Prof. Weyts B.
AJ 2023-24 !! INHOUDSTAFEL AAN EINDE DOCUMENT !!
Verbintenissenrecht
DEEL I: HET BEGRIP VERBINTENIS EN DE SOORTEN VERBINTENISSEN
HOOFDSTUK 1: HET BEGRIP VERBINTENIS
AFDELING 1. DEFINITIE VERBINTENIS
- Geen definitie in oud BW, wel in de rechtsleer:
a) Rechtsband tussen personen
b) Ontstaan uit een rechtshandeling of een andere menselijke gedraging waaraan de wet of rechtspraak
rechtsgevolgen vastknoopt
c) Met als voorwerp het doen ontstaan van in geld waardeerbare aanspraken
d) Kan in recht worden afgedwongen
- Definitie in boek 5 BW: art. 5.1. BW
• Memorie van toelichting: klemtoon ligt op de juridische afdwingbaarheid
à = een door de wetgever zelfgeschreven toelichting bij de wet waarin hij meer informatie geeft over
de wetgeving, de interpretatie ervan, …
a) RECHTSBAND TUSSEN PERSONEN
- Tussen minstens 2 personen
- Waarbij de ene een vorderingsrecht heeft op de andere: aanspraak jegens een persoon op een bepaalde
gedraging (vb. huurovereenkomst: huurder kan aanspraak maken op het genot van het gehuurde goed en de
verhuurder op de huurgelden)
- Verschil met zakelijk recht: een zakelijk recht geeft je zeggenschap op een zaak (vb. eigendom, vruchtgebruik)
- Verschil in geldingskracht:
• Een verbintenis werkt inter partes, niet t.o.v. derden
• Een zakelijk recht geldt erga omnes, iedereen moet het respecteren (vb. ik heb eigendomsrecht op
een stuk grond, iedereen moet dat respecteren en mag niet zomaar op je grond bouwen)
b) ONTSTAAN UIT EEN RH OF ANDERE GEDRAGING (zoals rechtsfeit)
- Een rechtshandeling à definitie in art. 1.3. BW
• Uit overeenkomst: rechtsband tussen minstens 2 personen (meerzijdige RH) met het oog op het doen
ontstaan van rechtsgevolgen (vb. koop, huur, …)
• Uit een eenzijdige rechtshandeling
- Onderscheiden van rechtsfeiten: vb. fout, gebrekkige zaak, …
c) MET HET ONTSTAAN VAN IN GELD WAARDEERBARE AANSPRAKEN TOT VOORWERP
- Verbintenis om iets te doen, iets niet te doen of iets te geven (overgedragen van het zakelijk recht)
- Inspannings- of resultaatsverbintenis
• Inspanningsverbintenis: ik zal mijn best doen, ik zal mij inspannen zoals een normaal en voorzichtig
persoon, maar kan niet beloven dat het gewenste resultaat bereikt wordt
• Resultaatsverbintenis: het resultaat is gegarandeerd, je belooft het resultaat (vb. advocaat moet
termijn HB naleven als cliënt in HB wil gaan, anders staat fout advocaat vast – uitz. overmacht !!)
- Maakt vermogen van een schuldeiser een in geld waardeerbare vermogenspost uit en in vermogen van
schuldenaar een passief dat zijn vermogen belast
,d) KAN IN RECHTE WORDEN AFGEDWONGEN
- Bij niet-vrijwillige uitvoering van de verbintenis: afdwingbaarheid in rechte, eventueel onder dwangsom
= een verbintenis is juridisch afdwingbaar
- Onderscheid met andere verbintenissen, zoals natuurlijke verbintenissen en vriendschappelijke afspraken
à niet juridisch afdwingbaar
- Wat met gentlemen’s agreements?
à gebeurt wel eens tussen ondernemingen: men maakt afspraken over bepaalde regels die men gaat naleven
in samenwerking, maar die worden niet-juridisch afdwingbaar gesteld
AFDELING 2. NATUURLIJKE VERBINTENIS
à geen definitie in oud BW, wel in art. 5.2. BW
- Uitgangspunt: situeren tussen morele plichten en vermigensrechtelijke verbintenissen?
- Voorwaarde 1:
• Verbintenis die geldig bestaat, maar die in beginsel niet in rechte kan worden afgedwongen, hoewel
ze – wanneer ze vrijwillig werd nagekomen – niet kan leiden tot terugvordering van prestaties
• Erkenning van schuldenaar dat hij tot nakoming is gehouden: “ik voelde me verplicht mee in te staan
voor de renovatie”
- Voorwaarde 2:
• Gehoudenheid van schuldenaar wordt door de maatschappij als vanzelfsprekend aanvaard: de
maatschappij vindt het vanzelfsprekend dat de schuldenaar niet kan resitutueren
à noopt tot terughoudendheid !
