Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Intellectuele rechten €9,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Intellectuele rechten

 45 vues  1 fois vendu

Dit is een samenvatting voor het vak Intellectuele rechten gegeven door Prof. M.C. Janssens. De samenvatting is gemaakt op basis van het handboek, de PowerPoint slides en lesnotities.

Aperçu 4 sur 72  pages

  • 24 décembre 2023
  • 72
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (1)
avatar-seller
judithverdonck
Deel 1 – Inleiding
1.1Wat zijn intellectuele rechten?
- Synoniemen:
o Intellectuele eigendom
o Intellectuele-eigendomsrechten
- = verzamelbegrip van # private subj.R.
o Gaat dus om subj.R. die door obj.R. aan rechtssubjecten worden toegekend
 Rechtssubjecten = bepaalde persoon die door obj.R. een bepaalde bevoegdheid
heeft gekregen
o Binnen private subj.R. is onderscheid
 Persoonlijkheidsrechten (extra-patrimoniale rechten)
 = niet verhandelbare subj.R.
 Nauw verbonden aan persoon => GEEN rechtsgeldige afstand van doen
 Verm.R. (patrimoniale rechten)
 = verhandelbare subj.R.
 Onderverdeelt in
o VorderingsR.
o Zakel.R.
o Intellectuele R.
 = zakel.R. van bijz. aard WANT slaan op immaterieel G. =>
geen stoffelijk, materieel voorwerp
 Maar wel absolute rechten!
 NUANCE: sommige sluiten ook pers.R. in
 T.a.v. “voortbrengselen van geest” kunnen R. ontstaan die
net zo exclusief en absoluut werken als civiele eigd. Op LG

1.2Plaats van intellectuele rechten binnen het economische recht
1.2.1 Het principe van de vrijheid van ondernemen (art. II.3-II.4 WER)
- Vrijheid van handel + nijverheid = oud fundamenteel beginsel
o Vb. ik mag me inspireren op een bepaald goed
- Decreet d’Allard erkende beginsel + = essentiële pijler van econ.
o = recht van ieder individu om naar goeddunken elke handel te drijven of elk beroep, bedrijf of
ambacht uit te oefenen
o Herbevestigd in art. II.3-II.4 WER
-  IR, als strijdig met IR mag je niet concurreren en zelfde maken

1.2.2 Het principe van de vrije mededinging mits inachtneming van de eerlijke
gebruiken
- Toont weerslag op vrijheid van ondernemen op private verhoudingen tussen burgers
o Impliceert namelijk dat personen eenzelfde soort handel mogen drijven en waren of diensten
mogen aanbieden binnen eenzelfde afzetmarkt (vrijemarktecon.)
o => betrokkenen zullen elkaar schade berokkenen
 Kan bewust worden aangebracht ALS concurrent uit markt wilt verdringen
- Vrije mededinging houd ook in om vb. van anderen na te volgen
o => min. van perso. Inspanning ligt laag
o Vb. vrijheid van nabootsen/ kopie
- ! grenzen
o Concurrentiestrijd kan ≠ eeuwigdurende strijd
o Vrije mededinging mag NIET proporties aannemen dat samenleving er nadeel van ondervindt
o => noodzaak van stelsel van mededingingsrecht als BEPERKING op algemene vrijheid van
mededinging = concurrentiemechanisme (evenwichtsoefening)

1.2.3 De intellectuele rechten als uitzondering op de vrijheid van mededinging en
kopie
1

, - Wetgever wil investeringen stimuleren die leiden tot nieuwe creaties en vindingen
o Reden? Die bevorderen vooruitgang van maatschappij
o Vb. geneesmiddelen sector heeft veel nood aan IR, kost miljoenen om nieuwe
geneesmiddelen op markt te brengen
 Niemand gaat investeren zonder zekerheid dat hij investering terugkrijgt
 Reden? Pil = chemisch middel, kan zonder veel moeite nagemaakt worden => geen
investeringen meer DUS IR
 MAAR als we hier stoppen gaan we niet vooruit want zou exclusiviteit blijven
uitoefenen en iet verder investeren => IR = tijdelijk
 = deal tussen maatschappij en mensen die creatief en innovatief werkzaam zijn
- IR = exclusieve R.
o Gedurende bepaalde tijd een soort monopolypositie
o Anderen mogen geen gebruik maken van creatie ZONDER toestemming R.houder = verbodsR.
o ! R. mogen niet als obstakel fungeren
- IR ook onderworpen aan algemeen beginsel van verbod op misbruik van R. => billijkheidsevenwicht tss
o Rechtmatig verworven IR
o Belangen van 3e
o Functies van betrokken R.

1.3De sector van intellectuele rechten
1.3.1 Overzicht
- Binnen IR, 2 subcategorieën (limitatief, bepaalde door wetgever)
o Industriële rechten
 Merkenrecht (vb. Duvel)
 Octrooirecht (vb. nieuwe tandenborstel)
 Modellenrecht (vb. nieuwe Iphone)
 Kwekersrecht (vb. nieuwe variëteit van rozen)
 Topografieën (vb. Chips/ halfgeleiderproducten)
 Geografische benamingen van oorsprong (vb. Champagne, Feta)
o Auteursrechten
 Auteursrecht sensu stricto
 Naburige rechten (vb. uitvoerige kunstenaars, muzikanten, zangers, producenten,
nieuw persuitgevings recht…)
 Computerprogramma’s
 Databanken (!!! Speciaal systeem, enkel in EU en NIET int.)
- ! moet niets steeds gekozen worden tussen deze R.
o Praktijk: synthetische benadering (combinatorial approach)
 Veel mogelijkheden tot cumuleren van 1/meerdere R. t.a.v. eenzelfde product
 => houder heeft sterkere positie
o Doet er vooral toe dat product voldoet aan beschermingsvereisten
o => elk IR. Zal ander aspect van product beschermen
- NUANCE: komen ook steeds meer IR bij (vb. nieuw persuitgevers recht voor online persrecht)

