Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Nederlands: spreken & luisteren €8,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Nederlands: spreken & luisteren

 23 vues  0 fois vendu

In deze samenvatting vindt je alle onderdelen die je moet kennen voor het examen Nederlands spreken en luisteren.

Aperçu 4 sur 38  pages

  • 20 décembre 2023
  • 38
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (1)
avatar-seller
lottevenken
Nederlands - spreken en luisteren
Doelstellingen
Rol coach:
 Gebruikt de ET en het leerplan.
 Formuleert doelen talig correct, concreet en volgens de geziene vakdidactiek.
 Selecteert, structureert en vertaalt leerinhouden in een zinvol onderwijsaanbod.
 Zet leermiddelen functioneel in.
 Stelt een gestructureerd en volledig bordschema op.
Rol inhoudelijk expert:
 Maakt gebruik van domeinspecifieke kennis en vaardigheden.
 Past de vakdidactiek correct toe.
Rol communicator:
 Hanteert een begrijpelijk en rijk taalaanbod in het Standaardnederlands.
 Past de complexiteit van zijn mondeling taalaanbod aan de diversiteit van de
doelgroep aan.
 Formuleert duidelijke, volledige en stapsgewijze instructies.
 Hanteert een heldere, gerichte en gevarieerde vraagstelling.
ORIËNTEREN: doelstellingen domein leesbevordering
 De studenten verwerven inzicht in de analyse van (kinder) literatuur.
 De studenten maken kennis met de functies van kinderboeken.
 De studenten maken kennis met de genres in kinderliteratuur.
 De studenten oefenen op het interactief voorlezen van kinderboeken (intonatie).
VOORBEWERKEN: opdracht semester 1 – een volwassenenboek kiezen?
Een volwassenboek lezen (16+), er staat een leeslijst op Blackboard (leesbevordering en
leesplezier – literaire analyse – voorbewerken – bijgevoegde bestanden).
Noteer uiteindelijk over wat het boek ging en wat er gebeurde.
UITVOEREN: literaire analyse, functies, genres
Hoe werden jullie in het lager onderwijs en/of secundair onderwijs gemotiveerd om meer
te lezen?
 Naar de bib.
 Leesmoeders.
 Een spreekbeurt over je gelezen boek.
 Nu = kwartierlezen in de lagere school.




1

, Leesbevordering
Leesbevordering
Leesbevordering = het aanwakkeren van het leesplezier. Dit zorgt voor meer motivatie en
verhoogt de taalvaardigheid en de leescompetentie.
Leesbevordering kunnen we starten in de klas, maar mogen we zeker niet beperken tot de
klas. Ook buiten de schooluren moeten de leerlingen met plezier een boek kunnen lezen
(cursus, strips, boeken, …) In verschillende lessen lezen zorgt ook voor aanbod van
verschillende contexten.
Literaire analyse
Personages
Personen vs personages:
 Personages = ze bestaan omdat iemand ze heeft verzonnen en er een verhaal over
heeft gemaakt, het zijn ook niet altijd mensen, soms zijn het ook
dieren/planten/dingen.
 Personen = bestaan echt of hebben echt bestaan.
Types en karakters:
 Flat characters = geen karakterontwikkeling:
o Beperkt aantal duidelijke eigenschappen.
o Onduidelijk functie in het verhaal.
o Stripverhalen.
o Bv. verhaal:
 Papa, hij maakt geen karakterontwikkeling door, we kennen zijn
diepste emoties en gedachten niet.
 De moeders, zij willen enkel foto’s maken, maar maken geen
karakterontwikkeling door.
 Round characters = belangrijkste personages:
o Diepste emoties, gedachten.
o Gedrag is onvoorspelbaar.
o Vaak psychologische ontwikkeling = onverwachte wending.
o Bv. verhaal:
 Grietje, heef onverwachte wendingen doorstaan.
 Haasje, stak haar Barbie in de oven, terwijl ze ervoor niets durfde en
nogal bang overkwam.
Hoe leer je de personages kennen?
 Uiterlijke kenmerken (kleding, gedrag, taalgebruik, milieu).
 Innerlijke kenmerken (gedachten, gevoelens, karakter).
 Hun wel/niet hardop uitgesproken meningen over zichzelf/anderen en de wereld om
zich heen.
 Hun reacties op gebeurtenissen en uitspraken van anderen.
 Indruk die je krijgt is het belangrijk te onthouden wie jou als lezer dat beeld
voorschotelt (verteller, personage zichzelf, ander personage).
Waarden en normen:
 Elk personage heeft zijn eigen waarden en normen.
 Vanuit deze houding handelen ze.
 Tijdens lezen = achterliggende normen en waarden nagaan.
 Zou ik ook zo handelen?
2

