Opvoedingsondersteuning – januari 2024 1
OPVOEDING
VANUIT DE THEORIE
BALANSMODEL VAN BAKKER
Elk gezin wordt geconfronteerd met
uitdagingen en elk gezin heeft
krachten – als de weegschaal tussen
de 2 uit balans is, wordt het moeilijk
- Impact van de uitdagingen worden
geminimaliseerd door de krachten
- Risicofactoren kunnen de
ontwikkeling van het kind in
gedrang brengen
- Beschermende/protectieve
factoren kunnen steunend zijn en
de ontwikkeling net bevorderen
- We bekijken deze factoren op 3
verschillende niveau’s
- Wij als opvoedingsondersteuner
proberen dan de uitdagingen te
minimaliseren en de krachten te
maximaliseren om de balans terug
te vinden
PRAKTIJKMODEL VAN HELLINCKX
,Opvoedingsondersteuning – januari 2024 2
Opvoeding is het afstemmingsproces tussen de pedagogische vraag die het kind stelt (de specifieke noden van
het kind om te kunnen groeien) en het pedagogisch aanbod dat de opvoeder hieraan kan bieden
- Als deze twee op elkaar afgestemd zijn, loopt de opvoeding in harmonie
- Als het kind niet krijgt wat het nodig heeft, zal het kind “moeilijk” gedrag vertonen
• Het kind stelt probleemgedrag signaalgedrag
• Opvoedingsondersteuners kijken hoe ze vraag en aanbod weer af kunnen stemmen op elkaar
• Wel opletten, want aanbod van de ouders komt ook uit hun persoonlijkheid en eigen ervaringen als
kind
OUDERSCHAPSTHEORIE VAN VAN DER PAS
OUDERLIJKE WERKVLOER
Ouder zijn = werk!
- Ouders zetten hun basisvaardigheden in
• Veiligheid bieden
• Lichamelijke zorg bieden
• Zicht houden op het kind
• Redelijke verwachtingen stellen
• Redelijke grenzen bieden
• Geduld
• Negeren
• Aanmoedigen
• Spelen
• Consequent zijn
• …
,Opvoedingsondersteuning – januari 2024 3
- Ouders moeten zicht hebben op het kind: wat heeft het kind nodig? Wat kunnen de ouders verwachten van
een kind van die leeftijd? Welke vaardigheden moeten de ouders hoe inzetten?
- Ouders moeten hun basisvaardigheden ook timen en doseren, bv. op het juiste moment structuur bieden
en niet te veel opmerkingen geven
- Ouders moeten hun emoties reguleren
• Kunnen ze zelf hun emoties reguleren? Hoe groot is hun window of tolerance?
• Interfereren hun emoties met de pedagogische aanpak?
• Hoe zit het met de beleving van het ouderschap? Welke gevoelens komen daarbij kijken?
• Hoe zit het met het pedagogisch klimaat? Bv. onderscheid kunnen maken tussen gedrag en persoon
van het kind, nog positieve aspecten van het kind kunnen benoemen
BUFFERPROCESSEN
= factoren die de veer-/draagkracht van ouders vergroten en dus bijdragen aan groei of net stagnering in het
ouderschap
Solitaire gemeenschap = mate van sociale steun uit de gemeenschap
- Een gemeenschap die de bijdrage van ouderschap aan de samenleving
waardeert en de complexiteit van ouderschap snapt en daarvoor
voorzieningen diensten en expertise ter beschikking stelt, bv.
kinderopvangtoelagen, ouderschapsverlof
Taakverdeling = hoe worden taken in het werk en huishouden verdeeld?
- Partners die elkaar steunen en aanvullen in het handelen en in het zicht op
het kind
- Een netwerk van mensen die om de ouders heen staan en daadwerkelijk taken
uitvoeren of overnemen
- Steunfiguren die bijspringen waar de ouders op kunnen leunen
Metapositie = mentale ruimte creëren en emoties reguleren om vanop afstand te kijken naar
hun eigen ouderschap
- Zelfreflectie, het ‘langzame denken’ tov het snelle denken
- Interne dialoog; denken over het denken en spreken
- Feedback tussen de ‘uitvoerende’ ouder en de ‘coach’ ouder
‘goede-ouder’ = waarnemingen en ervaringen waardoor ouders voelen dat ze invloed hebben
ervaringen - Geeft bevestiging dat ze goed bezig zijn, dat ze ertoe doen, wat weer kracht
biedt in het ouderschap
- Gebrek hieraan leidt tot minder zelfvertrouwen, angst, leegte, onzekerheid …
OMSTANDIGHEDEN
Bv. (aantal) kinderen, gezinssituatie, familie, sociaal netwerk, woonst, werk, inkomen, woonplaats, culturele
verschillen, religie, onderwijs, migratieachtergrond, maatschappij en haar verwachtingen, gewoonten …
- Kunnen mee- of tegenzitten
- Liggen buiten de invloedsfeer van de ouders, maar de invloed kan wel gebufferd worden
GOED GENOEG OUDERSCHAP
Er bestaat niet één juiste manier van opvoeden die universeel geldig is – men streeft niet naar de perfectie
maar naar zoveel mogelijk goede keuzes
Er zijn wel 4 basisvereisten van ouderschap waarover zo goed als iedereen het eens is (Durinck & Racquet)
- Liefde en affectie geven
- Het kind verzorgen, bv. voeding, hygiëne, gezondheid
- Het kind beschermen en veiligheid bieden, bv. toezicht houden
- Het kind van een stimulerende omgeving voorzien
Het is de taak van de samenleving om ouders zo goed mogelijk te ondersteunen zodat ze komen tot goed
genoeg en verantwoord ouderschap, bv. op school wordt er ook bescherming en verzorging geboden (∞
taakverdeling)
, Opvoedingsondersteuning – januari 2024 4
PSYCHOLOGIE VAN HET OUDERSCHAP
WET VAN MAIER
Effectiviteit van opvoedingsondersteuning hangt af van de combinatie van de kwaliteit van ons advies (k) en de
acceptatie/aanvaarding daarvan (A) door de cliënt
- E = k x A (Effect = kwaliteit x Acceptatie)
Probeer de A te vergroten door aan vertrouwen te werken binnen de werkrelatie en aan te sluiten bij de
beleving van ouders (= invoegen) alvorens je toe kan voegen (= toevoegen)
OUDERSCHAP VS OPVOEDERSCHAP
Ouderschap Opvoederschap
= tijdloos en omvat ook de beleving, is = tijdelijk en beperkt tot het gedrag, rol die
onvoorwaardelijk/existentieel en bevindt zich op uitbesteed kan worden
identiteitsniveau; wie men is als mens - Gaat eerder over wat men doet en hoe
- Bestaan van kind en eigen bestaan komt nooit - Is een rol naast alle andere rollen, want ouders
meer los en is niet te koppelen aan een zijn ook partners, zelf een kind, collega’s,
bepaalde levensfase of levensgebeurtenissen buurman/-vrouw …
- Taken kunnen uitbesteed worden aan oa.
leerkrachten, partner …
Belangrijk dat wij hen niet enkel benaderen
vanuit de opvoedingsrol, maar hen in hun
totaliteit zien
OUDERS(CHAP)
= een persoon met een onvoorwaardelijk en tijdloos besef van verantwoordelijk zijn voor een kind
BESEF VAN VERANTWOORDELIJK ZIJN
= niet het verantwoordelijk gedrag of handelen, maar de intentie en het verlangen van de ouder om het beste
te willen voor het kind en een goede ouder te zijn
- Dat vormt de motor van het ouderlijk handeren en dient dus als krachtbron voor het ouderschap
- Deze is onvoorwaardelijk en tijdloos
Maak een onderscheid tussen intentie en gedrag!
OUDERSCHAP MAAKT KWETSBAAR
In dat besef van verantwoordelijk-zijn zit eigenlijk een niet te realiseren opdracht die ouders zichzelf hebben
gesteld
- Kinderen ontwikkelen steeds en dus loop je als ouder achter de feiten aan
- Maatschappij vormt als het ware een publiek om ons heen én in ons hoofd, en in onze maatschappij heerst
een geloof in controle, dus ook controle over je opvoeding en kind
• Dit zorgt voor de opvatting dat ‘kind-problemen’ door ouders worden veroorzaakt
- Deze niet te realiseren opdracht kan gevoelens van schuld, schaamte en onzekerheid met zich meebrengen
OUDERLIJKE GROEI
Kinderen ontwikkelen continu, waardoor er een constante verandering is in pedagogische vraag en ouders dus
steeds “achter lopen”, maar dat zorgt er ook voor dat ouderschap een continu proces is, dat er sprake is van
ouderlijke groei
- Ouders groeien in praktische vaardigheden en vaardigheden in het aansluiten en opvoeden
- Ouders nemen psychisch de rol van ouder op, want je wordt geconfronteerd met je eigen geschiedenis en
belemmeringen
- Ouders aanvaarden wie het kind is