Dit is een volledige samenvatting van het vak medisch-technisch en communicatieve vaardigheden master 1 klinisch wetenschappelijk onderzoek. Dit document bevat een samenvatting van alle onderdelen dus ECG, cardiale echo, evenwicht, invasieve functie en slaaponderzoek. Deze samenvatting bevat alle i...
ECG
Een ECG is een meting van elektrische activiteit van het hart die vaak gebruikt wordt als diagnostiek.
Het is essentieel voor de diagnostiek van aritmieën en ook bruikbaar voor cardiale abnormaliteiten te
diagnosticeren, zoals ischemie, myocarditis en metabole veranderingen.
Impuls en geleidingssysteem
De prikkel wordt gegenereerd in de SA-knoop (in
rechteratrium) en wordt doorgegeven naar de AV-knoop. De
functie van de AV-knoop is het vertragen van het signaal (een
delay geven). De depolarisatie gaat vanuit de SA-knoop
uitbreiden en dan volgt een mechanische contractie, wat een
bepaalde tijd nodig heeft. De delay zorgt er dus voor dat er tijd
gegeven wordt die de atriale contractie nodig heeft. De prikkel
geleidt zich dan verder voort naar de bundel van His en splitst
in een rechter en linker bundel. Deze bundels depolariseren de ventrikels =ventriculaire contractie.
ECG
Het ECG heeft bepaalde elementen die waarneembaar zijn:
• P-top: atriale depolarisatie
• Vlakke lijn: de pauze op het niveau van de atria, er is geen elektrische activiteit
• QRS-complex: ventriculaire depolarisatie (+ repolarisatie van atria zit hierin verborgen)
• Vlakke lijn: tijdsvenster dat nodig is voor de ventriculaire depolarisatie
• T-top: dit is de repolarisatie (van vooral de ventrikels)
• U-top: deze is niet altijd waarneembaar en is een kleine positieve top
Door de aanwezigheid van de verschillende elementen kunnen er verschillende segmenten en
intervallen waargenomen worden. P-R segment is een heel belangrijke segment (zien we verder ook
bij de verschillende hartaandoeningen), maar ook het Q-T interval is belangrijk. Dit Q-T interval wordt
gebruikt voor de monitoring van cardiale toxiciteit bij de ontwikkeling van een medicijn.
,Perifere elektroden
In elk ECG ga je de 6 verticale vlak elektroden tegenkomen met de namen erbij: 1, 2, 3, aVF, aVR en
aVL. Dit geeft informatie over hoe het front zich uitbreid in het verticale vlak. → deze afleidingen
worden gevormd door 4 elektroden te plaatsen, namelijk linkerarm, rechterarm, voet van het
linkerbeen en neutraal op het rechterbeen
Doordat de elektroden op een verschillende plaats worden aangebracht zal de registratie er ook wat
anders uitzien. Als je kijkt naar de 2de foto dan zal de elektrode recht het depolarisatiefront helemaal
op zich afkomen, waardoor je een + registratie hebt. De elektrode links ziet het depolarisatiefront
helemaal van zich weggaan dus er is een volledig – reflectie. De middelste ziet eerst het
depolarisatiefront toekomen en daarna van zich weggaan dus vandaar eerst + en daarna -.
Precordiale elektroden (betekent ‘voor het hart’)
Dit zijn 6 elektroden die op de borstkas geplaatst worden en waar ook 6
afleidingen vandaan komen: V1, V2, V3, V4, V5, V6.
Ook hier zal het QRS-complex er anders uitzien omdat de elektroden op een
andere plaats geplakt worden.
→ in totaal zijn er dus altijd 12 registraties: 6 horizontaal en 6 verticaal (3D
weergave)
Normale ECG
Op deze afbeelding zijn de verticale (linkerkant) en horizontale
(rechterkant) afleidingen weergegeven. Het is belangrijk om
naar een aantal zaken te kijken voordat we het ECG zelf gaan
analyseren.
• De loopsnelheid moet altijd weergegeven zijn. Dit is 25mm/sec dus wanneer dit anders is kan
het ECG niet afgelezen worden.
• Ook moet er een ijklijn aanwezig zijn. Dit zijn de blokjes helemaal aan de linkerkant
• Daarnaast moeten ook alle 6 afleidingen aanwezig zijn op het ECG
Pas als deze 3 dingen aanwezig en in orde zijn mag er iets gezegd worden over het ECG.
,Hartfrequentie
Ook kan de hartfrequentie van een ECG bepaald worden. Dit doen
we door 300/aantal grote blokjes tussen QRS-complex. Vb: op de
foto bij ‘normaal ECG’ zitten 5 grote blokjes tussen 2 QRS-
complexen: 300/5=60 en dit is een normale hartfrequentie.
Atriale en ventriculaire hypertrofie
Hypertrofie is het dikker worden van de spierwand van atrium of ventrikel (door vb: een hoge
bloeddruk). Dit is een heel eenvoudige pathologie.
Atriale hypertrofie
Het rechterbeeld is het meest klassieke beeld en heeft een
zéér opvallende P-top. Het linkerbeeld is iets minder
frequent en hierbij wordt de P-top uitgesmeerd in de tijd.