1.3.2 Gelijkenissen
- Feit dat IR een verzamelterm is toont dat er gelijkenissen zijn
- 9 gelijkenissen in totaal
o “eig.R.” = grondrecht
 = fundamenteel R., MAAR ≠ onaantastbaar of absolute bescherming
 Uitoefening is steeds afgewogen tegen bescherming van andere grondR.
o Voorwerp = immaterieel
 Beschermd = “scheppingen van de menselijke geest”
 Gaat niet om apparaat MAAR zeggenschap om voorwerp te mogen maken
 Vb. syllabus van vak, prof heeft daar auteursrecht op = IR, student koopt die bij acco
= materieel eigenaar
o Vereisten van nieuwigheid/ originaliteit


2

,  Alleen prestaties beschermen die banale of reeds gekende overstijgen
 Drempel is van recht tot recht verschillend
 => criteria zoals originaliteit, nieuwheid of beschikbaarheid
o Exclusiviteitsrechten
 = bepaalde handelingen van exploitatie uitsluitend voorbehouden voor houder (pos.
aspect)
 Ook verbodsrecht (neg. aspect)
 = ik als titularis van R. kan concurrenten verbieden om iets op zelfde manier
te creëren
 Tegenwerpelijk erga omnes
 Goede trouw inbreukpleger heeft GEEN invloed op kwalificatie van inbreukdaad
o Tijdsgebonden karakter
 R. slechts tijdens uitdrukkelijk bepaalde termijn (kan eeuwogdurend)
 Na verstrijken termijn vallen beschermde prestaties in openbaar (publiek) domein
 => voor iedereen toegankelijk + vrij gebruikt worden
 UITZ.: merkenrecht heeft geen duurtijd
o Econ. waarde
 IR = vatbaar voor overdracht (afstand van R.)
 Vb. in licentie
o Inbreuk = namaking
 = het niet respecteren van exclusiviteit
 Titularis van R. kan zich hiertegen verzetten (inbreukvordering)
o Territorialiteitsbeginsel
 Exclusieve R. slecht geldend binnen grenzen van staat of staten die R. voor hun
territorium verlenen
 M.a.w. per territorium R. verworven en afgedwongen
 Vb. uitvinding, octrooi aanvragen in BE => enkel in BE gelding. In EU => enkel in EU
geldig
 NOOIT wereldwijd (tenzij in elk lang verkregen)
o Unieke int. organisatie
 WIPO (World Intellectual Property Organisation)
 = gespecialiseerde instelling van VN met doel IR over hele wereld
bevorderen
 Taken:
o Verdragen afsluiten
o Admin. Samenwerking tss staten verzorgen
o Juridische en technische bijstand aan ontwikkelingslanden
o Int. registaties
o Arbitrageorgaan
 WTO (World Trade Organisation)
 Samenwerkingsakkoord met WIPO over toezicht op naleving van TRIPs
 TRIPs = afgesloten door WTO (NIET WIPO)

1.3.3 Verschilpunten
- Finaliteit van beschermingssystemen
o Auteursrecht = culturele finaliteit
 Beschermd creaties als uitdrukking van persoonlijkheid van schepper van werk
 Stimuleren van creatie van werken levert bijdrage tot culturele en sociale
vooruitgang van gemeenschap
o Industriële rechten = econ. finaliteit
 Betrekking op producten die verhandeld worden
 Wordt ingezet als onderdeel van algemene systeem van mededinging
- Wijze waarop recht ontstaat
o Auteursrecht ontstaat door rechtsfeit (= creatie van werk)
o Industriële recht ontstaat door rechtshandeling (aanvraag tot bescherming indienen)
- (geen) persoonsgebonden R.

3

, o Bijz. persoonsgebonden R in auteursrecht = morele rechten
o R. omvatten attributen die aan persoon van auteur bijz. bescherming verlenen

1.3.4 Economisch belang
- IR vandaag grotendeels door Eu wetgeving geregeld
- Evolutie = gevolg van streven naar eengemaakte Europese markt en vrijwaren van vrij verkeer van
goederen en diensten
- Innovatie + immateriële activa = hoekstenen van huidige econ.
o Reden? Marktwaarde van toonaangevende bedrijven wordt in toenemende waarde bepaald
door immateriële activa

1.4Bevoegdheid inzake intellectuele rechten in België
1.4.1 Wetgevende bevoegdheid
- Domein valt uitdrukkelijk onder bevoegdheden van Federale OH
- Wetgevend initiatief meer aan BE OH onttrokken t.g.v. int. verdragen en richtlijnen of verordeningen
van EU

1.4.2 Intellectuele rechten als onderdeel van WER
- Boek XI: materieel recht (!)
- Boek I: definities
- Boek II: algemene beginselen (o.m. Decreet d’Allarde)
- Boek XV: rechtshandhaving
- Boek XVII: bijz. rechtsprocedures

1.4.3 De Dienst voor de Intellectuele Eigendom (DIE)
- Gevestigd in FOD economie
- Taken:
o Afleveren en beheren van BE titels van IR
o Info. Plicht
o Voorbereiding van wetgevende teksten + adviseren van bevoegde OH
o Int. vertegenwoordiging van BE




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur judithverdonck. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€9,49  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter