1. Bloedbeeld: normale grenswaarden van Hb, leucocyten
Hb: 13 g/dl
Leukocyten: 4 - 10. 109
2. Stolling: betekenis van stollingstesten; APTT, PT, fibrinogeen en D-dimeren-bepaling.
Bij een onverklaard bloedingssyndrrom moet men eerste de volgende parameters onderzoeken:
APTT, PT, fibrinogeen, D-dimeren.
Dit zijn allemaal testen om een afwijking in de plasmatische stolling op te sporen.
APTT: afwijking in de intrinsieke pathway
o Factor XII, XI, IX (hemofilie B), VIII (hemofilie A), VWF en factoren van de
gemeenschappelijke weg en lupus anticoagulans
PT: afwijking in de extrinsieke pathway of TF-pathway
o TF, factor VII, en factoren van de gemaanschappelijke weg
Fibrinogeen: met APTT en PT te bepalen
D-dimeren: afbraakproduct van cross-linked fibrine, belangrijk bij de remodellering van het
stolsel.
Factor XIII zit noch in APTT, noch in PT
3. Hemofilie A en ziekte van von Willebrand: symptomen en overervingspatroon
Hemofilie A is een stollingsfactortekort van factor VIII.
o X-gebonden afwijking: mannen zijn ziek, vader geeft ziekte nooit door aan zonen
o Symptomen: gewrichtsbloedingen en spierbloedingen
VWD is de meest voorkomende erfelijke bloedingsneiging
o VWF speelt een rol in de primaire hemostase en in de plasmatische stolling
o Autosomaal
o Symptomen van VWD type 3 lijkt op hemofilie door totale afwezigheid van VWF
o VWD type 1: kwantitatief probleem, tekort aan VWF, meest voorkomend
o VWD type 2: kwalitatief defect aan VWF
4. Bloedgroepen: ABO en Rhesus systeem; antilichamen
ABO bloedsysteem
Bloedgroepantigenen A en B zijn koohydraatstructuren die in grote getallen op het oppervlak van RBC
aanwezig zijn.
- A antigen ontstaat als N-acetylgalactosamine aan het H antigen (de voorloper) wordt
gekoppeld
o Het A gen codert voor een N-acetylgalactosyl transferase
- B antigen ontstaat wanneer galactosyl aan het H antigen (de voorloper) wordt gekoppeld
o Het B gen codeert voor een galactosyltransferase
- Het O gen produceert geen actief transferase
o De cellen van een persoon met bloedgroep O bevatten dus wel de voorloper structuur,
het H antigen, bestaande uit een galactose-fucose
A en B antigenen:
- Zijn bij geboorte nog niet helemaal ontwikkeld
, - Zijn histo-bloedgroep antigenen: aanwezig op RBC + op cellen van andere weefsels
Sommige mensen produceren geen H-antigen deze mensen hebben bloedgroep Bombay.
ABO gen ligt op chromosoom 9.
Anti-A en Anti-B antistoffen ontstaan na de geboorte door antigene stimulatie door structuren aanwezig
in de omgeving natuurlijke antistoffen
Antigenen
D antigen = antigen dat door Rhesus antistof wordt herkend
aanwezigheid van D antigeen = Rhesus positief
CcEe antignenen = Rhesus ondergroepen
Van alle Rhesus antigenen is het D antigen het meest immunogeen
personen die Rhesus negatief zijn transfuseren met Rhesus positieve RBC ontwikkelen van anti-D
antistoffen
Genen
Genen voor D en CcEe zijn gelegen op chromosoom 1
Antistoffen
- Antistoffen tegen Rhesus antigenen zijn geen natuurlijke antistoffen
- Ze ontwikkelen zich enkel via allo immunisatie wanneer er contact is geweest met RBC waarop
Rhesus antigenen aanwezig zijn die men zelf niet bezit
- Gebeurt na transfusie of zwangerschap
- Worden onregelmatige of irreguliere antistoffen genoemd
- Als men een Rheusus D negatieve persoon transfureert met Rheusus D positieve RBC is de kans
50-80% dat er zich anti-D antistoffen vormen
- Kans op alloimmunisatie tegen de Rhesus ondergroepen (CcEe) is minder groot (ong 5%)
voornamelijk anti-c en anti-E
5. Bloedtransfusies: interpretatie uitslagen kruisproef; voorzorgen ten aanzien van Hepatitis B, C en
HIV infecties; universele donoren en acceptoren.
Testen om overdraagbare infectieuze ziekten uit te sluiten
Bij elke donatie:
• HIV-1 en HIV-2
• Hepatitis B
• Hepatitis C
• syfilis
Testen op het bloed van de recipiënt
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Mathias12. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.