,Vertelstandpunt
3 vertelsituaties:
 Ik-verteller:
o Ik-figuur die meespeelt in het verhaal.
o Lezer ziet alles door zijn/haar ogen.
o Andere personages  enkel wat ik-figuur over hen vertelt.
o Subjectieve kijk op verhaal.
 Personele of hij/zij-verteller:
o Verloop van gebeurtenissen en beschrijvingen van personages door ogen van
1 van de personages.
o Lijkt op ik-verhaal, maar in hij/zij-vorm.
o Lezer merkt verteller niet op = subjectieve kijk.
 Auctoriale of alwetende verteller:
o Verteller = geen rol in het verhaal.
o Staat boven het verhaal.
o Vertelt over personages in hij/zij-vorm.
o Weet meer dan de personages.
 Andere vertelsituaties:
o Verschillende vertellers.
o Afwisseling per hoofdstuk.
o Verschillende visies op gebeurtenissen.

Identificatie:
 Boeiend boek = sterk meeleven met het personage.
 Goed voorstellen wat personage meemaakt.
Tijd
Chronologische volgorde:
 Verteld in de volgorde waarin het gebeurt.
 Sprookjes.
Niet-chronologische volgorde:
 In een andere volgorde vertellen.
 Vooruitwijzingen, flashforward.
 Terugverwijzingen, flashback.
Continu:
 Alle gebeurtenissen, zonder onderbrekingen.
Niet-continu:
 Stukken tijd worden overgeslagen.
 Tijdsverdichting = gebeurtenissen in tijd worden aangeduid, maar niet uitvoerig
verteld.
Verteltijd vs vertelde tijd:
 Verteltijd = de voorleestijd, tijd die nodig is om te vertellen/lezen.
 Vertelde tijd = de duur van het verhaal, de duur van een gebeurtenis (1 jaar, 5
maanden, …)


Mogelijke verhoudingen:
3

,  Verteltijd = vertelde tijd (vaak bij kleuters).
 Verteltijd = korter dan vertelde tijd  versnelling.
 Verteltijd = langer dan vertelde tijd  vertraging.
Thematiek
 Thema = abstract.
 Geschikt voor kinderen?  Thematiek en onderwerp niet altijd duidelijk voor
kinderen.
 Veel ligt aan de uitwerking van het thema/onderwerp.
Illustraties
 Functionele illustraties  informatieve boeken.
 Vormen samen met de tekst de inhoud.
Ruimte
 Plaats waar het verhaal zich afspeelt.
 Niet altijd beschreven.
 Werkelijk of verzonnen?
 Kan bijzondere betekenis hebben (tegenstellingen).
Stijl
Stijl = de karakteristieke manier waarop iemand zich in taal (poëzie) uitdrukt. Dit kan
slaan op elk aspect van de taal:
 Zinslengte.
 Woordovertolligheid.
 Woordkeuze.
 Toon.
 Stijlfiguren.
Verhaal en werkelijkheid
Fictie = verzonnen, maar kan wel op iemand zijn/haar werkelijkheid betrokken zijn. Er
kunnen ook elementen uit de werkelijkheid afkomstig zijn. Tegen de ‘echte’ achtergrond
speelt zich een verzonnen verhaal af.
 Er is geen besef tussen verzonnen verhaal en de werkelijkheid.
 Literatuur:
o Essays.
o Geschiedenisverhalen.
 Verzonnen:
o Roddelpers.
o Smoesjes.

Literair:
 Welk verhaal is beter/mooier dan een ander verhaal?
 Tot de literatuur behorend en mooi of goed lopen in discussie over literatuur vaak
door elkaar.

Ficti Non-
e fictie


Realistische
Genres Fantastische
in de kinderliteratuur
verhalen verhalen
4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lottevenken. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

60904 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,49
  • (0)
  Ajouter