à rekening houdend met maatschappelijke evoluties
TOEPASSINGEN:
- Alimentatieplicht in hoofde van lesbische meemoeder na beëindigen relatie?
- Uitgaven door feitelijk samenwonende partners tijdens de periode van samenwonen?
- Betaling begrafeniskosten door niet-erfgenaam:
Een koppel woont feitelijk samen gedurende 40 jaar: man komt te overlijden à de begrafenis moet worden
betaald à ruzie tussen erfgenamen en factuur blijft onbetaald, het betalen van de factuur is een last van de
nalatenschap à de vrouw betaalt de factuur en vraagt daarna het geld terug aan de erfgenamen uit de
nalatenschap à erfgenamen: nee, nee je hebt dat uit vrije wil willen betalen à rechtspraak: nee, het was niet
de bedoeling van de vrouw om het vrijwillig te doen, ze was de ruzie gewoon beu
- De betaling van een verjaarde schuld:
Factuur schijnwerking komt, ik betaal die, maar kom er daarna achter dat die verjaard was à niet terug te
vorderen
HOOFDSTUK 2: DE VERSCHILLENDE SOORTEN VERBINTENISSEN
AFDELING 1. VOLGENS HET VOORWERP VAN DE VERBINTENIS
1. Verbintenis om iets te doen, iets niet te doen of iets te geven
• Klassiek onderscheid in het oud BW
• Echter was de juridische relevantie beperkt omdat het weinig impact op de draagwijdte vd gevolgen
heeft à niet meer terug te vinden in Boek 5
2. Inspannings- en resultaatsverbintenissen (art. 5.72. BW)
• Verschil in intensiteit van datgene waartoe men gehouden is/draagwijdte vd gehoudenheid is anders
• Relevant voor de bewijslast
• Je kan jezelf altijd proberen te bevrijden van aansprakelijkheid door een beroep te doen op overmacht
à bestaat er ook een waarborgverbintenis? = versterkte resultaatsverbintenis, waarbij contractuele
aansprakelijkheid vaststaat als resultaat niet werd bereikt, zelfs in geval van overmacht
, Niet als zodanig erkend in Boek 5 BW, maar wetgever laat deur op een kier staan (zie MvT/art. 5.46
BW dat voorwerp van de verbintenis omschrijft als een prestatie die erin bestaat iets te doen, niet te
doen, te geven of iets te garanderen)
3. Indeling volgens aantal voorwerpen
a. Cumulatieve verbintenis – art. 5.156. BW
o Cumultatieve verbintenis = verbintenis die meerdere prestaties tot voorwerp heeft die door
partijen als ondeelbaar worden beschouwd
o Alle prestaties moeten worden uitgevoerd, SE kan zich verzetten tgn gedeeltelijke uitvoering
o Geen bijzondere rechtsgevolgen, gelet op ondeelbaar karakter
à vb. verkoop door bouwpromotor van een appartment en een garage
b. Alternatieve verbintenis – art. 5.157. BW
o Alternatieve verbintenis = verbintenis die betrekking heeft op meerdere prestaties waarvan
slechts één moet worden uitgevoerd opdat de schuldenaar bevrijd is
o Schuldenaar maakt keuze op moment van uitvoering en die keuze is definitief en
onherroepelijk
à bv. keuze in wellke munt lening wordt terugbetaald of verkoop van grond of o.g.
c. Verbintenis met subsidiaire prestatie – art. 5.158. BW
= facultatieve verbintenis (oude term)
In nieuw BW: “verbintenis met subsidiaire prestatie”, waarbij als uitgangspunt geldt dat de verbintenis van de SA slechts tot
één prestatie strekt (de hoofdprestatie), maar dat de SA de mogelijkheid heeft om zich te bevrijden door een andere, bepaalde
prestatie te leveren.
o Schuldenaar kan zich bevrijden door andere prestatie te leveren dan diegene die werd
bedongen
o Geen regeling in oud BW, kan gebaseerd zijn op wilsautonomie
o Uitzonderlijk !!
AFDELING 2. VOLGENS HET AANTAL SE’S OF SA’S
- Niet steeds 1 schuldeiser en 1 schuldenaar, in de realiteit is het zo dat er bij een rechsthandeling meerdere
partijen betrokken zijn. Hetzij aan de actief-zijde, hetzij aan de passief-zijde, hetzij aan beide zijden.
- Artikel 5.159 BW
o § 1: het uitgangspunt = de deelbaarheid: splitsing verbintenis in evenveel delen als er partijen zijn
o § 2: de uitzonderingen:
§ Hoofdelijkheid
§ Ondeelbaarheid
§ Verbinenis in solidum
1. De deelbaarheid als principe – art. 5.159 BW
= de zgn. gezamenlijke of samengevoegde verbintenis
- Meerdere personen aan actief- of passiefzijde (bv. gezamenlijke huur of verhuur)
- Opsplitsing verbintenis in evenveel delen als er partijen zijn
- Verdeling per hoofd, tenzij andere verdeelsleutel bedongen of tenzij concrete omstandigheden een andere
verdeling rechtvaardigen
- Werkt door naar de erfgenamen
Bv. A en B huren een appartment voor de som van 800 euro. A overlijdt en heeft 2 erfgenamen Xen Y.
zij kunnen slechts worden aangesproken voor 400 euro.
- Leidt tot complexe juridische relaties
Nadeel passieve deelbaarheid [= nadeel voor schuldeiser]: schuldeiser draagt risico van insolvabiliteit van elke
schuldenaar
, 2. Uitzondering 1: Hoofdelijkheid – artt. 5.160-5.173 BW
Hoofdelijkheid = een verbintenis waarbij meerdere subjecten elk tot het geheel gehouden of gerechtigd zijn, hoewel
prestatie perfect deelbaar is
- Actief (zijde schuldeisers) of passief (zijde schuldenaars)
- Wordt niet vermoed !
- Strekt zich uit tot erfgenamen, maar slechts ten belope van hun deel in de nalatenschap
Bv. A, B en C zijn hoofdelijk gehouden tot het betalen van de som van 100. A overlijdt en heeft 4
erfgenamen. Elk van hen kan slechts ten belope van 25 worden aangesproken.
- Creëert belangrijke rechtsgevolgen
a. Actieve hoofdelijkheid – art. 5.170 BW
= 1 schuldenaar, meerdere schuldeisers
- Meerdere SE’s waarbij betaling van de schuld door de SA een één van de SE’s, de SA bevrijdt
Bv. A moet som van 100 betalen aan X en Y. Indien A 100 betaalt aan X of Y, heeft hij bevrijdend betaald
- SE is niet verplicht volledige betaling te aanvaarden: het risico is namelijk dat de schuldenaar aan wie wordt
betaald, het geld verkwist of verdwijnt met het geld, de andere SE heeft dan pech want hij kan niet meer bij
de SA aankloppen
- Kwijtschelding van de schuld door één SE geldt enkel voor zijn aandeel
- Verdeling tussen SE’s onderling wanneer SA bevrijdend betaald heeft aan één van hen
- Komt niet vaak voor want houdt risico in
- Bron: contractuele regeling of wet
Bv. bankrekening op naam van koppen die beide handtekeningbevoegdheid hebben
b. Passieve hoofdelijkheid – art. 5.160 BW
= 1 schuldeiser, meerdere schuldenaars
- Meedere SA’s waarbij SE mag kiezen welke SA hij aanspreekt tot betaling van de schuld
Bv. A en B zijn hoofdelijk gehouden tot betaling huurgeld aan verhuurder X, zodat X kan kiezen of hij A
dan wel B aanspreekt
- Betaling door 1 SA bevrijdt de andere SA’s, maar er moet nadien verdeling gebeuren
- Belangrijk instrument voor SE (eenvoudige inning, besherming tegen insolvabiliteit van een van de SA’s, …)
- Vaak toegepast in praktijk
BRONNEN
- De wet: de wetgever schrijft passieve hoofdelijkheid voor:
o Bv. artikel 50 Sw.: alle daders, mededaders en medeplichtigen zijn hoofdelijk gehouden tot teruggave
en schadeverg i.v.m. het misdrijf waaraan ze deelgenomen hebben
à is van openbare orde, dus afwijking is niet mogelijk
- Het contract:
o Bv. verkoper bedingt dat kopers hoofdelijk gehouden zijn tot betaling van de prijs
- De gewooterechtelijke regel:
o Het Hof van Cassatie heeft in oudere rechtspraak vooropgesteld dat er in handelszaken minstens een
vermoeden van hoofdelijkheid geldt, d.i. een gewoonterechtelijke regel dat is ontstaan id rechtspraak
o Rechtsonzekerheid omdat het Hof van Cassatie het had over handelszaken en de wetgever heeft het
nu over ondernemingen, dus is de wetgever toegekomen in art. 5.160, § 2 BW en zegt dat het geen
vermoeden meer is, maar dat er van rechtswege passieve hoofdelijkheis is à dus: bron is nu wet
geworden