begrippenlijst die kan dienen als een korte samenvatting voor het vak plantkunde, makkelijk over te zetten naar quizlet + belangrijkste termen aangeduid
eerste bachelor bio-ingenieurswetenschappen UGent
Begrip Uitleg
homologe structuren kenmerken met dezelfde oorsprong maar
niet noodzakelijk dezelfde functie
secundaire celwand celwand van oudere, niet meer groeiende
cellen
secreterende cellen deze cellen zijn vaak idioblasten, ze zijn
een vorm van endogeen secretieweefsel
tanninecellen parenchymcellen waarin tannine wordt
afgezet die oxideert tot bruinrode structuren
middenlamel lamel tussen 2 celwanden
primitieve en afgeleide kenmerken kenmerken die lang geleden verschenen
zijn en nu nog waarneembaar zijn
anatomische, morfologische en kenmerken opbouw en functioneren
fysiologische kenmerken
stippels plaatsen waar geen celwandverdikkingen
worden afgezet
cystolieten steenvormige aggregaten, gevormd in de
vacuole van een cel
plasmodesmata gaatje in de celwand
rafiden naaldvormige kristallen in zakvormige
cellen die slijmachtige substanties
produceren
stochasitische processen random verdeling van een vast aantal
soorten in een domein (de aarde) met harde
grenzen (de polen) met de hoogste
diversiteit in het midden van het domein,
ook gekend als mid-domein effect
regel van Rapoport de grootte van het verspreidingsgebied van
soorten is omgekeerd evenredig met de
gemiddelde breedtegraad waarop ze
voorkomen, met andere woorden, in de
tropen is het verspreidingsgebied kleiner als
bij de polen
desmotubulus dun buisje van ER door plasmosdesmata
secreterende holten of kanalen het resultaat van partiële desintegratie van
cellen (lysigeen) waarin secreties worden
afgezet
,symplast continuüm van cytoplasma's van
aangrenzende cellen door de
plasmodesmata
latexsecreterende structuren levende cellen met een primaire celwand
die latex produceren
metamorfosen mutaties/veranderingen aan
plantenorganen waardoor de
oorspronkelijke functie verloren ging en de
oorspronkelijke structuren nauwelijks te
herkennen zijn
symplastisch transport transport van opgeloste stoffen tussen 2
cellen door de plasmodesmata
protoplasma alle levende onderdelen van een cel
samen
latex ook gekend als melksap, complexe
vloeibare substantie die soortafhankelijk is
melksapcellen cellen die melksap produceren en kunnen
uitgroeien tot meterslange vertakte buizen
doordat kerndelingen plaatsvinden zonder
celdelingen (er wordt een coenocyt
gevormd)
apoplastisch transport transport tussen 2 cellen via de apoplast
protoplast het protoplasma van één cel
coenocyt een cel met meerdere kernen
nucleus celorganel met genetisch materiaal
hofstippels stippels met een verdikking ter hoogte van
het sluitvlies, kan afsluiten naar gelang van
druk met behulp van de torus
Laticifers ook gekend als melksapvaten, deze vaten
ontstaan uit aangrenzende cellen waarvan
de tussenwanden verdwenen zijn
torus een schuifvormige verdikking op het
sluitvlies in een hofstippel
apoplast continuüm van celwanden en intercellulaire
ruimten (niet levend)
margo sluitvlies stippel
plasmamembraan ook gekend als plasmamembraan, dubbele
fosfolipidelaag met eiwitten voor transport
, doorheen het membraan
tracheale elementen water vervoerende elementen van het
vasculair weefsel (xyleem)
cytoskelet netwerk van microtubili, microfilamenten en
intermediaire filamenten die zorgen voor de
ruimtelijke organisatie van celorganellen
integrale eiwitten eiwitten die de hele dikte van het
plasmamembraan overspannen
cribrale elementen assimilanten vervoerende elementen van
het vasculair weefsel (floeem)
perifere eiwitten eiwitten die enkel aan het
plasmamembraanoppervlak bevestigd zijn
celcyclus proces waarbij cellen zich reproduceren
xyleem weefsel dat voornamelijk water en ionen
van de wortel naar andere plantdelen
transporteert, bevat tracheïden, tracheeën,
xyleemvezels (sclerenchym) en
xyleemparenchym
S-fase periode waarin DNA-synthese plaatsvindt
floëem weefsel dat voornamelijk assimilanten
(fotosyntheseproducten) transporteert,
bestaat uit zeefcellen, zeefvaten,
floëemparenchym en floëemvezels
nucleair genoom genen/genetisch materiaal dat in de nucleus
zit
G1-fase eerste rustfase, heropbouw van
celorganellen
assimilanten fotosyntheseproducten
nucleolus deel de nucleus, plaats waar de onderdelen
van ribosomen worden aangemaakt
bestaat quasi volledig uit rRNA
nucleaire enveloppe het membraan rond de nucleus
G2-fase periode tussen de S-fase en de mitose
waarbij de cel zich voorbereidt op de mitose
protoxyleem xyleem dat als eerste differentiëert uit
procambium waar nog lengtegroei
plaatsvindt (pX)
protofloëem floëem dat als eerste differentiëert uit
, procambium waar nog lengtegroei
plaatsvindt (pFl)
ribosoom klein celorganel dat proteïnen produceert
door aminozuren aan elkaar te linken
M-fase de mitose in de celcyclus
polysomen ookwel polyribosomen genoemd, clusteren
van ribosomen in groepen
metaxyleem primair xyleem dat op grotere afstand van
de apex is, waar geen lengtegroei meer is
(mX)
preprofase fase van de mitose waarin een relatief
dichte zone van microtubili gevormd wordt
metafloëem primair floëem dat op grotere afstand van
de apex is, waar geen lengtegroei meer is
(mFl)
profase fase van de mitose waarin een hersynthese
met vorming van spoeldraden in beide
celpolen gebeurt
en het genetisch materiaal condenseert tot
chromosomen
endoplasmatisch reticulum uitgebreid netwerk van interne membranen,
loopt over in het buitenste membraan van
de nucleaire enveloppe
metafase fase van de mitose waarin de microtubili de
chromosomen in het midden van de
spoelfiguur trekken
primair xyleem (X1) metaxyleem en protoxyleem samen
ruw ER Endoplasmatisch reticulum bedekt met
ribosomen voor de eiwitsynthese
glad ER Endoplasmatisch reticulum zonder
ribosomen dat instaat voor de synthese van
vetten
primair floëem (Fl1) metafloëem en protofloëem samen
anafase fase van de mitose waarin de microtubili de
chromatiden uit elkaar trekken
tracheïden lange spitsuitlopende cellen zonder
protoplasma en kern, ze overlappen
elkaar en staan in verbinding met elkaar via
gaten in hun wanden
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mereldevreeze. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.