Inleiding tot het recht
HOOFDSTUK 1: WAT IS RECHT?
1.1 Onderscheid objectief en subjectief recht?
Definitie => 2 delen
1) Objectieve invulling: recht als maatschappelijke fenomeen (the law)
a. Objectief recht: geheel van algemene (on)geschreven regels voor uiterlijke
gedragingen (niet gedachten) van in maatschappelijk verband levende mensen (niet
dieren) waarvan respect kan worden afgedwongen door de overheid
i. (on)geschreven: in Engeland zijn er rechtsregels ongeschreven (grondwet is
gebaseerd op gebruiken en gewoontes, dus ze zijn niet noodzakelijk
geschreven)
ii. enkel betrekking op uiterlijke gedragingen : Gedachten vinden zich buiten
het recht, homoseksualiteit deviant => mss religieuze impact maar
rechtsregels grijpen niet in op wat u denkt. Wnr u begint te discrimineren,
dan grijpt het recht wel in. Gedachten worden gedragingen die de mpij niet
aanvaard.
iii. enkel mensen: vb. hond overlijdt => er kan geen testament opgebouwd
worden, kan zijn eigen rechten niet afdwingen, is een rechtsobject geen
subject, kan hij zijn eigen rechten en verplichtingen niet afdwingen, de hond
heeft er een mens voor nodig.
iv. kan aangevochten worden door de overheid: zij beschikken over justitie die
ons in staat stelt om de naleving van rechtsregels te waarborgen, dat is het
grote verschil met religieuze, leeftijd regels, sport en spel regels, het feit dat
de naleving bewerkstelligd worden met tsskomst van de overheid.
2) Subjectieve invulling
a. Objectieve regel die bepaald of dat uw eigendom is en als iemand inbreuk maakt dan
leent u een subjectie inspraak aan dat obj om uw eigendomsrecht af te dwingen. Vb.
Koper koopt iets en komt contract na, als koper kan je uw eigendomsrecht inroepen
en eisen dat anderen dat recht respecteren vb. laptop afnemen.
b. P 952 art 3.50 in codex: def eigendomsrecht
1.1.1 Band tussen objectief en subjectief recht
Objectief: voorwaarden en regels waaraan u zich moet houden
Gebodsbepaling: plicht van persoon A om iets te doen (bv. schade vergoeden)
Verbodsbepaling: plicht van persoon A om iets niet te doen (vb. oneerlijke concurrentie)
subjectief: recht om dat objectieve recht na te leven
Plicht van persoon A om iets (niet) te doen = recht van persoon B om gedragingen van
persoon A te eisen
Belang van het onderscheid:
Objectief contentieux (administratieve rechtscolleges vb. raad van state)
Subjectief contentieux (gewone rechtbanken vb. hoven om inspraken af te dwingen)
, 1.1.2 Verduidelijking toepassinsgeval: onrechtmatige daad
Artikelen 1382 en 1382 oud BW (objectieve rechtsregel)
Iedere daad van een mens die aan een ander schade veroorzaakt is verplicht tot
schadeloosstelling (schade vergoeden)
Subjectief recht: uw recht op schadevergoeding. Omdat u mij schade hebt aangericht, dat
recht wordt ontleend aan de objectieve rechtsregel
Dus:
Voorwaarden waaronder iemand recht heeft op schadevergoeding = obj
Aanspraak op schadevergoeding van slachtoffer= subj
1.1.3 Voorwaarden art 1382-1383 oud BW: onrechtmatige daad (vervolg)
Opdat een slachtoffer recht heeft op een schadevergoeding moeten er drie voorwaarden vervuld
worden (obj)
1) Fout
a. Objectieve component:
i. Schending wettelijke of reglementaire norm (= resultaatsverbintenis)
ii. Schending algemene zorgvuldigheidsnorm (= inspanningsverbintenis)
iii. Schending van een rechtsregel: vb. te snel rijden
iv. Elke schending van een strafrechtelijke bepaling vb. moord, diefstal, afpersing
v. ! niet elke fout is een miskenning van een strafrechtelijke bepaling !
b. Subjectieve component
i. Schuldbekwaam
ii. Toerekenbaarheid: geen vreemde oorzaak
c. persoon gehandeld als zorgvuldig, normaal en vooruitziend persoon indien hij in
dezelfde omstandigheden wordt geplaatst. Vergelijken met andere personen, wat
een normale uitbater zou gedaan hebben in dezelfde situatie om te zien of hij
normaal gehandeld heeft, regels van goede huisvader gevolgd heeft. Vb. elke winkel
houdt zijn parking sneeuwvrij en de ene winkel doet dat bv. niet dan is dat fout
d.
2) Schade: de aantasting van een juridisch beschermd belang: eigendom, fysieke integriteit,
immateriële schade, (morele schade)
a. Vb 1: een koppel is in verwachting van een kind en gaat naar het ziekenhuis. Alle
testen zijn in orde, maar plots heeft kind open rug waterhoofd en klompvoeten. Kind
zal door leven gaan met fysieke beperking. Geen mogelijkheid meer tot abortus, ze
zijn te laat, maar wrm werd dat nooit gezegd toen het nog kon? Ik was op vakantie en
de brief met de uitslag is zes weken blijven liggen.
Vraag: kan de gynaecoloog aansprakelijk gesteld worden?
> Heeft hij gehandeld als normaal persoon? Neen die zorgt ervoor dat de post
wordt opgevolgd door een collega = fout
> Schade: veel kosten (huis aanpassen, rolstoel kopen), morele schade
Ze kunnen schadevergoeding aanvragen
, b. Vb. 2: Kind wordt 18 => kind stelt gynaecoloog aansprakelijk => wnr op tijd ingelicht
ging zijn -> abortus -> dan had ik geen schade of lijden moeten doorgaan :> is dat
schade?
Hof van Cassatie deed uitspraak: neen, dat is geen schade, schade is het
verschil tss 2 toestanden
Toestand waarin u zich bevonden zou hebben zonder de fout vgl’n
met de toestand waarin u zich bevindt door de toestand.
Schade van ouders bestaat (wrongful birth), vordering aan kind (wrongful
life)
Toestand kind: ik leef met veel pijn en hypothetische tijd is de toestand
waarin ik niet had geleefd => dat is een absurde redenering want hiermee
ontkent u uw eigen bestaan, leven is altijd meer waard dan niet leven. Dus
vordering van kind is afgewezen, vordering van ouders is toegewezen en dus
aansprakelijk.
3) Oorzakelijk verband: equivalentieleer
a. vb. emma is hersteld van verwondingen na val en rijdt door leuven met auto maar
miskend de verkeersregels en botst tegen iemand aan. Persoon is gewond naar
ziekenhuis. In ziekenhuis geven ze extra bloed. In het bloed zit het HIV-virus. Vraag: is
emma aansprakelijk voor het feit dat het slachtoffer vandaag hiv heeft? Is er een
oorzakelijk verband tussen haar fout en de schade?
Emma: aansprakelijk -> equivalentieleer (= leer van de noodzakelijke
voorwaarde)
Elke fout, elke oorzaak is equivalent aan de ander
Fout van emma wegdenken en we reconstrueren alle feiten, dan zou
deze schade niet voorgdn hebben
Ook ziekenhuis aansprakelijk
Art. 6.6 BW: Beginsel “Eenieder is aansprakelijk voor de schade die hij door zijn fout aan een
ander veroorzaakt.”
Art. 6.7 BW: fout
Art 6.19 BW: noodzakelijke voorwaarde
Art. 6.25 BW: schade
1.2 Klassieke definitie van het objectieve recht
Objectief recht: Het geheel van imperatieve door de overheid afdwingbare regels, voor de uiterlijke
gedragingen van de rechtssubjecten.
1.2.1 Imperatief karakter
Indicatieve regels zeggen hoe de mpij/werkelijkheid is (is niet hoe recht is)
Het recht gaat iets aangeven dat anders kan zijn, maar niet anders mag zijn => deductief (vertrekken
van een algemene regel (hoe iets moet zijn) naar individuele conclusies komen
Principe: rechtsregels gebieden of verbieden vb. art 203 oud BW en art 422 bis Sw
o vb. je krijgt een boete indien je nalaat om hulp te bieden = gebod
, o vb. indien kind verder studeert na 18, als ouder nog steeds instaan voor
onderhoud = gebod
uitzonderlijk inductieve methode
o bij open wettelijke normen ( vb. een dringende reden tot ontslag)
o totstandkoming van een rechtsregel kan inductief karakter hebben vb.
gewoonterecht
permissieve regel houdt ook verbod in
o art. 3.50 BW
o definities: art. 159 Gw rechtsregels
rechtsregels zijn nooit declaratief
o rechtsregels die toelating inhouden = vaak uitzondering op een tevoren bepaald
verbod, in andere gevallen een vooraf gegeven toelating, die vervolgens wordt
beperkt
regels die helpen andere rechtsregels te formuleren
o definities: boek I WER art. 394 Sw
o ze worden indicatief verwoord (in de vorm van een vaststelling)
constitutieve regels: bevatten gedragsregels, maar organiseren de staat (instellingen ervan)
(art 1 Gw.) => daaraan worden bevoegdheden toegekend via attributieve regels (voor de
overheid wel gedragsregels zijn)
verschillende graden in verbindend karakter
o resultaats-/inspannings-/verbintenis (1)
o gebonden en discretionaire bevoegdheid (2)
o garantieverbintenis (3)
(1) onderscheidt tussen resultaatsverbintenis en een middelenverbintenis
verbintenis: juridisch afdwingbare afspraak tussen 2 partijen, een schuldenaar (moet verbintenis
nakomen, indien niet = kan afgedwongen worden door rechter die uitvoering van verbintenis gaat
vragen) en een schuldeiser (heeft aanspraak en kan die afdwingen)
o vb. Koper schuldeiser en ook schuldenaar om prijs te betalen, verkopen is
schuldenaar om goed te leveren, schuldeiser om geld te krijgen voor het goed
(1) inspanningsverbintenis (middelenverbintenis): verbintenis die de schuldenaar ervan verplicht
om alle zorg te verstrekken die eigen is aan een voorzichtig en redelijk persoon, verbind om uw best
te doen, zich te gedragen als een normaal, zorgvuldig en vooruitziend persoon <->
(2)resultaatsverbintenis: niet redelijk gedragen naar normaal persoon, u verbindt zich om een
bepaald resultaat te bereiken (heeft gevolgen) (onafhankelijke van de daartoe vereiste inspanningen)
o verschil: vb. advocaat sluit overeenkomst met cliënt, verbind om zaak te behartigen,
proberen verzachte omstandigheden te brengen. Welk soort verbintenis is dat?
Inspanningsverbintenis
Als schuldeiser de verbintenis moet ondergaan = resultaat als je zelf betrokken bent of
verbintenis wederkerig rust : inspanningsverbintenis (indicaties)
Indien resultaat niet bereikt wordt, wordt de fout van de schuldenaar vermoed, tenzij
overmacht w aangetoond