Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Menswetenschappen - Filosofie & Sociologie €6,49
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Menswetenschappen - Filosofie & Sociologie

 69 vues  7 fois vendu

Volledige samenvatting van het vak Menswetenschappen waarin zowel de leerstof van Filosofie als de leerstof van Sociologie in staat.

Aperçu 4 sur 96  pages

  • Oui
  • 27 décembre 2023
  • 96
  • 2023/2024
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (1)
avatar-seller
MrSamenvatting
Menswetenschappen

Filosofie

H1: Logica en Argumentatieleer

1. Inleiding

Doel wijsgerige logica: methodes en principes ontwikkelen waarmee we correct redeneren van
incorrect redeneren kunnen onderscheiden.

 Kwaliteit van het eigen redeneren verbeteren

 Gebreken in het redeneren van anderen identificeren

De middelen die we hier presenteren zijn allemaal afkomstig uit de wijsgerige logica. Ze vallen uiteen
in twee grote groepen:

1. Middelen die te maken hebben met de vorm (structuur) van argumenten en dus behoren tot
de formele logica
2. Middelen die behoren tot wat de “leer van de drogredenen” genoemd wordt: verzameling
van stereotiepe ondeugdelijke vormen van argumentatie.

2. Formele logica

2.1 Deductieve redeneringen

Redenering: geordend koppel van een eindige verzameling premissen en een conclusie

 Alle redeneringen hebben een conclusie, maar de verzameling premissen van een redenering
kan leeg zijn.

Premisse 1

Premisse n
────────
Conclusie

Deductieve redenering: Als alle premissen waar zijn, dan is de conclusie zeker ook waar.

 Garandeert dus waarheidsoverdracht: onmogelijk dat premissen waar zijn en conclusie vals
is.

Vb. Deductieve redenering:

Alle mensen zijn sterfelijk.
Jan is een mens.
───────────────────
Jan is sterfelijk.

,Vb. Niet-deductieve redenering:

Als Amsterdam in België ligt, dan ligt het in Europa.
Amsterdam ligt niet in België.
─────────────────────────────────────
Amsterdam ligt niet in Europa.
 Merk op dat de premissen en conclusie ook vals kunnen zijn bij een deductieve redenering.
 Om mensen te overtuigen: deductieve redeneringen gebruiken waarvan premissen als waar
worden beschouwd.

Overtuigend argumenteren  deductieve redeneringen

Argumenten ontkrachten (van iemand anders)  niet-deductieve redeneringen

2.2 Correcte en foutieve redeneervormen

Redeneervormen: schematische letters voor zinnen gebruiken

Correcte redeneervormen zijn redeneervormen waarvan alle instanties deductief zijn.

Vb.

Als A, dan B
A
────────
B

Foutieve redeneervormen zijn redeneervormen waarvan sommige instanties niet waar zijn.

Vb.

A of B
────
A

 als de premisse B is, is de conclusie onwaar

2.3 Eenvoudige correcte redeneervormen

Symboo Naam Betekenis
l
 AB staat voor “A of B”
Disjunctie
 AB staat voor “A en B”
Conjunctie
→ Implicatie A→B staat voor “als A, dan B”
¬ Negatie ¬A staat voor “het is niet het geval dat A”



Naam (afkorting) Algemene vorm Voorbeeld
Modus Ponens (MP) A→B Als Brussel in België ligt, dan ligt het in Europa.
A Brussel ligt in België.
─── ──────────────────────────────────
B1 Brussel ligt in Europa.

, Modus Tollens (MT) A→B Als het regent, is de straat nat.
¬B
───
De straat is niet nat.
¬A ─────────
Het regent niet.
Contrapositie (CP) A→B Als het regent, is de straat nat.
───
¬B→¬A
───────────
Als de straat niet nat is, regent het niet.

Dillemma (DIL) AB John is een Schot of een Noord-Ier.
A→C
B→C
Als John een Schot is, spreekt hij Engels.
──── Als John een Noord-Ier is, spreekt hij Engels.
C ────
John spreek Engels
Disjunctief Syllogisme AB Jan is een Vlaming of een Nederlander.
¬A
(DS) ────
Jan is geen Vlaming.
B ────
Jan is een Nederlander.


2.4 Eenvoudige foutieve redeneervormen

Ontkenning van het antecedent

Antecedent = A in de vorm A  B

Gelijkaardig aan MP, maar daarbij bevestig je A, wat iets zegt over B

Als je A ontkent, volgt er niets over B, want er kunnen andere mogelijkheden zijn die tot B
A→B
¬A
───
¬B

Bevestiging van het Consequent
Vergelijkbaar met MT, bij MT wordt echter B ontkent, waardoor A ook niet waar kan zijn

Hier wordt B bevestigd, waardoor je echter niets kan besluiten over A.

A→B
B
───
A


Vb.
Als het regent, is de straat nat.
De straat is nat.
─────────
Het regent.

, Verkeerde omkering

Gelijkaardig met CP, maar volgorde A en B is foutief

A→B
───
¬A→¬B


Vb.
Als het regent, is de straat nat.
───────────
Als de straat niet nat is, regent het niet.

2.5 Complexe correcte redeneervormen

 Kleine letters a,b,c : specifieke objecten of personen
 Letters x, y, z: niet-specifieke objecten of personen
 Universele quantor (Ɐ) en existentiële quantor ()

Formele Betekenis Voorbeeld
uitdrukking
Pa a heeft eigenschap P. Jan (a)is een mens (P).
¬Pa a heeft eigenschap P niet. Kermit (a) is geen mens (¬P).
(Ɐx)Px Alle objecten hebben Alle objecten hebben een
eigenschap P. massa (P).
(x)Px Er bestaat een object dat Er bestaat een object dat een
eigenschap P heeft. kat is (P).
(Ɐx)(Px→Qx) Voor alle objecten geldt: als ze Alle mensen (P) zijn sterfelijk
eigenschap P hebben, dan (Q).
hebben ze ook eigenschap Q.
(x)(PxQx) Er bestaat een object dat zowel Er bestaat een kat (P) die zwart
eigenschap P als eigenschap Q is (Q).
heeft.


Algemene Voorbeeld
vorm
(Ɐx)(Px → Qx) Alle mensen (P) zijn sterfelijk (Q).
Pa Jan is een mens (P).
────── ───────────────────
Qa Jan is sterfelijk (Q).
(Ɐx)(Px → Qx) Alle economiestudenten (P) zijn ijverige studenten (Q).
(Ɐx)(Qx → Rx) Alle ijverige studenten (Q) slagen voor hun examens (R)
────── ───────────────────
(Ɐx)(Px → Rx) Alle economiestudenten (P) slagen voor hun examens (R).
(Ɐx)(Px → Qx) Alle economiestudenten (P) zijn ijverige studenten (Q).
(x)Px Er bestaat een economiestudent (P).
────── ──────
(x)Qx Er bestaat een ijverige student (Q).

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur MrSamenvatting. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

53340 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49  7x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté