HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN
1 Definitie
Wat?:
= verzamelnaam voor aantal rechten waaronder:
- Industriële eigendomsrechten:
o Octrooien
o Patenten
o Kwekersrechten
o Handelsmerken
o Modellen
- Artistieke eigendomsrechten:
o Auteursrecht
o Naburige rechten
o Bescherming van databanken en computerprogramma’s
Recht:
= verzamelnaam voor alle regels, bevat meestal 4 elementen:
- Gedragsregels, normen
- Om het maatschappelijk leven te regelen
- Opgelegd door de overheid
- Afdwingbaar
➔ Te verkrijgen via geboorte, huwelijk, overlijden, de wet, overeenkomsten
1.1 Eigendomsrecht
Wat?: (art. 544 BW)
= recht om op de meest volstrekte wijze van een zaak het genot te hebben en daarover te beschikken,
mits men er geen gebruik van maakt dat strijdig is met de wetten en de verordeningen
1.1.1 Begrippen
Zakelijk recht:
= verbonden aan een zaak
- Blijft aan de zaak verbonden, ook bij overdracht naar andere persoon
- Ten aanzien van iedereen worden afgedwongen → absolute werking
→ verschil met persoonlijke rechten= zijn verbonden aan de persoon en kan men alleen
tegen bepaalde personen doen gelden → relatieve werking
≠ personenrechten = mbt juridische essentie van een persoon zoals naam, adres,…
Eigendomsrecht:
- Verschil met overige zakelijke rechten = meest volmaakte zakelijk recht
o Vruchtgebruik: zonder vergoeding gebruik te maken van goederen die aan een ander
in de blote eigendom toebehoren
o Erfpacht: tijdelijk zakelijk recht om het volle genot te hebben van het OG tegen betaling
o Recht van opstal: op of boven iemands OG een gebouw, werken of beplantingen uit te
voeren en in eigendom te hebben
o Mede-eigendom: goed behoort toe tot meerdere personen
VERCAIGNE JAIMY – AO – INTELLECTUELE EIGENDOMMEN 1/35
, o Recht van bewoning: tijdelijk zakelijk recht, tijdelijk of tegen vergoeding in iemands huis
wonen (huurinkomsten niet voor de bewoner)
- Rechten die eruit voortvloeien:
o Gebruik
o Genot
o Beheer
o Beschikking
- Voorwerp:
o Onroerend
o Roerend
o Onlichamelijk
Intellectuele eigendomsrechten:
= geheel van exclusieve rechten op niet tastbare zaken, op voortbrengselen van de geest → creatieve
en immateriële prestaties
2 Verschil handelsnamen, vennootschapsnamen en domeinnamen
2.1 Handelsnaam
Boek VI, artikel 104 WER:
= naam waaronder een handelsonderneming gekend is of geëxploiteerd wordt → om deel te nemen
aan het handelsverkeer
Kenmerken:
- Geen depot-inschrijvings-of registratieverplichting
- Bescherming door eerste publieke gebruik
- Bescherming territoriaal beperkt tot een bepaald gebied
- Zichtbaar, publiek en blijven worden om de bescherming te genieten → enkel inschrijving in het
KBO biedt geen bescherming → het moet gebruikt worden
Bij conflict wordt er gekeken naar:
- De gelijkenis tussen de namen
- Gelijkenis in activiteiten
- Het territorium waarin de activiteit wordt uitgevoerd
2.2 Vennootschapsnaam
Artikel 65 WVV:
- Dient er identificatie van een RP
- In de oprichtingsakte
- In de statuten
- Gelding binnen heel België
2.3 Domeinnaam
Wat?:
= alfanumerieke weergave van een numeriek IP adres dat het mogelijk maakt een op het internet
aangesloten computer te identificeren
IP-Adres:
= Internet Protocol
Internetadres:
- vives.be = domeinnaam
VERCAIGNE JAIMY – AO – INTELLECTUELE EIGENDOMMEN 2/35
, - vives= alfanumerieke benaming
- .be = extensie → territoriaal of bepaalde activiteit
Principe:
= first com, first served (soms worden er aangevraagd maar niet gebruikt, om daarna te verkopen)
