Basiscompetenties
Geordend in typefuncties
Onderwijscompetenties Leercompetenties Samenwerkingscompetenties
Begeleider van leer- en Innovator en
Partner van ouders/verzorgers
ontwikkelingsprocessen onderzoeker
Opvoeder Lid van de scholengemeenschap
Partner van externen (CLB-
Inhoudelijk expert
medewerker, verzorger)
Lid van de
Organisator
onderwijsgemeenschap
Cultuurparticipant
Domeinspecifieke leerresultatenkader (DLR)
Kwaliteitscontrole in het hoger onderwijs:
Bepalen van leerresultaten per opleiding dus DLR.
Voor lerarenopleiding sterk gelijklopend met basiscompetenties geven beiden
het startniveau van een beginnend leraar weer.
Afstand: uitleg + oefening op BB.
2 kaders die start- en eindniveau aanwijzen
De basiscompetenties voor een leraar (geclusterd in 10 typefuncties), opgesteld
door de Vlaamse overheid.
De DLR voor een leraar, opgesteld in een samenwerking tussen alle Vlaamse
lerarenopleidingen en onder coördinatie van de VHLORA en de VHLIR en
bekrachtigd door de NVAO.
kaders zijn erg gelijklopend.
Waarvoor worden deze kaders nu eigenlijk gebruikt?
Om vorm te geven aan hun opleidingsprogramma.
De overheid gebruikt deze kaders om te controleren of de studenten met voldoende
eindniveau afleveren onderwijsvisitatie.
Rollen in de opleiding
1
, Didactische principes
Leerlingenactiviteit en kennisconstructie
Leerlingen zijn van nature heel actief, dus geef hen dan ook een actieve rol in de klas!
Hoe?
Laat hen handelen, denken, onderzoeken, spelen, discussiëren, …
Schotel hen een uitdagend probleem voor waar zij actief een oplossing voor moeten
zoeken.
Resultaat?
Meer zintuigen worden betrokken waardoor leerstofinhouden beter worden
begrepen, toegepast en geïntegreerd.
wat je zelf doet en ontdekt, onthoud je beter!
Integratie
Leerlingen zijn geen onbeschreven bladen die gevuld kunnen worden. Hun hersenen
werken als een bib gevuld met voorkennis, ervaringen, … waarin ze op zoek gaan om
nieuwe info betekenis te kunnen geven.
mensen proberen nieuwe info betekenis te geven door deze te integreren met hetgeen
ze al kennen!
Bevorder deze integratie door:
Nieuwe leerstof te laten aansluiten op reeds verworven kennis.
Voorafgaande leerstof te herhalen.
Te zoeken naar aanknopingspunten in andere leergebieden of buitenschoolse
ervaringen.
Verbanden te expliciteren.
Leerinhouden via thema’s, belangstellingspunten of projecten aan te bieden.
Concreet-aanschouwelijk werken
3 denkniveaus:
Concreet denken.
Schematisch denken (bordschema).
Abstract denken.
Zeer herkenbaar bij wiskunde, maar het geldt even goed voor andere leergebieden.
Concreet denken
Leerinhouden zo concreet mogelijk voorstellen zodat leerlingen ze zintuiglijk kunnen
waarnemen.
Voordelen:
Visuele ondersteuning.
Abstracte info wordt concreet gemaakt.
Beter begrip van de werkelijkheid. Diepgaander
Meerdere zintuigen worden geprikkeld. leren!
Uitnodiging tot handelen.
Hogere betrokkenheid (motivatie).
2
,Differentiëren/individualiseren
Leerlingen verschillen van elkaar op tal van eigenschappen die belangrijk zijn voor het
onderwijzen en het leren. Individualiseren betekent dat je als leerkracht zoveel mogelijk
rekening houdt met deze verschillen en zo een antwoord biedt op hun
onderwijsbehoeften.
Verschil in interesse?
Waarom leren?
Motivatie!
Verschillen in leerstatus?
Wat leren?
Voorkennis.
Verschillen in leerprofiel?
Hoe leren?
Efficiënte strategie.
Doel iedereen tot leren brengen, maximaal leerrendement!
Leerlingeninitiatief
De mate waarin leerlingen inbreng hebben in de lessen, de keuze van activiteiten, in het
opstellen van regels/afspraken, mee kunnen bepalen waarover gehandeld wordt of met
andere woorden ‘een persoonlijke touch’ kunnen geven aan onderwijs.
Voordeel?
Meer inspraak!
Meer autonomie ervaren.
Meer motivatie!
Doelgericht leren
Leerlingen leren vlotter wanneer ze zicht krijgen op het doel van de activiteit en zich ook
kunnen vinden in die doelstelling. Het is belangrijk om het nut van een activiteit te
kaderen voor kinderen.
Interactief leren
Leren wordt bevorderd door interactie met:
De leraar.
Andere leerlingen.
Materiaal.
De leraar Vygotsky
Belang van de zone van naaste ontwikkeling = wat het kind nog niet zelfstandig kan,
maar wel met hulp (van de leerkracht).
Andere leerlingen
Door leerlingen samen te laten werken of elkaar te laten helpen kunnen ze ook van elkaar
leren.
Materiaal
Een rijke omgeving met veel materiaal kan het kind uitlokken tot actief exploreren.
3
, 4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lottevenken. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.