Lezen, spellen en rekenen: diagnostiek LA2 S1
Deel 1 normale ontwikkeling lezen, spellen en rekenen
Wat is lezen en spellen?
1. Inleiding
Lezen
Wat is de doelstelling van lezen? Waarom lezen wij? Waarom lezen wij kinderen lezen?
Om te kunnen communiceren zonder te praten, nood aan informatie, om te studeren, als
ontspanning, om zelfredzaam te zijn in de maatschappij…
Verschillende vormen van lezen:
- Technisch lezen= verklanken van geschreven materiaal, het kraken van een code, het is een
middel om te komen tot je doel en dat is het begrijpen van wat er staat, het decoderen van
de letters is een functionele vaardigheid, een middel om te komen tot het begrijpen en dit is
een fundamenteel mensenrecht
- Begrijpend lezen= het achterhalen van de betekenis van geschreven materiaal
- Studerend lezen= betekenis van geschreven materiaal opslaan om later te reproduceren
- Belevend lezen= inleven in personages, genieten en ontspannen bij lezen van boeken
Spellen
Wat is de doelstelling van spelling? Waarom spellen wij? Waarom leren wij kinderen spellen?
Dezelfde redenen als lezen maar dan omgekeerd, om schriftelijk te kunnen communiceren,
een boodschap achter te kunnen laten…
Wat is spellen?
– de manier waarop je een woord moet schrijven
– de schrijfwijze van een woord
– de vorm waarin woorden geschreven worden
– de orthografie van een woord
– het weergeven van auditieve codes in correct visuele codes
– ≠ schrijfmotoriek (~dysgrafie) (hiervoor ga je naar een kinesist, niet een logopedist)
Is spelling belangrijk?
Tijdens het schrijven gebruiken we spelling als middel en niet meer echt als doel omdat we
automatische spellers zijn geworden dus niet meer altijd actief moeten nadenken over een
correcte spelling, maar het is wel nog belangrijk omdat het ons ondersteuning biedt
Schooltaal in Vlaanderen is Nederlands dus daarvan moeten we inzicht hebben in de orthografie en
leren lezen en spellen. Schooltaal is niet altijd de thuistaal van een kind, dus dat kan invloed hebben.
, 2. Orthografie van het Nederlands
Nederlands is een taal met een alfabetisch schriftsysteem
Orthografie Fonologie
Grafemen Fonemen
Tekens Klanken
Schrift Uitspraak
Zijn deze koppelingen consistent?
Is er een één-op-één-relatie tussen G en F?
Is het Nederlands een transparante taal?
• FG
− voorbeelden van één-op-één-relaties (1 foneem 1 grafeem)?
a, e, i, o, u
− tegenvoorbeelden (1 foneem meerdere grafemen)?
Ei, ij, ou, au, ouw, auw (l en ll, s en c, m en mm…)
GF
− voorbeelden van één-op-één-relaties (1 grafeem 1 foneem)?
Ee, k, oe, ui, ei, ij, au, ou
− tegenvoorbeelden (1 grafeem meerdere fonemen)?
C, d als eindconsonant
• Conclusie:
− Nederlands is een semi-transparante taal (transparant is altijd 1op1 en niet-
transparant is zoals het Engels bijvoorbeeld omdat f en g niet veel overeenkomen
Lezen (G F) is veel transparanter (1-1) dan spellen (F G) in het Nederlands
“de orthografische transparantie van een taal”
,De Nederlandse orthografie (=spellingsysteem) is gebaseerd op 4 principes:
I. Fonologisch principe (enkel bij klankzuivere woorden!)
– Basisprincipe
– Je schrijft wat je hoort; je leest wat er staat
– Op basis van de KTK/FGK (=klank teken koppeling/foneem grafeem koppeling)
– “Elementaire (=basis) lees- en spellinghandeling”
– Uitgangspunt bij spelling = uitspraak
o Beïnvloedende factoren hierbij:
o Dialect!
o Allofonen negeren (bv. R en r zijn hetzelfde teken en
foneem maar klinken anders)
o Co-articulatie! Invloed aangrenzende klanken/woorden!
– Probleem: meer fonemen dan letters
– Oplossing: digrafen: 2 letters vormen samen een nieuw grafeem
o Homogene digrafen (aa, ee, oo, uu)
o Heterogene digrafen (oe, eu, ui, ie, ei, ij, au, ou, ng, ch)
II. Morfologisch principe
- Vormleer: de wijze waarop woorden gevormd zijn
- Morfeem: kleinste eenheid van taal met een zelfstandige betekenis en/of grammaticale
functie
- 2 soorten morfemen
o Vrije morfemen:
o kunnen als woord voorkomen
o Kunnen niet verder opgesplitst worden
o vb. ‘huis’ in ‘tuinhuis’
, o Gebonden morfemen:
o kunnen niet afzonderlijk voorkomen: voor- en achtervoegsels
o vb. ‘ver’ in ‘verhuis
- Omvat 4 morfologische procedures
a) Vorming van samenstellingen
vb. land + kaart
neologismen
b) Vorming van afleidingen
vb. ziel + ig / land + ing
c) Verbuigingen van woorden
vb. landen (meervoud), landje (verkleiningen)
d) Vervoegingen van werkwoorden
vb. hij slaapt (pv in tt), gedacht (vd)
- Twee morfologische deelprincipes
a) Principe van gelijkvormigheid: morfeem zoveel mogelijk op dezelfde manier schrijven
Niet ‘goet’ maar ‘goed’ want ‘goede’
Niet ‘fijftig’ maar ‘vijftig’ want ‘vijf’
Uitzondering: ‘buis’!
bv paart is paard omdat paardje, dus in versch vormen van dat woord
wil je hetzelfde
b) Principe van analogie of overeenkomst: woorden die gelijkaardig gevormd/opgebouwd
worden, worden op deze manier geschreven
‘grootte’ want ‘hoogte’
‘stationsstraat’ want ‘stationsplein’
uitzondering: ‘hij wacht’
in beide principes geldt: je bekomt de correcte spelling door woorden te vergelijken
III. Etymologisch principe (etymologie= de oorsprong van de woorden)
- Historisch gegroeide schrijfwijze
- Schrijfwijze bepaald door herkomst
- Welke woorden?
o Inheemse woorden (vb. uitspraakverschil vroeger bij ei/ij)
o Leenwoorden