat over feitelijke, de facto criminalisering. Sommige wetten bestaan maar worden haast niet
gehandhaafd. Het delict kan dan uit de wet worden geschrapt.

Van der Poel onderscheidt wets- en rechtsdelicten:

Rechtsdelicten  Kunnen alleen strafrechtelijk worden gehandhaafd. Het zijn gedragingen
waarvan eenieder de onrechtmatigheid beseft, het gaat terug tot het natuurrecht. Wetsdelicten 
Kunnen bestuursrechtelijk worden gehandhaafd. Gedragingen die pas onrechtmatig worden
bevonden indien ze strafbaar worden gesteld.

Verhouding strafrecht en bestuursrecht

Strafrecht wordt gezien als ultimum remedium. Het strafrecht is zeer ingrijpend en wordt aldus
gezien als een ultimum remedium. Aan de andere kant heeft het strafrecht heel veel waarborgen.
Er is een hoge mate van rechtsbescherming.

- Moreel verwerpelijke gedragingen worden via het strafrecht afgedaan. Andere
handelingen via het (straffend) bestuursrecht.
- Het OM, politie en bestuursorganen mogen nu zelf ook straf opleggen via
strafbeschikking.
- Binnen het bestuursrecht ook steeds vaker een punitieve sancties zoals een boete. Het
gaat dan dus om sancties die leedtoevoeging beogen en geen herstel, hetgeen het
bestuursrecht in beginsel voor is bedoeld.
- Het is niet de bedoeling om de rechtsbescherming van het strafrecht via het
bestuursrecht te omzeilen als de aard en de norm van de sanctie een bestraffende
sanctie met zich meebrengen. In dat geval is er sprake van een criminal charge en is
artikel 6 EVRM van toepassing. Je hebt dan recht op de rechten zoals legaliteitsbeginsel,
geen straf zonder schuld, nemo tenetur, equality of arms, etc.
- Strafrecht is een uitgebreid strafproces waarin je je verdedigingsrechten kunt uitoefenen.
In bestuursrecht is het bestuur die een sanctie oplegt en daarna moet in bezwaar bij de
rechter.
- De rechter in het strafproces toetst veel meer indringend dan de bestuursrechter. Bij de
bestuursrechter is het minder ambtshalve, minder aan materiele waarheidsvinding (kan
het besluit standhouden) en regels over onrechtmatig verkregen bewijs en motivering.
Ook heeft het strafrecht heeft in beginsel schorsende werking. Pas tenuitvoerlegging bij
onherroepelijk vonnis.

Verhouding straf- en privaatrecht

Voordeel strafrecht ten opzichte van civiel recht is dat er allemaal dwangmiddelen zijn vanuit de
staat om mensen op te sporen. Het strafrecht is op zijn plek op het moment dat het de

,samenleving aangaat als geheel dat er tegen dergelijk gedrag wordt opgetreden (denk aan
voorbeeld wraakporno en strafbaarstelling ervan).

Los van praktische redenen kan gedrag soms zo ernstig zijn dat het strafrecht aangewezen is.
Het gaat ons dan als samenleving geheel aan. Er zijn ook andere mogelijkheden, denk aan
zelfregulering, tuchtrecht.

Schadebeginsel (John Steward Mill)

- Het schadebeginsel stelt dat gedrag strafbaar moet zijn, of potentieel schadelijk om het
strafbaar te stellen
- Criteria zijn er om te beoordelen of strafbaarstelling op zijn plaats is.
- Je moet iets weten over het gedrag en de context waarin het plaatsvindt voor de vraag of
strafrecht juiste middel is en onder welke condities het effectief is
- Strafdoelen zoals generale preventie
- Regel moet noodzakelijk zijn en er moet gekeken worden naar zelfregulerend vermogen
van de maatschappij
- Criteria voor strafbaarstelling gaan uit van een rationele afweging van de wetgever
- Politiek aspect  media-aandacht maakt vaak dat er aandacht voor een bepaald gedrag
komt
- Soms hangt het ook van toeval af wat er in de strafwet komt, namelijk van politieke
plannen die met het wetsvoorstel zelf niks te maken. Er is een politieke rationaliteit die
tegen de juridische rationaliteit kan ingaan, de zogenaamde ‘waan van de dag’ die
soms sterker is en soms wegebt.



