Dit is een beknopte samenvatting waarin al de belangrijkste zaken staan uit het genealogisch overzicht van de theoretische criminologie. Ideaal als kapstok bij het studeren of om bij tijdsnood te gebruiken.
DE ONTWIKKELING VAN HET CRIMINOLOGISCHE DENKEN IN DE 19 D E EEUW
KLASSIEKE SCHOOL
2de helft 18de E
Kern : criminaliteit is een gevolg van vrije wil en rationeel handelen
- Geen onderscheid tussen daders / niet-daders
Schrijven voor hervorming maatschappij rechtstaat
- Gelijkheid : uniform strafrecht
- Bestraffing moet proportioneel zijn
- Afschrikking = doel straf
Kenmerkend :
- Hedonisme : mens heeft individualistische kijk en wordt gedreven door eigenbelang
- Leed straf > potentieel genot afschrikking (criminaliteit voorkomen)
Focus:
- Regels van maatschappelijke reactie op misdrijf (niet: delinquent gedrag an sich)
“Klassieke” school want aan basis van het klassiek strafrechtelijk denken – MAAR was zeer
radicaal in de 18de E
BECCARIA
Legt soort plan op tafel van de nieuwe rechtstaat : rechtsprincipes
- Openbaarheid, redelijke termijn, noodzakelijk, geen excessiviteit, proportionaliteit,
legaliteit
o Gaan over de legitimiteit van de nieuwe macht
-
Afschrikking – maar : straf moet juiste maat hebben anders onnodig én nefaste
politieke gevolgen (legitimiteit) despotisme
BENTHAM
- The panopticon – The Inspection House (eind 18de E)
- Vrijheidsberovende straf komt op de voorgrond ( lijfstraffen)
- Geboorte strafgevangenis (‘Wat is de ideale gevangenis”?)
- Schrijft zich ook in op de rechtsprincipes van Bentham (afschrikking)
- Soort ‘governance-model’ (“Hoe ‘manage’ je een goede gevangenis?”)
o Soort beheersingsmodel – geeft ook aan dat zijn model zich tot veel
instituties richt)
- Panoptisme : soort alziend oog (‘seeing without being seen’: gedetineerden denken
dat ze altijd geobserveerd worden) – weinig maar effectieve inspectors
Geboorte penitentiaire kwestie (eerste helft 19de E) = internationale debatten over ‘ideale
gevangenis’
- 1838: eerste internationaal congres in Brussel – met E. Ducpétiaux en zijn
penitentiair beleid in BE – panopticon komt ook aan bod
KRITIEK
,Geen verschil tussen dader / non-daders (dader = rationeel)
Consensus denken (1 kader dat voor iedereen geldt)
Erkenning pre-rationele wezen (krankzinnigen: kinderen en mensen die gek zijn)
Sociale condities in de samenleving zijn niet gelijk (goed leven, erbarmelijke
omstandigheden) Hoe zit het dan met vrije wil?
Kritiek positivisme: vrije wil en rationeel denken is een filosofisch uitgangspunt miskenning
ware krachten van mensen (biologische, genetische, pathologische), klassieke denkers
houden hier geen rekening mee
Veronderstelt ‘eerlijk’, rationeel strafrechtsysteem MAAR het is niet eerlijk, het is selectief
(dark number, white collar crime, diverse werking t.a.v. fenomenen, groepen daders …)
HEDENDAAGS “RATIONELE KEUZE” DENKEN (NIEUWE KLASSIEK DENKEN)
In de 19de E blijft klassiek strafrecht overeind – maar binnen de criminologie allerlei
ontwikkelingen die afstand nemen van het ‘vrije wil en rationeel denken mensbeeld’
- Routineactiviteitentheorie (Cohen, Felson)
o Uitgangspunt: vrije wil en rationaliteit dader
o Criminaliteit = afhankelijk van dagdagelijkse routines doordat deze
veranderen : situaties waarin criminaliteit mogelijk wordt
Criminaliteit ontstaat door: gemotiveerde dader + geschikt doelwit +
geen/onvoldoende toezicht
- Rationele keuze theorie (Cornish, Clark)
o Uitgangspunt: vrije wil en rationaliteit dader
o Criminaliteit = poging om aan alledaagse behoeften te voldoen en is de
uitkomst van een besluitvormingsproces (kosten-baten analyse)
Visie op criminaliteit vergelijkbaar met professionele beslissingspraktijk
o Criminaliteitspreventie : model gebaseerd op verminderen opportuniteiten en
aantrekkelijkheid specifieke misdrijven (situationele preventie)
Economische insteek binnengebracht in de criminologie
- Leefstijltheorie (Hindelang, Gottfredson, Garofolo) victimologisch perspectief
o Waarom lopen bepaalde mensen een groter risico om slachtoffer te worden
van een misdrijf dan andere?
Levensstijlen : afhankelijk daarvan meer/minder kwetsbaar voor
slachtofferschap (situatie die ze ‘opzoeken’)
Hoe hoger maatschappelijke positie – hoe lager risico
Keuzes: tot op bepaalde hoogte kiezen mensen zelf voor
bepaalde levensstijlen
, POSITIVISME
19de E positivisme : grondleggers wetenschappelijke sociale wetenschap – criminologie
Bouwt niet voort op het klassieke denken
- Nieuwe piste gericht op ontwikkeling wetenschappelijke praktijk
Zie apartheidsmodel Bianchi : verschil tussen normaal en delinquent/abnormaal
Basis positivisme : niet eigen aan de criminologie – wel aan de 19de eeuwse sociale
wetenschappen (Auguste Comte)
- Sociale fysica: zoektocht naar sociale wetmatigheden
- Studie gericht op het abnormale, het criminele
- Positieve wetenschap moet oplossing bieden voor de maatschappelijke problemen
(medisch model) identificeren oorzaken (vrije wil individu = juridische fictie)
Sociologisch positivisme
QUETELET
Geloof in de objectiviteit/waarheid van het cijfer
- Uitvinder statistieken – ontwikkelt een kwantitatief criminologisch denken noemt
dit “sociale fysica”
o Hoe presenteert het criminaliteitsvraagstuk zich in ons land? – op basis van
statistische bronnen bestuderen
o Gaat uit van vaste verhoudingen tussen geregistreerde / niet-geregistreerde
misdrijven (=kritiek: die vaste verhouding is er niet
DURKHEIM
Discussie over criminaliteitsvraagstuk vanuit sociologisch perspectief mogelijk gemaakt
Zit middenin de 19de eeuws moderniteit : veranderde wereld
- Arbeidsverdeling: afhankelijkheid van werknemers aan hun loon
- Zelfdoding: bestudeert dit als sociaal fenomeen – soort indicatie van het probleem
van het vergroot individualisme in de 19de E
- Moderniteit levert spanningsveld op (werkt in op samenhang in de samenleving)
zijn focus ligt op die sociale cohesie (wat houdt ons samen)
Uitgangspunt: gemeenschapsdenken (‘community’)
- Misdrijven = gedragingen die collectieve gevoelens beledigen
- Functies criminaliteit (bepaalde omvang is normaal in de samenleving)
o Adaptieve functie: indicatief
o Bewaken grenzen en herbevestigen sociale normen: versterkt de
gemeenschap
Omvang suïcide verklaren d.m.v. graad sociale solidariteit
- Suïcide = indicatief voor graad sociale cohesie en wijze waarop dat in een
samenleving gereguleerd is
- Introductie ANOMIE hoeveelheid suïcide is ‘normaal’ MAAR anomische
zelfdoding = fenomeen waarbij er gebrek is aan samenhang en regulering
(normloosheid)
o Belang van regulering aangepast aan veranderingen – zoniet: anomie
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur rechtencrimivub. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €11,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.