Bouwstenen
Teken en betekenisvol communiceren
Basisconcepten
- Semiotiek: overkoepelend veld
= het wet. veld rond tekens, betekenis en taal
Bestudeert de wijze waarop tekens functioneren en hoe ze betekenis doen ontstaan
Grondleggers: de Saussure en Peirce
- 3 centrale domeinen van studie
1. De tekens zelf en hun indelingen
2. De codes of systemen waarbinnen de tekens georganiseerd worden
3. De brede cultuur waarbinnen de tekens of codes opereren
- Subdomeinen
Fonologie: studie van klanken en de kleinste eenheden
Syntaxis: studie van taalconventies en betekenisvolle patronen van tekens
Semantiek: relatie tussen een teken en de betekenis die a/h teken wordt toegekend
focussen hierop
Pragmatiek: relatie tussen betekenis en de gebruiker v/h teken, sociale en contextuele
factoren
- Een teken heeft altijd een intensie en een extensie
Intensie: het geheel van criteria/kenmerken/eigenschappen dat bepaalt of een
term/teken wel kan worden toegepast
Extensie: de klasse van zaken waarop de term/het teken correct is toegepast
Vb. romantische komedie
Intensie: liefde, humor, happy end,…
Extensie: Nothing Hill, Love Actually,…
Maar: voor iedereen een andere betekenis, kan voor misverstanden zorgen
- Teken (!!!)
Betekenaar (Sa - signifiant): materiële vorm (foto, schrift, uitspraak, tekening,..)
Vb. een stoel
Betekende (Se - signifie): dat waar de tekenvorm naar verwijst (betekenis, concept,
object, definitie,…)
Vb. een meubel op 4 poten waarop je kan zitten
Relatie tussen betekende en betekenaar is puur toeval en berust op het feit dat we een
code of conventies (afspraken) nodig hebben om betekenis te verlenen. Er is een sociale
behoefte om op deze manier betekenisvol te kunnen communiceren met elkaar
EX: wat is de Sa en de Se van dit teken?
Se: muzieknoot “la”
Sa: de afbeelding, het horen van de noot
Belangrijk: orkest iedereen moet deze noot interpreteren als “la” en vb. niet
iemand als “do”, iemand als “re”,… anders misverstand
1
, - Teken – referent
Referent= het fysiek object waar een teken naar verwijst
Vb. de stoel zou het referent zijn
Pas op: niet elk teken heeft een referent
Vb. liefde, waarheid, vrede,…
Vb. auto
o Sa: “auto’
o Se: “een voertuig met 4 wielen en een stuur”
o Referent hoeft dus niet aanwezig te zijn, omdat iedereen weet wat de Se is v/e
auto, referent kan wel voor iedereen anders zijn (vb. Ferrari vs mini cooper)
- Significatie (Roland Barthes)
Primaire significatie – Denotatie:
= de letterlijke of objectieve betekenis van een teken. (vglbaar met Se)
Het deel v/d betekenis die voor elke tekengebruiker hetzelfde is en waar sociale
consensus over bestaat.
De standaard, neutrale of primaire betekenis.
Bv. Vuur = een rood heet natuurelement dat rook en hitte uitstoot
Secundaire significatie – Connotatie:
= de figuurlijke of subjectieve betekenis van een woord. (vglbaar met Sa)
Hangt samen met specifieke (fysieke) verschijningsvorm v/d betekenaar
De bijbetekenis of associatie
Kan gesplitst worden in twee componenten.
o Evaluatieve lading: bepaalt of iets goed, slecht of neutraal is
o Referentiële lading: een variabele betekenis of verwijzing die naargelang de
context kan veranderen
Bv. vuur = passie, energie, gevaar, warmte, gezelligheid…
- Ideologie/mythe = de verschillende manieren waarop de samenleving de betekenis van
communicatieboodschappen en media stuurt en organiseert
Tekensystemen
- Verwijst na/d relatie tussen tekens
Peirce
- Tekensysteem van Charles Peirce (VSA)
Teken = drager v/e betekenis
Object = waaraan betekenis wordt toegekend
Interprenant = de betekenis die gegeven wordt
Representamen = tekenvorm
2
, - Toepassing/oude examenvraag:
Vb. representamen “student”
Object: persoon die studeert
Interprenant: “student is vriend vo/h leven”, “bende zatlappen”,… - is voor iedereen
anders, o.b.v. ervaringen
Vb. tweet van Romelu Lukaku
Representamen (betekenaar): vreemdelingen
Object (betekende): het woord “vreemdelingen”
Interprenant: persoon van andere origine
Fout op examen: “interprenant = Lukaku”
De Saussure
- Tekensysteem van F. de Saussure (EU)
Betekenaar en betekende
“betekenaar” in zin van drager van betekenis v/e bepaald teken
“Se wordt extra Sa voor (Se van) een ander teken”
Onderlinge relaties tussen tekens bepaalt voor hem de betekenis van die tekens
De betekende (Se) van teken A is op zijn beurt een betekenaar (Sa) van teken B
Vb. als je weet wat een stoel is, weet je wat een tafel is
Vb. als je weet wat een bejaarde is, weet je wat een baby is
Vb. als je weet wat warm is, weet je wat niet warm (=koud) is
Betekenaar Betekende “appel”
Betekenaar Betekende “banaan”
Betekenaar Betekende “peer”
Indelen en categoriseren
Rol v/d tekengebruiker
Twee soorten relaties
Paradigma: de betekenis wordt
geconstrueerd door substitutie of
afwezigheid en wordt gekenmerkt
door selectiviteit. (Verticale relatie,
woorden zoals de man, vrouw,
bakker, behoren tot dezelfde
categorie)
Syntagma: een betekenisvolle combinatie of keten van tekeneenheden volgens een
bepaalde volgorde. (Horizontale relatie, een logische volgorde van woorden)
3
, Tekenindelingen
Peirce
- Tekenindeling van Peirce: 3 soorten tekens —> niet wederzijds exclusief en vaak
overlappend
Icoon: een teken dat op visueel, auditief zelfs olfactorisch vlak een gelijkenis vertoont
met het object waar het naar verwijst. Het haalt zijn betekenis uit een relatie van
gelijkenis. Bv. Foto, landkaart, onomatopee, schilderij,…
Index: een teken met rechtstreeks of natuurlijk verband met een object. De index haalt
betekenis uit een relatie van oorzaken en effecten. Indexen dienen aangeleerd te worden
via ervaring en kennis. Bv. Rook en vuur, koorts en ziekte,…
Symbool: een teken dat betekenis heeft op basis van een conventie of afspraak. De
relatie met het object is arbitrair of toevallig gebaseerd op een conventie. Het vervangt
vaak een ander gecompliceerd of abstract begrip. Bv. Koffie, tand, boek…
Peters
- Tekenindeling van J. M. Peters
(van onder naar boven, vb. het is een conventioneel, arbitrair, kunstmatig teken)
Natuurlijk of kunstmatig verband met het object waarnaar het verwijst
Arbitrair (toevallig) of gemotiveerd verbant met object waarnaar het verwijst
Icoon (gebaseerd op gelijkenis)
Symbool (associatie <-> Peirce (afspraak))
- SLIDES EXVRAAG
Exvraag
- Memes
Peirce: Icoon, want het is een foto, maar het is humor, verwijzen naar iets anders dus en
dat is afgesproken dus symbool
Peters: associatie, want humor werkt met associaties
4