Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
internationale en europese criminele politiek €8,49   Ajouter au panier

Notes de cours

internationale en europese criminele politiek

 6 vues  0 fois vendu

College aantekeningen van het vak internationale en europese criminele politiek van Dirk Van Daele in de master, eerste semester.

Aperçu 4 sur 59  pages

  • 30 décembre 2023
  • 59
  • 2023/2024
  • Notes de cours
  • Dirk van daele
  • Toutes les classes
Tous les documents sur ce sujet (12)
avatar-seller
BEcrimi1999
Internationale en Europese criminele politiek
INHOUD

DEEL I. EUROPESE INTEGRATIE BUITEN DE EUROPESE UNIE
1. De raad van Europa
1.1.De historische achtergronden en ontwikkeling
1.2.Het actieterrein
1.3.De institutionele structuur
1.4.De juridische instrumenten
1.5.De belangrijkste verwezenlijkingen
2. De Benelux
2.1.De historische achtergronden en ontwikkeling
2.2.Het actieterrein
2.3.De institutionele structuur
2.4.De juridische instrumenten
2.5.De belangrijkste verwezenlijkingen
DEEL II. EUROPESE INTEGRATIE IN DE EUROPESE UNIE
1. De uitgangspunten
2. De verdere ontwikkeling van het integratiespoor
2.1.De Europese Akte
2.2.Schengen
2.3.Het Verdrag van Maastricht
2.4.Het Verdrag van Amsterdam
2.5.Het Verdrag van Nice
2.6.Van de Europese Grondwet naar het Verdrag van Lissabon
DEEL III. DE INSTITUTIONELE STRUCTUUR VAN DE EUROPESE UNIE
1. De Europese Raad
2. De Commissie
3. De Raad
4. Het Europees Parlement
5. Het Hof van Justitie van de Europese Unie
DEEL IV. HET UNIERECHT: KENMERKEN EN BRONNEN
1. Het supranationaal karakter van het Unierecht
1.1.Supranationaliteit: begrip en kenmerken
1.1.1. Eigen organen van de Unie
1.1.2. Autonome wijze van beslissen
1.1.3. Unietrouw
1.1.4. Eigen rechtsorde
1.2.De voorrang van het Unierecht
1.3.De rechtstreekse werking van het Unierecht
2. De bronnen van het Unierecht
2.1.Het primair Unierecht
2.2.Het afgeleid Unierecht
2.2.1. Verordeningen
2.2.2. Richtlijnen
2.2.3. Besluiten
2.2.4. Aanbevelingen en adviezen
2.3.Hiërarchie van de rechtsnormen
2.3.1. Primair Unierecht gaat voor op secundair Unierecht
2.3.2. Wetgevingshandelingen
2.3.3. Niet-wetgevingshandelingen
DEEL V. UNIERECHT EN STRAFRECHT
1. Gemeenschapsrecht en strafrecht vóór het Verdrag van Lissabon
1.1.Het uitgangspunt
1.2.De negatieve werking van het Gemeenschapsrecht
1.3.De positieve werking van het Gemeenschapsrecht
1.4.De Gemeenschapstrouw
1.5.De rechtspraak van het Hof van Justitie
2. Unierecht en strafrecht sedert het Verdrag van Lissabon

DEEL VI. DE STRAFRECHTELIJKE SAMENWERKING IN HET KADER VAN DE RUIMTE VAN VRIJHEID,
VEILIGHEID EN RECHT
1. De Europese Unie als ruimte van vrijheid, veiligheid en recht


