OLOD GEMEENSCHAPSGERICHT
WERKEN
Examen:
- Meerkeuze vragen
- 2 open vragen
- Klemtonen: idealen, addertjes en ervaringskennis
- Er komen examen vragen uit de teksten op Chamilo!!! Minstens 2 examenvragen uit de teksten op chamilo
Stellingen
1. Als je ervaringskennis hebt ben je ervaringsdeskundige
a. Opleiding nodig als ervaringsdeskundige
2. Een ervaringsdeskundige moet volledig hersteld en stabiel zijn om ervaringswerk te doen
a. In bep mate hersteld zijn, anders breng je teveel over naar de ander. Je moet je kunnen open
stellen + geen ervaringsdeskundige zijn over hetgeen waar jezelf mee sukkelt
3. Een ervaringsdeskundige begrijpt zorgvragers beter
a. Klopt, als ervaringsdeskundige ga je sneller op gelijkwaardige basis met iemand praten
b. Andere gaan connectie meer voelen, wil niet zeggen dat ervaringsdeskundige met iedereen
een betere klik zal hebben. Als verbinding niet werkt heb je niets aan de ervaring
4. Ervaringsdeskundigen bieden hoop, en perspectief op beterschap
a. ‘lotgenoten’
b. Persoon heeft met dezelfde dingen gesukkeld en is toch op weg naar verbetering, geeft hoop
c. Veel mensen herstellen niet volledig, dan kan het pushen tot hoop of pushen tot beterschap
omgekeerd werken
1. VERMAATSCHAPPELIJKING
- Populaire term met een hoge aaibaarheidsfactor
- Tegelijk: containerbegrip dat vele ladingen dekt
o Dezelfde terminologie, andere invulling/visie
Vandeurzen: nog in te vullen, zelf te zien hoe
Schryvers: te starten bij eigen naasten, eigen familie, erna pas kijken naar
familiehulp
o Onderhevig aan discussie en kritiek
SOCIO-HISTORISCHE ONTLEDING
LAAG 1
DE SOCIALE RELATIE TUSSEN OVERHEID EN BURGERS
(Bouverne-De Bie, 2015; Serrien & De Backer, 2016)
geen beschermende maatregelen (ziekte-uitkering, ziekteverlof – overheid = beschermende veiligheid en
individuele vrijheid dus nachtwakersstaat)
- 1830: Klassiek-liberale staatsopvatting
De overheid komt zo min mogelijk tussen in private aangelegenheden.
- Eind 19de eeuw: sociale kwestie
Slechte leefomstandigheden en grote kindersterfte zorgden voor sociale onrust.
1
, - Eind 19de – begin 20ste eeuw:
Van afstandelijke naar sociale relatie tussen overheid en burgers/gezinnen
Bv. 1914: Invoering leerplicht
Bv. Gesubsidieerde liefdadigheid
Bv. Sociaal beleid & sociale voorzieningen
LAAG 2
DEÏNSTITUTIONALISERING EN ‘COMMUNITY CARE’
(Steyaert, 2014; Demesmaeker & Van Tongel, 2014)
- 1960/1970: Kritiek op de residentiële zorg
Sluiting grote psychiatrische instellingen
Begrip ‘Community care’: Extramuralisering van de zorg (in de cult brengen)
Onderscheid in de (gezondheids)zorg tussen eerste, tweede, derde & nulde lijn
LAAG 3
SOLIDARITEIT (Bouverne-De Bie, 2015; Serrien & De Backer, 2016; Roets et al., 2018)
: mensen die elkaar helpen, inspanningen voor mekaar, goede zorg = deel vh dagelijks leven,
verantwoordelijkheid, mensen in kwetsbare situaties
- Koude solidariteit
o Mensen die ver van je staan, nooit contact mee, wonen ergens in BE
o Na WOII: Uitbouw van de verzorgingsstaat
o Via de sociale zekerheid:
levenslange sociale bescherming voor iedereen (o.a. door belastingen)
(bv. gezinsbijslag, pensioenen, werkloosheidsuitkering,
ongevallen-/ziekteverzekering,….)
solidariteit tussen mensen die elkaar niet persoonlijk kennen
(‘koud’ = rationeel, vanop afstand)
solidair met iedereen, ook niet modelburgers, ook met niet ‘aaibare mensen’
- Warme solidariteit
o Zorg voor mensen dicht bij je, mensen die ‘het verdienen’
o Leidend principe: subsidiariteit (1ste stap zo dicht bij mogelijk, pas erna breder)
o Zorg wordt in de eerste plaats verwacht in de informele en private sfeer.
(‘warm’ = dichtbij, rechtstreeks)
o Burgers worden aangesproken op een ‘morele plicht’ om de zorg en ondersteuning voor
medeburgers feitelijk op te nemen.
o Burgers beslissen zelf over de spelregels: wie dit ‘verdient’ en wie niet.
NIEUW BEGRIP OF HISTORISCHE CONSTANTE
- Vormgeving aan de relatie tussen overheid en burgers
- Rol van formele hulpverleners (professionals) en informele hulpverleners (mantelzorg, buren,
vrijwilligers,…)
- Verbonden met solidariteitsopvattingen
HUIDIGE CONTEXT
2
,VERMAATSCHAPPELIJKING IN HET RECENTE BELEIDSDISCOURS
Def Vandeurzen 2012
“Verschuiving binnen de zorg waarbij ernaar gestreefd wordt om mensen met beperkingen (van lichamelijke,
verstandelijke of psychische aard), chronisch zieken, kwetsbare ouderen, jongeren met gedrags- en emotionele
problemen, mensen die in armoede leven,… met al hun mogelijkheden en kwetsbaarheden een eigen zinvolle
plek in de samenleving te laten innemen, hen daarbij waar nodig te ondersteunen en de zorg zoveel mogelijk
geïntegreerd in de samenleving te laten verlopen. ”
“De lokale besturen nemen ten volle hun regierol op inzake de vermaatschappelijking van de zorg. Dit betekent
dat ze voluit ondersteuning geven aan de mantelzorgers, vrijwilligerszorg en buurtzorg.” (Vlaamse Regering,
2019)
“We blijven verder inzetten op de vermaatschappelijking van de zorg.” (Vlaamse Regering, 2019)
EEN VERHAAL IN VERSCHILLENDE SECTOREN
Geestelijke gezondheidszorg Art. 107
“De Koning kan in specifieke financieringswijzen voorzien om, op experimentele basis en beperkt in de tijd, een
prospectieve en programmageoriënteerde financiering van zorgcircuits en netwerken mogelijk te maken.”
(Vlaamse Regering, 2008)
Ondersteuning voor mensen met een beperking Perspectief 2020
“Gewoon als het kan, bijzonder als het moet.”
Integrale Jeugdhulp
“De jeugdhulpverlening ‘vermaatschappelijken’ of met andere woorden maximaal een beroep doen op de
eigen krachten van de gebruikers van de jeugdhulpverlening en van hun omgeving.” (Vlaams Parlement, 2013)
Ouderenzorg
“Een leeftijdsvriendelijk Vlaanderen versterkt de positie van de ouder wordende personen in de samenleving,
beklemtoont hun eigen regie en biedt toegankelijke en kwaliteitsvolle zorg en ondersteuning op maat en
tegemoetkomingen wanneer kwetsbaarheid de overhand neemt.” (Vlaamse Regering, 2022 – Vlaams
ouderenbeleidsplan 2020-2025)
Zolang mogelijk in eigen omgeving oud worden
CENTRALE BEGRIPPEN
- Deïnstitutionalisering
- Community care
o Er wordt van de gemeenschap verwacht dat ze inclusief zijn
o Kwartier maken, herstelacademies (profesional en ervaringsdeskundige)
o Samenleving = plek voor iedereen en dus ook stappen zetten om dit voor iedereen
toegankelijk te maken
3
, - Inclusie
- Verbinding, netwerken
- Contextgericht werken
- Eigen kracht, zelfredzaamheid
- Vraagsturing, zelfbepaling
- Respijtzorg
o Mensen uit de omgeving worden veronderstelt zorg te dragen vr de persoon (mantalzorg)
o -> gevolg respijtzorg: mensen met een beperking of ouderen kunnen tijdelijk ergens
verblijven zodat de mantelzorger wat ontlast wordt
- Solidariteit: koud warm?
POSITIEVE EN NEGATIEVE ASPECTEN
- Positief
o Iedereen kan een volwaardige plek krijgen in de samenleving µ
o Onderlinge begrip en beeldvorming
o ontmoeting
- Negatief
o Grote druk op de omgeving, te hoge verwachtingen
o Dreigt oplossing te zijn voor besparingen in de zorg
o Bedden worden afgebouwd in GGZ -> minder plaats, langere wachtlijst
VERMAATSCHAPPELIJKING GENEREERT KANSEN
- Voorkomt dat mensen gereduceerd worden tot hun problemen.
- Voorkomt dat mensen geïnstitutionaliseerd worden en daarbij geen deel meer uitmaken van de
samenleving.
- Stimuleert zorginnovatie.
- Opent de ogen voor de mogelijkheden in de buurt en eigen leefomgeving.
MOGELIJKE RISICO’S EN VALKUILEN
- Inclusief burgerschap: structurele en sociale component
o Fysieke aanwezigheid ≠ erbij horen, deel uitmaken van
o Is de samenleving hier klaar voor?
- Verbinding, autonomie en participatie, MAAR…
o Gebrek aan sociale cohesie als probleem én oplossing?
Probleem: moeilijk om voor elkaar te kunnen zorgen, opl is dat we voor elkaar
moeten gaan zorgen?
o Mensen in kwetsbare situaties moeten het meest beroep doen op hun (kwetsbare) netwerk
(als dat al bestaat).
o Gebaseerd op een fictief mensbeeld: de mondige, gemotiveerde, autonome en rationele
burger
o Nadruk op eigen verantwoordelijkheid en autonomie kan nadruk op eigen schuld worden
o Mogelijkheden creëren en voorwaarde vervullen voor participatie ≠ mensen dwingen tot
participatie
o Te sterk en onterecht dichotomisch denken:
autonomie (thuis) – afhankelijkheid (professionele zorg)
4