Hedendaagse stromingen CW
1 Inleiding
1.1 Inhoud
o 7 stromingen:
• uiteenlopende visies op maatschappelijke rol van media
• Effectstudies; media en nationale identiteit; politieke economie; culturele mediastudies;
alternatieve media; politiek entertainment (satire, fictie)
• Vormen van mediaonderzoek Theoretische uitgangspunten & concepten, methodes,
analyses & cases
• Gebaseerd op
– Specifieke mens- en/of maatschappijvisies
– Specifieke wetenschapsbenaderingen
o 2 paradigma’s: Pluralistisch consensus- en kritisch conflictdenken
o Actuele mediafenomenen
,2 Algemene situering: maatschappelijke rol
v media & comm
Iedereen die uitspraken doet over media (jijzelf, je vrienden, mediamakers en politici, en dus ook
mediaonderzoekers) vertrekt van een bepaalde visie op de maatschappelijke rol van media, dus op
hoe media werken, of hoe ze zouden moeten werken. Doorheen de lessenreeks maken we een reeks
bestaande visies expliciet en werken deze in detail uit. Deze visies noemen we stromingen.
2.1 Spanningsvelden
o Object vs subject
o Maatschappij- vs mediacentrisch
o Centrifugaal vs centripetaal
o Objectivisme vs subjectivisme
o Materialisme vs culturalisme
o Pluralistische vs dominante media
o Consensus- vs conflictmodel
o Pluralistisch consensusdenken (functionalisme) vs kritisch conflictdenken
Je kan spanningsvelden niet toepassen op alle stromingen, spanningsvelden zijn middelen die je
gebruikt om stromingen te herkennen en op basis daarvan uit te leggen. Spanningsvelden zijn NOOIT
antwoorden ze zijn niet het resultaat, maar het startpunt, vormen van wetenschappelijk
onderzoek: het is vanuit een bepaalde mens- of maatschappijvisie dat onderzoeksvragen hun vorm
krijgen, waarop vervolgens via wetenschappelijk onderzoek een antwoord wordt gezocht,
2.1.1 object vs subject (tegenstelling in mensvisie)
o object:
• wat doen media met mensen? media hebben effect op mensen dus object is passief
• Passief, ontvanger, consument, afhankelijk en beïnvloedbaar
o subject:
• wat doen mensen met media? actief consumeren
• Actief, zender, producent, onafhankelijk
o Impact media: historische verschuivingen
o Opkomst nieuwe media: elites vs verzet Vandaag: ‘populistisch moment’
o objectvisie domineert in periodes waar we vrezen voor impact van nieuwe media (nu met AI)
alternatieve media gebruiken meestal het internet want dat is goedkoper dan afdrukken of
uitzenden op tv nieuwe media worden meestal ingezet als democratiseringsprojecten, maar
vandaag zien we die alteratieve media ook gebruikt worden voor het verspreiden van deep fakes
(Trump)
,o we zitten in een uniek moment in de geschiedenis want niet meer in een status quo
o vroeger big techs als vrijheidsmachines, maar vandaag eerder als gevaar
2.1.2 maatschappij- vs mediacentrsch
= Richting van maatschappelijke verandering
o Mediacentrisch: Media als oorzaak, motor of startpunt van ms veranderingen
• opkomst Trump door meer media, agressie door jongeren door games
o Maatschappijcentrisch: Media als gevolg, weerspiegeling of eindpunt stelt de maatschappij in
vraag en relativeert daarbij de media
• opkomst van Trump door groeiend wantrouwen (media zijn gevolgen van ms) want mensen
snakken bv naar nieuws dus daarom gebruiken ze meer media
• agressie door jongeren door SES
o Rol nieuwe technologieën bij sociale veranderingen en opiniediversiteit
• Technologisch determinisme?
• Beeldvorming
2.1.3 Centrifugaal vs Centripetaal
= Richting van maatschappelijke integratie
o Centrifugaal:
• Sociale verandering, vrijheid, diversiteit, pluralisme, individualisme,
fragmentatie
• Weg van centraal punt (minder van hetzelfde)
o Centripetaal:
• Sociale verbondenheid, cohesie, integratie, orde, eenheidsdenken,
zwijgspiraal
• Naar centraal punt (meer van hetzelfde)
o Sociale media?
• centrifugaal : filterbubbels, hoe meer we op onze schermen zitten, hoe minder we deel
uitmaken van de omgeving rondom ons
• centripetaal: contact houden met mensen die fysiek ver verwijderd zijn, datingapps
gewenst individualisme voor persoon A kan aanvoelen als isolatie voor persoon B
, o als je je zorgen maakt over het dominantie, geloof je dat media moeten bijdragen aan vrijheid
aan diversiteit
o als je je zorgen maakt over de normvervaging, heb je een ideaalbeeld van integratie en
solidariteit
o vertrek je van een pessimistische visie, heb je een ideaalbeeld in gedachten
o optimisitsche visie : er is geen verschil tussen wenselijk en feiteljik, bij de pess visie wel
EX ! leg 3 stromingen uit en is er een verschil tussen feitelijke en wenselijke visie
2.1.4 Objectivisme vs Subjectivisme
Maatschappijvisie: structuur vs individu/actie
o Objectivisme:
• Structurele eigenschappen van een maatschappij primeren op de activiteiten van het
individu
• Structuur bepaalt mogelijkheden van het individu
o Subjectivisme:
• Individu staat centraal én (begrijpt en) beïnvloedt de structuren van een maatschappij
• Actie
o ! dit spanningsveld is de scheidingslijn tussen kritische en niet-kritische stromingen
o nieuwe modetrends worden gecreëerd door de reclameindustrie = objectivistische visie want de
structuur bepaalt wat het individu mag en kan
o volgorde van programma’s