CEPANI-procedure:
= bij conflict bij extensies → inleiden bij Belgisch Centrum voor Arbitrage en Mediatie. 3 voorwaarden
om overdracht te kunnen bekomen:
- Domeinnaam is identiek of vertoont grote gelijkenissen met een merk, handelsnaam,
maatschappelijke benaming, venootschapsnaam, geografische aanduiding, persoonsnaam of
benaming van een geografische entiteit op dewelke de aanklager rechten heeft
- Domeinnaamhouder heeft geen rechten of legitieme belangen ten opzichte van de
domeinnaam
- Gebruik of registratie werd te kwader trouw gedaan
➔ Kost 1.750 euro en duurt 55 dagen
HOOFDSTUK 2: MERKEN
1 Definitie
Artikel 2.1.1 Benelux Verdrag voor de Intellectuele Eigendom (BVIE) :
= merken worden gevormd door alle tekens, in het bijzonder woorden, waaronder namen van personen,
of tekeningen, cijfers, kleuren, vormen van waren of verpakkingen van waren, of geluiden, mits:
- Ze kunnen onderscheiden worden van die van andere ondernemingen
- Ze moeten in het register kunnen worden weergegeven op een wijze die de bevoegde
autoriteiten en het publiek in staat stelt het voorwerp duidelijk en nauwkeurig vast te stellen
1.1 Tekens die een merk kunnen vormen
Voor 16/03/2018:
= voor grafische voorstelling vatbare teken, die dienen om de waren te onderscheiden
Na 16/03/2018:
= art. 2.1.1 BVIE
➔ Vereiste van grafische voorstelling is aangepast door evolutie van de technologie
1.1.1 Soorten merken
Woordmerken:
= bestaan enkel uit woordelementen
Vb: coca-cola, yakult
Beeldmerken:
= bestaan enkel uit beeldelementen
Vb: Applen, Nike
Kleurmerken:
= wordt gevormd door kleur of kleurencombinatie op zich, die in relatie tot een bepaalde categorie van
waren of diensten als merk wordt geregistreerd.
Vb: Louboutin-zool of Redbull
Vormmerken:
VERCAIGNE JAIMY – AO – INTELLECTUELE EIGENDOMMEN 3/35
, = enkel de vorm wordt geregistreerd
Vb: lego, colafles
Geluidsmerken:
Vb: gebrul van de leeuw van Metro Goldwyn
Geur- smaak -en tastmerken → niet mogelijk
1.2 Weergave in het register mogelijk, duidelijk en nauwkeurig
Voorwaarde om te registreren:
- Duidelijk
- Nauwkeurig
- Door publiek consulteerbaar
1.3 Onderscheidend vermogen
HERKOMSTFUNCTIE = meest essentiële functie van een merk!!!
Dynamisch gegeven:
= publiek moet in staat zijn om de waren of diensten te onderscheiden van een andere onderneming
Merk met onderscheidend vermogen → kan een soortnaam worden. Vb. Jeep, velux
Belangrijke regel uit de vereiste van onderscheidend vermogen:
= een merk mag in zijn totaliteit niet “beschrijvend” zijn voor de producten en diensten waarop het
betrekking zal hebben
➔ Geen directe associatie hebben met het product of een karakteristiek ervan
➔ Woorden uit dagelijks gebruik moet vrij blijven tot gebruik van iedereen
Een beschrijvend merk is steeds een merk met onvoldoende onderscheidend vermogen maar niet elk
merk dat onderscheidend vermogen mist, is beschrijvend.
2 manieren om gebrek aan onderscheidend vermogen kwijt te geraken voor een beschrijvend merk:
- Inburgering
- Algemene bekendheid
1.3.1 Inburgering
Wat?:
= door gebruik
Bij wie?:
= door het in aanmerking komend publiek = normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en
oplettende gemiddelde consument van de betrokken categorie
Bewijslast?:
= voor de merkhouder
Geografisch?:
= Benelux = één ondeelbaar territorium
➔ Uitzondering: Gazet van Antwerpen, het Belang van Limburg
In combinatie met kleuren en kleurencombinaties:
- Kleurcode of kleurmonster
VERCAIGNE JAIMY – AO – INTELLECTUELE EIGENDOMMEN 4/35