1
JEUGDCRIMINOLOGIE EN JEUGDRECHT
DEEL JEUGDRECHT
INTRODUCTIE
Jeugdbeschermingsrecht: waarom en hoe?
Strafrecht voor minderjarigen (want minderjarigen vallen niet onder het normale strafrecht!)
Specifiek systeem voor bescherming van kinderen en jongeren, inclusief de mogelijkheid om dwangmatig op te treden
Enkele vragen:
Hoeveel % van de 18- tot 21-jarigen is niet tevreden met hun toekomstmogelijkheden? 9%
Je stuurt seksueel getinte foto’s of filmpjes naar iemand zonder diens toestemming. In hoeveel % van de gevallen
worden die zonder jouw toestemming verder verspreid? 20%
Hoeveel % van de Vlaamse schoolgaande jeugd heeft al eens vandalisme gepleegd? 14%
Maatregelen opgelegd aan minderjarigen door een jeugdrechter: in hoeveel % van de gevallen omdat ze feiten
gepleegd hebben? (18.632 jongeren kregen in 2021 een gerechtelijke maatregel) 12%
Maatregelen opgelegd aan minderjarigen door een jeugdrechter: in hoeveel % van de gevallen omdat ze zich in een
probleemsituatie bevinden? (18.632 jongeren kregen in 2021 een gerechtelijke maatregel) 88%
BEGRIPPEN, BEGINSELEN EN HISTORIEK
Jeugdbeschermingsrecht sensu lato:
Geheel van juridische regels die het welzijn en de ontplooiing van jongeren beogen te bevorderen en te waarborgen
o Burgerrechtelijk statuut
o Welzijnsrecht
o Sociaal recht
o Onderwijs
o Strafrechtelijke bescherming
Jeugdbeschermingsrecht sensu stricto:
Het geheel van juridische regels betreffende de overheidsinterventie, door middel van specifieke instellingen of
voorzieningen met het oog op bijstand aan jongeren wier welzijn of ontplooiing onvoldoende wordt gewaarborgd door
het gezinsmilieu en de algemeen-maatschappelijke voorzieningen (bv. kinderbijslag en onderwijs)
Hopelijk is er ook een pedagogische reactie, maar dit zit niet in het jeugdbeschermingsrecht. Er zijn specifieke instellingen omdat
er een soort systeem gewaarborgd moet worden van wie verantwoordelijk is binnen het gezin en ook algemene voorzieningen.
Twee soorten hulpverlening:
Buitengerechtelijke/sociale/vrijwillige
Gerechtelijke/gedwongen
Twee (drie) doelgroepen:
VOS’sen: verontrustende (opvoedings)situatie
MOF’ers/jeugddelinquenten: misdrijf omschreven feit
,2
(Geesteszieken)
Twee bevoegdheidsniveaus:
Federaal: jeugdinterventies ten aanzien van ouders + administratieve sancties (afhankelijk wie daarvoor bevoegd is)
Gemeenschappen: alle soorten hulpverlening + administratieve sancties (afhankelijk wie daarvoor bevoegd is)
JEUGDBESCHERMINGSRECHT JEUGDHULPRECHT: nood aan JEUGDDELINQUENTIERECHT:
jeugdhulp Verontrusting (VOS) jeugddelict (MOF)
Vrijwillige hulpverlening Vrijwillige jeugdhulpverlening
Herstelrechtelijk aanbod & positief
Gemandateerde project
jeugdhulpverlening
Gerechtelijke hulpverlening Gemandateerde Herstelrechtelijk aanbod & positief
(= jeugdrechter beslist) jeugdhulpverlening project
Gerechtelijke jeugdhulpverlening
Gemandateerd: instanties die een Parketafhandeling, maatregelen &
mandaat krijgen en analyse maken sancties
van situatie om push te geven en te Jeugdinterventies ten aanzien van
helpen ouders:
Ontzetting ouderlijk gezag Administratieve sancties*
Toezicht sociale uitkeringen
RECHT SUI GENERIS
Geen aparte rechtstak
Onderdeel publiekrecht
Band met andere rechtstakken
o Strafrecht: art. 62 JBW zegt dat hetzelfde strafprocesrecht geldt bij jeugdzaken
o Sociaal recht/welzijnsrecht
o Verder: burgerlijk recht, procesrecht, mensenrechten (art. 6 en 7 EVRM)
Functioneel rechtsgebied
Gevolgen en beperkingen ‘sui generis’-karakter
o Zie ook GwH 11 januari 2021, nr. 22/2021: Wegens de specifieke aard van de kwesties die in het kader van de
rechtsbedeling ten aanzien van minderjarigen moeten worden behandeld, moet die rechtsbedeling zich
,3
noodzakelijkerwijs onderscheiden van het systeem van strafrechtspleging dat van toepassing is op
volwassenen. [Dat] mag evenwel niet ertoe leiden dat aan (minderjarigen), enkel op grond van het
leeftijdscriterium, fundamentele waarborgen worden ontnomen die door de Grondwet en door de
internationale verdragen die België binden worden toegekend bij een aantasting van de individuele vrijheid.
