Aantekeningen + samenvatting Arbeid- en Sociale Zekerheidsrecht.
Aantekeningen + samenvatting Arbeid- en Sociale Zekerheidsrecht.
Tout pour ce livre (15)
École, étude et sujet
Haagse Hogeschool (HHS)
Human Resource Management
Talentontwikkeling
Tous les documents sur ce sujet (23)
1
vérifier
Par: rohit-baladien • 5 année de cela
Vendeur
S'abonner
hhs123
Avis reçus
Aperçu du contenu
Sociaal recht: H.1 Terreinverkenning
1.1 Oriëntatie
Meer dan de helft van de Nederlandse bevolking, dat zijn ongeveer 8 van de circa 17 miljoen
inwoners, behoort tot de beroepsbevolking. Van deze groep werkt ruim driekwart (bijna 6,2 miljoen)
in een baan en 17,5% is zelfstandig ondernemer. 5,5% van de beroepsbevolking is in 2017 werkloos
(ongeveer 450.000 mensen).
De mensen die een betaalde baan hebben, worden tot de onzelfstandige beroepsbevolking gerekend.
Zij bevinden zich tijdens hun werk in een afhankelijkheidspositie ten opzichte van een ander, namelijk
de werkgever.
Onzelfstandige beroepsbevolking: dat deel van de beroepsbevolking dat zich tijdens de uitoefening
van de werkzaamheden in een afhankelijkheidspositie bevindt ten opzichte van een ander, de
werkgever. De circa 6,2 miljoen mensen die tot deze categorie behoren, kunnen in drie groepen
worden onderverdeeld:
- De grootste groep is werkzaam in het bedrijfsleven. Het betreft de ruim 4,3 miljoen
werknemers, die binnen de private sector arbeid verrichten. Gezamenlijk magen zij ongeveer
twee derde uit van de onzelfstandige beroepsbevolking. Ongeveer 25% van deze groep (meer
dan 1 miljoen) heeft een flexibele arbeidsrelatie.
Private sector: dat deel van de onzelfstandige beroepsbevolking dat in de marktsector
werkzaam is.
- Tweede groep bestaat uit de 850.000 ambtenaren, werkzaam in de publieke sector. Zij
vormen het personeel dat in dienst is van de overheid.
Publieke sector: dat deel van de onzelfstandige beroepsbevolking dat bij de overheid
werkzaam is.
- Naast de werknemers in het bedrijfsleven en de ambtenaren heb je werknemers in de
semipublieke sector. Zij zijn verbonden aan organisaties en instellingen binnen de private
sector, die financieel afhankelijk zijn van de overheid. In deze sector werken zo’n 1 miljoen
personen.
Semipublieke sector: dat deel van de beroepsbevolking dat verbonden is aan organisaties en
instellingen die financieel van de overheid afhankelijk zijn.
Zij die onder de zelfstandige beroepsbevolking worden geschaard, zijn tijdens de uitoefening van hun
werkzaamheden niet onderworpen aan opdrachten van anderen. In totaal hebben zich ongeveer 1,4
miljoen personen aan zelfstandig ondernemer gevestigd. Van deze 1,4 miljoen is een groot deel
zzp’er.
Het aantal zzp’ers neemt hand over hand toe. Dat baart onze wetgever zorgen, omdat veel zzp’ers
ook wel schijnzelfstandigen genoemd: zij zijn voor opdrachten vaak afhankelijk van maar één
opdrachtgever. Dat maakt deze alsmaar in omvang toenemende groep kwetsbaar.
Sociaal recht = onzelfstandige beroepsbevolking. Sociaal recht heeft dus betrekking op de
rechtspositie van de werknemer (private sector, het bedrijfsleven), de ambtenaar (publieke sector) en
de werknemer in de semipublieke sector.
Op terrein van het sociaal recht worden wetten steeds vaker op beide groepen van toepassing
verklaard. Drie voorbeelden daarvan zijn de Arbeidsomstandighedenwet, de Wet op de
ondernemingsraden en de Arbeidstijdenwet.
1.2 Werkgever en werknemer: welke rechtsbronnen?
, Zes belangrijke rechtsbronnen:
- Het arbeidsovereenkomstenrecht: een belangrijke vindplaats van rechtsregels die de
individuele werkgever-werknemerverhouding reguleren, is het Burgerlijk Wetboek (BW).
Sinds 1947 heeft men in Nederland aan de invoering van het zogenoemde Nieuw Burgerlijk
Wetboek (NBW) gewerkt; de Boeken 3, 5 en 6 zijn per 1 januari 1992 in werking getreden.
Boek 7 is getiteld ‘bijzondere overeenkomsten’, waarmee wordt bedoeld: overeenkomsten
die specifiek met naam en toenaam in de wet zijn uitgewerkt. Ook de arbeidsovereenkomst
heeft daarin een plaats gekregen en wel in titel 10.
Met ingang van 1 januari 1999 is Boek 7 titel 10 ingrijpend gewijzigd. Op die datum is de Wet
flexibiliteit en zekerheid in werking getreden. Het doel van deze wet is enerzijds dat de
werkgever flexibeler en slagvaardiger kan optreden als zich gewijzigde marktomstandigheden
voordoen.
Met ingang van 1 januari 2015 en 1 juli 2015 is Boek 7 titel 10 opnieuw belangrijk gewijzigd.
Op deze data treedt de Wet werk en zekerheid (WWZ) in twee fasen in werking. In de eerste
plaats wil de wetgever een halt toeroepen aan de ontwikkeling dat steeds minder mensen
een vast arbeidscontract krijgen; werkgevers maken namelijk steeds vaker gebruik van
tijdelijke arbeidskrachten, oproepkrachten en zpp’ers. Daarnaast wil hij een einde maken aan
ongewenste ontwikkelingen op het terrein van het ontslagrecht. In derde plaats moeten de
overheidsuitgaven worden teruggedrongen, wat heeft geleid tot minder lange uitkeringen op
grond van de Werkloosheidswet (WW).
De WWZ is evenals de Wet flexibiliteit en zekerheid geen opzichzelfstaande wet. Hij heeft
geleid tot nogal ingrijpende wijzigingen van Boek 7 titel 10 BW en andere wetten (zoals de
WW).
- Het vermogensrecht in het algemeen: de arbeidsovereenkomst is een obligatoire
overeenkomst, dat wil zeggen een arbeidsovereenkomst waaruit verbintenissen voortvloeien.
Een verbintenis kan omschreven worden als een rechtsbetrekking tussen ten minste twee
partijen, die ertoe leidt dat de ene partij één of meer rechten verkrijgt en de andere partij
één of meer plichten op zich neemt. Voor de arbeidsovereenkomst betekent dit onder meer
dat de werkgever de plicht heeft loon te betalen en dat de werknemer de plicht heeft arbeid
te verrichten.
Verhouding tussen bijzondere regels van de arbeidsovereenkomst en het vermogensrecht: de
speciale regeling gaat voor de algemene regeling. Geeft echter de speciale regeling geen
antwoord op een bepaalde problematiek, dan moet vervolgens de algemene regeling uit het
vermogensrecht worden toegepast.
- Overige wetten met betrekking tot de private sector: er zijn nog vele afzonderlijke wetten in
het leven geroepen die betrekking hebben op werkgevers en werknemers in de private
sector.
o De Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag;
o De wetten op het terrein van de gelijke behandeling in de werkrelatie;
o De Wet arbeid vreemdelingen;
o De Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst;
o De Wet op de ondernemingsraden;
o De Wet melding collectief ontslag;
o De verschillende wetten op het terrein van de sociale zekerheid
(Werkloosheidswet, Ziektewet en dergelijke).
- De jurisprudentie (rechtersrecht): naast de wetgever kan ook de rechter als rechtsvormer
optreden. Regelmatig moet hij namelijk een oordeel geven over een geschil rondom een
arbeidsovereenkomst, terwijl er geen toepasselijk wetsartikel voorhanden is. Of de
betreffende bepaling is nogal abstract en vereist nadere interpretatie. De regels die hierdoor
ontstaan, zijn eveneens van toepassing op de arbeidsverhoudingen in de private sector.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur hhs123. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.