Samenvatting van het 4de hoorcollege van 'Ecologie: organismen in hun milieu' en het bijbehorende hoofdstuk in Elements of Ecology 9th Edition, over animal adaptations
Elke taxonomische groep van dieren heeft een eigen bepaalde grootteorde, wat een resultaat is
van morfologische en fysiologische beperkingen
- De meeste morfologische en fysiologische eigenschappen veranderen als een functie van de
lichaamsgrootte op een voorspelbare manier: scaling
De relatie tussen oppervlakte gebied en volume is erg belangrijk. Dit voornamelijk voor het
metabolisme. Het metabolisme (opname voedingstoffen en respiratie) moet materialen en
energie kunnen verplaatsen tussen het interne van het organisme en de externe buitenwereld.
Een complexer, opgerold of gerimpeld oppervlak gaat het oppervlakte gebied vergroten.
Complexe systemen om zuurstof doorheen het lichaam te krijgen: hart-bloedvatenstelsel
Een grot lichaam heeft noodzakelijk complexe veranderingen aan de structuur van het organisme
nodig.
Bv. walvissen groter dan olifanten -> water draagt gewicht
Roofdier en prooi: indien de prooi groter wordt, gaat het roofdier nog groter moeten worden
Dit kan niet blijven duren. Grotere dieren hebben meer energie nodig, wat in stresssituaties
fataal kan zijn
Beter veel kleinere individuen dan veel grote individuen. De variatie blijft behouden en er is
beter kans op overleven
Grotere soorten hebben kleinere populaties
DIEREN NEMEN OP VERSCHILLENDE WIJZE ENERGIE EN NUTRIËNTEN OP
Dieren hebben veel vetten en eiwitten, die ze ook gebruiken als bouwstenen. Planten hebben weinig
eiwitten en veel koolhydraten. Planten investeren dan ook veel in hun fotosynthese, waardoor ze een
, 1
overschot aan koolstof hebben. Deze koolstof gebruiken ze voor stikstoffixatie en morfologische
veranderingen om zich te kunnen beschermen tegen vraat (aanmaak stekels, giftige stoffen,…)
Planten bevatten 0.5-1 à 2% stikstof
Mest bevat stikstof, fosfor en kalium zijn vaak tekort in de bodem
Herbivoren
-
- Herbivoren zijn gecategoriseerd door het type plantmateriaal dat ze eten
- Hun dieet bestaat uit veel koolhydraten, maar weinig eiwitten. Bovendien zitten de meeste
koolhydraten in cellulose, iets wat niet door het organisme kan afgebroken worden. Hierdoor
moeten er gespecialiseerde bacteriën in hun verteringsstelsel zitten. Ze verteren cellulose en
eiwitten, en synthetiseren daarbij vetzuren, aminozuren, eiwitten en vitaminen
- De beste planten voor herbivoren hebben erg veel stikstof in de vorm van eiwitten. Stikstof
zit geconcentreerd in de ‘uiteinden’ van de plant (nieuwe blaadjes, etc)
Carnivoren
- Geen problemen met tekort aan bepaalde nutriënten aangezien hun voedsel uit ongeveer
dezelfde samenstelling bestaat als zijzelf
- Hun grootste probleem is een tekort aan voedsel
- Prooien hebben vaak ook de nutriënten van planten in zich zitten
Omnivoren
- Voedselgedrag variëert naargelang het seizoen, hun leeftijd, hun grootte en hoe hard ze nog
moeten groeien.
Voedselbenodigdheden zijn een selectieve agent voor het proces van natuurlijke selectie
Adaptaties van dieren zijn gericht op het voedingspatroon.
Bv. Leeuwen hoeven minder te eten prooi bevat elementen in de juiste verhouding
Koeien moeten meer etten, aangezien deze naar verhouding te veel koolstof opneemt.
Methaan wordt gemaakt door de fermentatie van plantenmateriaal. Methaan is ook energie.
Met andere woorden: de koe neemt te veel energie op. Deze overschot wordt gebruikt om
stikstof te extraheren. Dit is echter een lastig proces
Niet elke plant doet aan stikstoffixatie. Bonenplanten leven in symbiose met bacteriën in de wortels
zetten N2 om naar -NH2. N wordt ook in de bodem opgenomen (NO 3). In zure bodems in de vorm van
NH4+.
Fig 7.5
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur shariaerts. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.