Week 2

Positieve verplichtingen  internationale verdragen stellen het verplicht om bepaald gedrag
strafbaar te stellen

- Wetgever: strafbaarstelling (ook op bestanddeelniveau)
- OM & politie: effectief onderzoek en soms ook vervolging
- Rechter: interpretatie bestanddelen (analogieverbod, extensief interpreteren)

Kritiek op idee positieve verplichtingen  Oratie Van Kempen: Het is een positieve verplichting
om het strafrecht te gebruiken en om actief op te treden, maar het strafrecht zelf maakt inbreuk
op mensenrechten zoals je privéleven of recht op vrijheid. Van Kempen vond dit paradoxaal dat
in het EVRM vrijheidsrechten van de burger tegen de overheid staan en de overheid wordt op
basis daarvan verplicht om het strafrecht als zwaar middel in te zetten tegen de burgers. Kiezen
voor strafrecht is rechtspolitieke keuze. Ultimum remedium.
Het klassieke legaliteitsbeginsel houdt in dat de wetgever algemene regels opstelt (zie ook het
wetsbegrip), die vervolgens op syllogistische wijze door de rechter worden toegepast. De
traditionele leer van de scheiding der machten brengt mee dat beide staatsmachten een geheel
verschillende functie hebben. De rechter mag strafwetten nauwelijks interpreteren, laat staan
naar analogie toepassen. Via wederzijdse beïnvloeding kan dan geen sprake zijn. De rechter
meot de wet toepassen en niet doen aan rechtsvorming omdat de maatschappij daarom zou
vragen.

Legaliteitsbeginsel uit artikel 7 EVRM is iets anders dan het klassieke legaliteitsbeginsel. Dit
artikel heeft een ruimere strekking en betekenis. Vier grondnormen:

Twee aan wetgever:

1. Wetgever: strafbaarstelling (ook op bestanddeelniveau)

, 2. Bestimmtheitsgebod (lex cetra beginsel)  bepaalbaarheidsvereist. Er moet een
specificatie van de verboden gedraging in de wettelijke bepaling zijn.
3. Verbod van terugwerkende kracht

Twee aan de rechter

4. Analogieverbod: strafbepalingen mogen soms extensief worden uitgelegd. Hierbij wordt
een ruimere betekenis toegekend aan de woorden die zijn opgenomen in de wet. Bij
analogie valt het niet meer onder de strafbepaling, maar het lijkt er wel op, waardoor het
naar analogie wordt bepaald. Dit mag niet
5. Geen strafbaarheid o.g.v. gewoonterecht



Negatieve verplichtingen  internationale verdragen beperken en stellen grenzen aan de
Nederlandse wetgever om bepaald gedrag strafbaar te stellen of aan de mogelijkheden voor de
rechter om bepaald gedrag onder een strafbaarstelling te scharen

- Art. 8, 9, 10 en 11 EVRM  negatieve verplichtingen

Artikel 9 EVRM:

1. Is er een inbreuk op het recht o[p vrijheid van gedachte, geweten of godsdienst? (lid 1)
2. Volgens lid 2 zijn inbreuken slechts toegestaan op de vrijheid van een godsdienst te
belijden of een overtuiging tot uiting te brengen. De inbreuk moet zijn voldaan aan de
volgende criteria:
a. Bij wet voorzien?
b. Legitiem doel (bijv. openbare orde, rechten van anderen)?
c. Noodzakelijk in een democratische samenleving?
i. Pressing social need
ii. Proportionaliteit

EHRM 31 juli 2000, appl.no. 35765/97 (A.D.T. t. Verenigd Koninkrijk)  In het VK werd er
wetgeving gemaakt tegen homo’s. In beginsel was het voor homo’s verboden om in het
publiek affectie aan elkaar te vertonen. Later werd er ook een wetgemaakt die het verbood om
privé verrichte gedragingen strafbaar te stellen. 5 mannen hebben een procedure gestart bij het
EHRM. EHRM heeft getoetst of er sprake was van een schending van art 8 EVRM:

1. Sprake van een inbreuk
2. Is de inbreuk bij wet voorzien
3. Streeft het een legitiem doel na
4. Is het noodzakelijk in een democratische samenleving

EHRM oordeelde dat er een minimale margin of appreciation op dit vlak is zeker gezien het feit
dat de wetgeving zich uit in de privésfeer van een ander. Dergelijke wetgeving leidt tot een
chilling effect



EHRM positieve verplichting tot strafbaarstelling\

De EU verplicht lidstaten soms tot harmonisatie van straf- en strafprocesrecht. Ze maken
minimumnormen voor delicten die in het strafrecht moeten worden opgenomen. EU recht moet
dan geïmplementeerd worden in Nederland. Er worden hiervoor richtlijnen gebruikt zoals bedoeld
in art. 288 VWEU. Dit is verbindend ten aanzien van het te bereiken resultaat. Wel wordt aan de
lidstaten een margin of appreciation geboden.

t.a.v. specifiek genoemde gebieden (artt. 83 lid 1 en 325 lid 4 VWEU)  Zware delicten met
grensoverschrijdende dimensie. Terrorisme – mensenhandel – seksuele uitbuiting van vrouwen

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur LisannedeGraaf. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

76799 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€10,49
  • (0)
  Ajouter