Tijdsduur neemt toe en je herkent 2 componenten: het 1ste
component is rechter atrium en 2de component is linker
atrium.
Linker ventriculaire hypertrofie
Dit kan optreden door o.a. hypertensie of aortaklepstenose en hier is een hogere amplitude van het
QRS-complex waar te nemen.
Conduction disturbances
Dit zijn geleidingsstoornissen van het hart en komen relatief veel voor. Het komt relatief veel voor
omdat het geleidingsweefsel meer fibreus wordt naarmate de leeftijd toeneemt, waardoor er
haperingen kunnen optreden. Ook kan het voorkomen wanneer er kransslagaderproblemen zijn en
dus perfusieproblemen optreden.
De verschillende soorten geleidingsstoornissen worden hieronder besproken: belangrijk om ze
allemaal te kunnen herkennen en uitleggen.
1ste graad AV-blok
Bovenaan is de P-golf niet zo heel duidelijk te zien, maar
onderaan wel. Wanneer in 1 van de 12 afleidingen de P-golf te
zien is, is het in orde (dus het moet niet op elke lijn zichtbaar
zijn). De afwijking die wel te zien is:
• Er is een lange pauze tussen de P-top en QRS-complex. Dit kan erop wijzen dat de AV-knoop
langer een pauze houdt en er dus iets mis is met de AV-knoop.
2de graad AV-blok Wenckeback (Mobitz I)
Het interval tussen de P-top en het QRS-complex is verschillend, deze wordt telkens langer. Dit wil
zeggen dat het depolarisatiefront dat ontstaat telkens meer en meer
vertraagd wordt= progressieve vertraging. De cirkel op de foto is een
stukje T-top en geen QRS-complex.
, 2de graad AV-blok Mobitz II (2/1)
De P-top wordt gevolgd door QRS-complex, dan is er een P-top zonder
QRS-complex en dit wisselt elkaar heel de tijd af. ½ van de P-toppen
wordt dus niet gevolgd dor een QRS-complex.
De hartfrequentie in deze foto: 300/8=35-40slagen/minuut en dit is
bradycardie.
3de graad AV-blok
Er is een P-top zonder QRS-complex, daarna een P-top met QRS-complex, dan is er weer een zonder,
dan terug een zonder en daarna weer een met een QRS-
complex (maar met meer tijdsinterval). Er is dus geen
mathematisch verband tussen de P-top en het QRS-complex.
Bij een 3de graad AV-blok is er geen geleiding meer mogelijk
doorheen de AV-knoop, maar waarom zijn er dan toch een aantal QRS-complexen waar te nemen?
Op verschillende plaatsen in het ventrikel zitten noodstations die toch een hartritme kunnen
uitlokken wanneer het depolarisatiefront niet meer door de AV-knoop gaat. Alle reservestations
vuren hun depolarisatie af aan een heel trage frequentie (er zitten hier 8 blokjes tussen de QRS-
complexen).
Bundeltakblok
Dit kan optreden wanneer een verwijdingsprobleem optreedt
in 1 van de eindbundels= bundeltakblok. Dit is op zich niet
heel erg want we hebben 2 eindbundel dus wanneer de
linker geen prikkel meer kan geleiden, kan de rechter dit nog
wel en die kan ook het linkerhart gaan bevloeien, maar dit
duurt langer. Een bundeltakblok kan zowel aan de rechter als
linker kant voorkomen en ook dit kunnen we zien op een ECG. Op een ECG is ‘de mijter van
sinterklaas’ te zien in ofwel V1/V2 ofwel V5/V6. Wanneer deze te zien is in V1/V2 dan gaat het over
de rechterbundeltak en wanneer deze te zien is in V5/V6 dan gaat het over de linkerbundeltak.
Op deze foto zie je de mijter van sinterklaas op V1/V2 dus het gaat over een rechterbundeltakblok
→ 2 dingen gebeuren: verlengen QRS-complex en mijter van sinterklaas die zichtbaar is.
Wolff-parkinson-white-syndrome
De vorige geleidingsstoornissen hebben een defect in het
geleidingsweefsel, waardoor de depolarisatie niet doorgegeven kan
worden. Deze geleidingsstoornis is aangeboren en berust op de
aanwezigheid van een accessoire bundel= een snelle route rond de
AV-knoop. De AV-knoop heeft normaal een vertraging, maar door de
aanwezigheid van de extra bundel zal de depolarisatie sneller door de AV-knoop gaan.
Op het ECG zal een extra golf te zien zijn, namelijk de delta golf. Ook zal de patiënt lijden aan
tachycardie dus deze diagnose is wel relevant. Via een katheter via de lies kan de accessoire bundel
doorgebrand worden en wanneer dit succesvol verloopt verdwijnt de delta golf en zal het QRS-
complex herstellen. Opgelet: de accessoire bundel zit dicht tegen de AV-knoop dus wanneer tijdens
het doorbranden de AV-knoop beschadigd wordt, zal er een AV-blok ontstaan en heeft de patiënt de
rest van zijn leven een pacemaker.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur BMWJV. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.