PUBLIEKRECHT (RE1)
KRACHTLIJNEN BELGISCHE STAATSSTRUCTUUR P 1-27
BELGIE IS EEN MEERGELAAGDE DEMOCRATISCHE RECHTSSTAAT (zie aanvullende teksten voor examen)
SITUERING VAN HET PUBLIEKRECHT
Greep uit het dagelijkse (beroeps)leven
- Wie ‘geflitst’ wordt wegens overdreven snelheid kan strafrechtelijk vervolgd worden omdat een inbreuk
gepleegd werd op de verkeerswetgeving.
- Als iemand gaat werken en een beroepsinkomen heeft dan moet die persoon op dat inkomen
personenbelasting betalen en komt dus in contact met het fiscaal recht.
- Wie als werknemer gaat werken moet een geldige arbeidsovereenkomst hebben om in orde te zijn met
de regels van de sociale wetgeving.
- Wie zijn beroepsactiviteiten wil uitoefenen onder de vorm van een besloten vennootschap moet via de
notaris een oprichtingsakte laten opstellen en komt dus in contact met het vennootschapsrecht.
Recht is alomtegenwoordig!
Recht is van belang voor alle burgers (en in het bijzonder voor (praktijk)juristen)
WAT IS RECHT?
Doelstellingen
- kan de basisprincipes en begrippen m.b.t. publiekrecht met eigen woorden uitleggen
- kan de kenmerken en de werking van de Belgische staat op federaal, regionaal en lokaal niveau
verduidelijken
- kan de (supranationale en nationale) rechtsregels inzake rechten en vrijheden beschrijven en duiden
- kan concrete probleemstellingen m.b.t. publiekrecht oplossen a.d.h.v. het wetboek
- kan kritisch reflecteren over actuele politieke en maatschappelijke vraagstukken
- kan de Franse benaming geven van de juridische basisprincipes en basisbegrippen uit het publiekrecht
‘Recht’: kenmerken & definitie
• Kenmerken
- Wat? Geheel van algemeen geldende regels
=> ≠ andere maatschappelijke gedragsregels (bv. morele, religieuze, conventionele (gedrags)regels)
o Algemeen geldende regels die opgelegd worden door de samenleving waartoe wij behoren bv.
Geen gsm aan tafel
- Wie? Opgelegd door de samenleving, via haar vertegenwoordiger
=>recht is dynamisch: gewijzigde samenleving, vraagt gewijzigde rechtsregels
o Via vertegenwoordigers waar wij onze toestemming hebben overgedragen
- Waarom? Doel = maatschappij ordenen
=>m.a.w. duidelijk stellen wie wat mag doen met welke middelen
o Gegeven van gsm en sociale media was vroeger volledig anders dan nu, dit geeft de de
maatschappij nieuwe uitdagingen
- Wat als? Overtreding/niet-naleving wordt gesanctioneerd door een wettelijk systeem van sancties,
m.a.w. rechtsregels zijn ‘afdwingbaar’
o Waar zijn de noden van bescherming? Rechtsregels evolueren samen met de noden van de
maatschappij (gsm opkomst, privacy regels)
1
, o Bv. factuur, je betaald niet, als jij dit niet doet dan hebben zij recht om de onbetaalde factuur in te
vorderen, maar zij kunnen de manier niet kiezen, zij kunnen je niet van je vrijheid beroven, ze
kunnen je een aanmanning sturen,…
• Definitie: Het ‘recht’ is ...
een geheel van door de overheid uitgevaardigde afdwingbare regels, die het menselijk handelen in de
samenleving ordenen
=> De ernst waarmee de regels kunnen afgedwongen worden bepaald hoe groot de tolerantie is van de
rechtbank. Wanneer de rechtsregels niet worden nageleefd kunnen deze gesanctioneerd worden, maar men
kan niet kiezen op welke manier bv. Een factuur is afdwingbaar via aanmaning, of via de rechtbank
BEGRIPPEN
Objectief recht vs. subjectieve rechten
Objectief recht
- Gedragsregels, afdwingingsregels en wijzigingsregels
- Uitgedrukt in algemene, abstracte bewoordingen
- Staat los van concrete personen en situaties waarop het toepasbaar is , niet toegepast op concrete
persoon/situatie, de concrete rechtsregels zonder dat je zo concreet hebt toegepast
- Bv. Elke 18 jarige persoon die bekwaam is heeft stemrecht
Subjectieve rechten
- Worden geput uit de objectieve rechtsregels
- Verlenen bevoegdheid om naar eigen goeddunken bepaalde handelingen te stellen
- Invulling van persoon tot persoon, volgens concrete persoon in concrete situatie toepassen
- Bv. Je voldoet aan de voorwaarde ‘belg’ en ‘ouder dan 18’ dus je hebt subjectief het recht om te gaan
stemmen
Rechtssubject vs. rechtsobject
Rechtssubject
- Persoon die subjectieve rechten en plichten kan hebben
- Subject = de persoon die de subjectieve rechten en plichten kan hebben
- Heeft 'rechtspersoonlijkheid'
- 2 soorten:
o Natuurlijke personen
= mensen ‘van vlees en bloed’
Eigenschappen: naam, nationaliteit, bekwaamheid, ... bepalen omvang van rechten
o Rechtspersonen
= juridische constructie, gecreëerd met een bepaald doel en met specifiek aan dit doel
gekoppelde rechten en plichten
Eigen rechten en plichten, los van de rechten en plichten van haar leden
Bv. VZW, heeft eigen rechten die losstaan van jou als lid
Rechtsobject
- Zaak waarover de rechtssubjecten hun subjectieve rechten kunnen uitoefenen
- Concreet: een voorwerp/goed, een dier, een geheel van goederen (bv. handelszaak) of een
vorderingsrecht bv aandelen
- Bv. Mijn huis, ik heb eigendomsrechten daarop, ik ben de persoon (het rechtssubject) dat subjectieve
rechten heeft zoals eigendomsrecht (objectief recht) (maar als ik het ga uitoefenen kan ik mijn subjectief
recht op het huis uitoefenen) mijn huis dat ik bezit (het rechtsobject)
- Bv. Ik ben schuldeiser van buurman, stel dat hij niet betaald, dan heb ik subjectief recht, het
vorderingsrecht om het geld dat mijn buurman mij moet , het object te gaan vorderen van mijn buurman
Dwingend vs. aanvullend recht
Dwingend recht (‘imperatief’)
- Wat? Rechtsregels die moeten worden nageleefd
- Inbreuk wordt gesanctioneerd met nietigheid (gevolgen worden geschrapt alsof ze nooit hebben
plaatsgevonden)
- Dwingend = je moet iets doen, je kan er niet van afwijken, zijn zeer belangrijk
- Verdere onderverdeling
2
, o Regels van openbare orde (absolute nietigheid): essentiële belangen van de gemeenschap, mag niet
van afgeweken worden, anders zullen rechters/magistraten hiervoor optreden
o Regels van louter dwingend recht (relatieve nietigheid): gaan private belangen beschermen, bv in
het consumentenrecht, waarbij je als consument een aankoop doet op afstand, als je niet tevreden
bent heb je bedenkingsrecht, dan kan je terugsturen en je geld terug krijgen
Aanvullend recht (‘suppletief’)
- Wat? Rechtsregels waarvan mag worden afgeweken
- Bijkomend recht,
- Gelden enkel indien partijen niets anders hebben voorzien
- M.a.w. keuze
o Ofwel, de aanvullende bepalingen van de wet volgen
o Ofwel, een afwijkende overeenkomst sluiten een (vorderings)recht (bv. aandelen, som geld)
INDELING VAN HET RECHT
Opdeling
- Intern (of nationaal) recht
o Binnen de grenzen van een staat
o Onderscheid
Privaatrecht : relaties tussen burgers onderling
Publiekrecht : relaties/zaken tussen burgers en de overheid & de overheden onderling
- Internationaal recht
o Grensoverschrijdend van toepassing
o Onderscheid
Privaatrecht (IPR)
Publiekrecht
Intern recht – Nationaal privaatrecht
• Wat?
- regels m.b.t. relaties tussen burgers onderling
o Welke subjectieve rechten?
o Hoe deze rechten verwerven?
o Hoe deze rechten afdwingen?