1

, 2. De institutionele structuur en het besluitvormingsproces
2.1.Het uitgangspunt
2.2.De Europese Raad
2.2.1. De regeling in de vroegere Derde Pijler
2.2.2. De huidige regeling
2.3.De Europese Commissie
2.3.1. De regeling in de vroegere Derde Pijler
2.3.2. De huidige regeling
2.4.De JBZ-Raad
2.4.1. De regeling in de vroegere Derde Pijler
2.4.2. De huidige regeling
2.5.Het Europees Parlement
2.5.1. De regeling in de vroegere Derde Pijler
2.5.2. De huidige regeling
2.6.De nauwere samenwerking als mechanisme van flexibele integratie
3. De juridische instrumenten
3.1.De juridische instrumenten in de vroegere Derde Pijler
3.1.1. Gemeenschappelijke standpunten
3.1.2. Kaderbesluiten
3.1.3. Besluiten
3.1.4. Verdragen/Overeenkomsten
3.2.De huidige juridische instrumenten
4. Het gevoerde beleid
4.1.De krachtlijnen van het gevoerde beleid: het Tampere Programma, het Haags Programma,
het Stockholm Programma en de Europese Veiligheidsagenda
4.2.Het delicaat evenwicht tussen vrijheid, veiligheid en recht
4.3.De wederzijdse erkenning als hoeksteen van de justitiële samenwerking in strafzaken
binnen de Europese Unie
4.4.Een gevalstudie: de wederzijdse erkenning van vrijheidsstraffen
4.5.Prioriteitenstelling bij de Europese strafrechtelijke samenwerking
4.5.1. Traditionele blinde vlek
4.5.2. Verantwoordelijkheid uitvaardigende lidstaat
4.5.3. Initiatieven op niveau Europese Unie
4.5.4. Nood aan differentiatie
4.6.Het toezicht door het Commissie en het Hof van Justitie op de uitvoering van het beleid
door de lidstaten
5. De rechtsbescherming
5.1.De beginselen
5.2.De rechtsbescherming tegenover instellingen en organen van de Unie
5.3.Het Handvest van de grondrechten




Introductie
 Het vak (het begrip criminele politiek) handelt over preventie van
misdrijven, beleid, dus niet in de strafrechtelijke zin (opsporen en
vervolgen)
 Bv klimaatvraagstukken (opvangcrisis van vluchtelingen), veiligheid en
onveiligheid (drugs binnen de haven van Antwerpen of terrorisme) in
binnen- en buitenland
 Studiemateriaal: literatuurbundel op toledo (nieuwe) en wetgeving (!)
(uitprinten of boek)
 Examen: schriftelijk 3u open vragen
 Vergelijkingsvragen !
 Les 1 & 2: Raad van Europa en Benelux - les 3-13: Europese Unie




2

,DEEL I. EUROPESE INTEGRATIE BUITEN DE EUROPESE UNIE

1. De raad van Europa
1.1. De historische achtergronden en ontwikkeling
o Waar komt het vandaan?
 Eind WOII (1945), waarom is die relatief snel verslagen? Amerikanen
hebben 2 atoombommen gegooid. Je kan misschien nog een derde
wereldoorlog krijgen, maar dat zal de laatste zijn want als je nog eens
atoombommen gebruikt, is alles kapot.  Dus er moest iets gebeuren
 Winston Churchill was de premier van Groot-Brittannië tijdens de WOII,
tot 1945. In 1946 reisde hij Eu rond en deed uitspraken in de universiteit
van Zurich en pleitte voor de oprichting van, wat hij toen noemde, “the
kind of the united states of Europe” -> kwam daar iets van terecht? Ja, dat
heeft snel resultaat gehad  2 stappen:
- 1) april 1948: er wordt een organisatie opgericht voor Europese
economische samenwerking (verdrag tussen aantal staten)
 context: opbouw van Eu (want dat lag in puin na de oorlog
(mensen waren dakloos, partner kwijt, werk kwijt, armoede,
invalide, industrie kapot, etc) dus voedingsbodem voor
probleem  Amerikanen willen veel geld geven voor de
opbouw (marchel plan?)
 waarom geven die Amerikanen geld? Ze waren betrokken
partij -> om dat geld vlot te beheren en te besteden moeten
ze een organisatie maken  bestaat dat vandaag nog? Niet
onder die naam -> de UESO (=organisatie voor economische
samenwerking en ontwikkeling)
- 2) mei 1948: een congres in de haag in NL een niet-
gouvernementele conventie: vooraanstaande personen (uit de
cultuur, de politiek, de economische wereld, etc) waar ze nadenken
over de toekomst van Eu  In dat congres worden aantal resoluties
aangenomen en één daarvan steunde op 2 kwesties:
 1) we moeten zorgen dat aantal sectoren uit economie en
industrie gezamenlijk worden uitgebaat tussen landen (men
dacht in de eerste plaats aan sectoren die misbruikt werden)
 2) we moeten ook zorgen dat in Eu op één of andere manier
een organisatie komt die de democratie en de
mensenrechten bewaakt
 Heeft die organisatie tot iets geleid?
 Ja, in 1949: statuut van raad van Eu wordt ondertekend en dus de
Raad van Eu opgericht
- Wie heeft dat opgericht? 10 staten (België was daarbij als stichtend
lid + NL, Fr, VK, Italië, etc en later in 1950 ook Duitsland)
- Waar? die raad moet een officiële plaats krijgen en dat doen we in
Straatsburg  en waarom daar? Is dat toevallig? Nee, is een stad in
FR tegen de grens met Duitsland (symbolische plaats)
- Uiteindelijk naar 47 leden geraakt en ondertussen 46 leden.  Hoe
komt dat? Oorlog Rusland-Oekraïne (Rusland is zelf opgestapt -> is
dat een groot gemis? Ja en nee)
 2 fundamentele regels (2 voorwaarden) om toe te treden tot de raad van
Eu:




3

, - 1) U moet als overheid the rule of law erkennen (moeilijk te
vertalen naar het NL) (= de rechtstaat gedachten; = gebonden tot
het product dat je zelf hebt gemaakt als recht)
- 2) mensenrechten erkennen en het genot van mensenrechten
toekennen aan iedereen in uw grondgebied (niet enkel mensen met
eigen nationaliteit, ook toeristen, ook criminelen, ook vluchtelingen,
ook illegalen -> iedereen!)
-  dus u bent welkom in Eu als je deze 2 regels respecteert

1.2. Het actieterrein
o Waar is de raad mee bezig? Of waar mag die zich mee bezig houden?
 Art 1 van statuut in 1941: eigenlijk mag die raad zich bezig houden met
alle onderwerpen van Eu belang (politiek, sociale, economische,
culturele, veiligheidsproblemen onderwerpen van Eu belang etc) -> niet
de nationale defensie (het leger) dat is de enige bepekring
- waarom? De organisatie een kans geven en nieuwe oorlog
vermijden, maar we gaan niet ons nationaal leger afstaan, want
anders staan we weerloos, dus u mag alles doen behalve zich
moeien met het leger
o Wat is het doel?
 Door samenwerking kan me elkaar beter begrijpen en dat geeft inzichten
in bekommernissen + leren van elkaar en zo is er vooruitgang

1.3. De institutionele structuur
 Het is mooi een organisatie op te richten en een statuut te schrijven, maar
vervolgens moet dat ding wel werken, we hebben instellingen nodig om
dat te laten werken  onderscheid dat heel het vak zal bezig houden:
o Indeling (belangrijke begrippen op het examen!)
 Intergouvernementeel (inter is latijn voor tussen en gouvernemont is
frans voor regering)
- = tussen regeringen  Regeringen komen aan tafel met 46 stoelen
en die gaan met elkaar overleggen en eventueel afspraken en
verdagen maken -> je gaat resultaat hebben als iedereen akkoord
gaat. Ieder heeft zijn eigen bevoegdheden. Enige uitgangspunt: je
staat geen bevoegdheden af! Je bent je eigen baas -> maar in de
prakrijk de minste krachtige
 Supranationaal (boven – nationaal)
- = staten die met elkaar afspreken in een verdrag dat ze een
organisatie oprichten en ze staan vrijwillig bevoegdheden af aan die
organisatie. Die je als staat niet langer zelf hebt, gegeven is
gegeven. -> Die organisatie gaat beleid boven je hoofd gaan
voeren en bindende beslissingen maken. En vervolgens aanvaard
de staat die beslissingen, want ze hebben hun bevoegdheden
afgegeven.
o Raad van Eu is een Intergouvernementele organisatie (het eerste type) – ze
willen praten met elkaar maar ze gaan echt geen bevoegdheden afstaan
 De intergouvernementele organisatie is van structuur wel enkelvoudig; je
staat geen bevoegdheden af dus de lamp brand bij de regeringen die
hebben de macht,
 3 kwesties in de raad:
1) Comité van ministers



4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur BEcrimi1999. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

62890 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,49
  • (0)
  Ajouter