RESPECT VOOR DE RECHTEN VAN HET KIND
Van rechtsobject naar rechtssubject
o Voorbeeld: van absolute vaderlijke macht naar doelgebonden ouderlijk gezag
Belang van de minderjarige = eerste overweging (art. 3 Kinderrechtenverdrag)
o Behoud van band met ouders én gezonde ontwikkeling in een veilige omgeving (EHRM, 6 juli 2010)
o Vaag, evolutief en waardegebonden
o ‘Machtsgevoelig’ – wie beslist? Het kind heeft ook de mogelijkheid zijn gedacht te zeggen
o Concrete gegevens
o Veronderstelt participatie en behoorlijke rechtswaarborgen
Zie ook: art. 22bis Gw
Zie ook: art. 3, 6, 9, 12, 18, 19 en 20 Kinderrechtenverdrag
GEZINSGERICHTHEID
Gezin = natuurlijke en fundamentele kern van de maatschappij
Gezin = eerste verantwoordelijke voor opvoeding, ontwikkeling en welzijn van het kind (gesteund door overheid)
Hulpverlening: gericht op gezinsmilieu
o Voorkeur voor minst ingrijpende maatregelen
o Gericht op behoud in/terugkeer naar het gezin
o Niet te allen prijze: soms is het niet veilig om het kind te laten terugkeren naar het gezin
Betrekken ouders bij reactie op jeugddelinquentie: bv. kind pleegt een feit en de ouders krijgen daarvoor werkstraf
Zie ook: art. 23 lid & BUPO-Verdrag
Zie ook: art. 10 lid 1 IVESCR
Zie ook: art. 5, 18 lid 1 en 27 lid 1 Kinderrechtenverdrag
SUBSIDIARITEIT
Opvoedingsverantwoordelijkheid
o 1: ouders (& gewone leefomgeving: vrienden, buurt, familie)
o 2: algemeen-maatschappelijke voorzieningen (onderwijs)
o 3: specifieke jeugdhulp
Vrijwillige (aanvaarde) hulpverlening > gerechtelijke hulpverlening
Met betrekking tot jeugddelinquentie
o 1: buitengerechtelijke afhandeling
o 2: vrijheidsberoving = ultimum remedium (laatste redmiddel)
o 3: minst ingrijpende maatregelen voor kortst mogelijke duur
Zie ook: art. 5, 25, 37, b en 40, lid 3, b Kinderrechtenverdrag
Zie ook: art. 3, §3 en §5, 20, §2 en 29, §2 Jeugddelinquentiedecreet
DIFFERENTIATIE VAN DE INTERVENTIES
Multifunctionele organisaties want er is geen gepast antwoord voor elk feit dat gepleegd is
Open categorieën in hulpverleningsvormen/reacties
Belang individualisering en afstemming op hulpnood
, 4
Problemen:
o Beheersing aanbod
o Kenbaarheid aanbod
o Plaatstekort en wachtlijsten
Zie ook: art. 48, §1 Decreet Integrale Jeugdhulp
ESSENTIEEL HULPVERLENEND KARAKTER
België internationaal bekend voor beschermingsmodel
Evoluties:
o Jeugdhulp: meer nadruk op eigen kracht, vermaatschappelijking en participatie: niet alles door overheid
(voordeel: betrokkenheid van anderen, nadeel: besparing)
o Jeugddelinquentie: meer nadruk op rechtswaarborgen, op positie slachtoffers en op verantwoordelijkheid
Criterium bevoegdheidsafbakening
TIJDSBALK
Voor 1912: gewoon strafrecht
Vanaf 1912: kinderbescherming
1965: jeugdbescherming
1985: jeugdbijstand en jeugdbescherming
1989: VRK
2006: jeugdrecht
2014: integrale jeugdhulp
2019: jeugddelinquentierecht
1912
Geen autonoom kinderstrafrecht
o Principiële strafwaardigheid
o Oordeel des onderscheids: strafbaar
Leeftijd = strafverminderende verschoningsgrond
o Geen oordeel des onderscheids: vrijspraak
Terbeschikkingstelling indien gezin onvoldoende opvoedkundige waarborgen biedt = abstracte
maatregel en de concrete invulling ervan wordt gedaan door justitie dus het kind werd uit huis
genomen en werd geplaatst in een overheidsgesticht
Kritiek op toepassing gewoon strafrecht
o Sociaal-economische omstandigheden
o Theorie van sociaal verweer: kijken naar opvoeding en leefomstandigheden van dader
o Filantropische beweging waarbij kinderen in moeilijke situaties meer aandacht kregen
o Zie ook: toenmalige artikelen 375 en 381 oud BW
o Zie ook: oud artikel 36, 1° Jeugdbeschermingswet
Wet 15 mei 1912 van kinderbescherming
o 16 jaar = strafrechtelijke meerderjarigheid (21 jaar was de burgerlijke leeftijdsgrens)
o < 16 jaar: bewarings-, opvoedings- en behoedingsmaatregelen
Berisping = rechterlijke preek
Plaatsing in instelling
Terbeschikkingstelling (kan tot 20 jaar na het bereiken van leeftijdsgrens)
o Kinderrechter
o Delinquentie en predelinquentie (= gedragingen van prostitutie, landloperij en bedelarij)