• Principe: contractsvrijheid
= bevoegdheid om vrij over zijn subjectieve rechten te beschikken
MET regels van aanvullend recht
BEPERKT door het dwingend recht + subjectieve rechten van anderen + verbod van rechtsmisbruik
• Rechtstakken
- Burgerlijk recht (verbintenissenrecht, goederenrecht, familierecht)
- Economisch recht (ondernemingsrecht, marktrecht & vennootschapsrecht) Arbeidsrecht
Intern recht – Nationaal publiekrecht
• Wat?
- = regels m.b.t.
o verhoudingen tussen burgers en overheid, werking federale en vlaamse gewesten&gemeens.
o bevoegdheden en organisatie van de overheid + verhoudingen tussen overheidsinstellingen
• Overheid heeft bevoorrechte positie
- Algemeen geldende regels uitvaardigen
- Beslissingen opdringen aan burgers (vb. boete, onteigening)
- Strafrechtelijke vervolging en vrijheidsberoving
• Rechtstakken
- Staatsrecht , staatsstructuur
- Grondwettelijk recht , welke mechanismes en regels de staatsstructuur regelen
- Administratief recht
- Fiscaal recht
- Sociale zekerheidsrecht
- Strafrecht
3
, - Strafprocesrecht
! Eén juridisch probleem = vaak toepassing van zowel privaat- als publiekrecht
Internationaal privaatrecht (IPR)
• Wat?
= bepalen welke nationale wetgeving toepasselijk is op (privaatrechtelijke) situaties/relaties met vreemde
(buitenlandse) elementen
Regels die zullen uitleggen, bepalen hoe men grensoverschrijdend tussen burgers moet handelen
Bv. huwelijk tussen Belgische vrouw en Russische man in Frankrijk , verkeersongeval in het buitenland
• Verwijzingsregels
- Welke rechter is bevoegd?
- Welk recht moet die rechter toepassen?
- Erkenning/tenuitvoerlegging van buitenlandse akten en buitenlandse rechterlijke beslissingen
• IPR = nationaal recht
- België (2004) wetboek internationaal privaatrecht
Internationaal publiekrecht
• Wat?
= Regels m.b.t.
- Verhoudingen tussen staten onderling (internationale verdragen)
- Verhoudingen tussen staten en internationale organisaties
- Inrichting en werking van internationale organisaties (vb. VN, Raad van Europa, EU, WTO)
o Europese unie: heel wat rechtsregels hebben impact op het belgische nationale recht
BELGIË IS EEN STAAT
Vanaf nu ook cursus
HET ONTSTAAN VAN BELGIË
ONTSTAAN VAN STATEN - ALGEMEEN
- Oorspronkelijk ontstaan
- Afgeleid ontstaan
o Dekolonisatie: kolonie verwerft juridische onafhankelijkheid
Bv. Congo (1960), oorspronkelijk belgische kolonie, is onafhankelijke staat geworden en
heeft zich een eigen juridische onafhankelijkheid gegeven
o Secessie: bevolkingsgroep scheidt zich met bepaald grondgebied af van bestaande staat
Bv. Kosovo (2008) een bevolkingsgroep gaat zich afscheiden (belgie is zo ontstaan door zich
af te scheiden van de nederlanden onder toezicht van Willem 1)
o Dismembratio: staat valt uiteen in verschillende staten
Bv. splitsing Tsjechoslowakije en Tsjechië en Slowakije (1993) splitsing tussen twee staten op
gestructureerde manier
o Fusie: verschillende staten richten samen 1 nieuwe staat op of laten de ene opgaan in de andere
Bv. eenmaking West- en Oost-Duitsland (1990) (daarvoor was het verdeeld, de berlijnse
muur splitste dit, na de val van de berlijnse muur zijn deze twee verenigd)
ONTSTAAN VAN BELGIË
- Val van Napoleon - Congres van Wenen (1815) PERIODE 1
o Om in te gaan tegen franse overheersing wou men een scheiding vormen, de zuidelijke provincies
zijn samengevoegd met noordelijke provincies om een buffer te vormen
o Plan voor Europese vrede: creatie van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden als bufferstaat in
het centrum van Europa om de Franse macht onder controle te houden
o Zuidelijke Nederlanden(=huidige Belgische grondgebied) dat voordien deel uitmaakte van Frankrijk
wordt toegevoegd aan de Noordelijke Nederlanden
- Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815) – Staatshoofd = Willem I PERIODE 2
o Zuidelijke provincies snel ontevreden – Politieke ondervertegenwoordiging
4