Hoofdstuk 1a: Inleiding
I. Wat is penologie?
- Penologie is de wetenschappelijke studie van de bestraffing van normovertredend gedrag
- Poena in het Grieks = de straf
- Logia in het Grieks = de studie van
- Vroege periode (18e eeuw)
- Pogingen om gevangenissen te reformeren of hun correctieve effectiviteit te vergroten
- J. Howard en J. Bentham
- Dualiteit: humanistische of religieuze hervormers vs. instrumentele hervormers
- Midden 20e eeuw: elke vorm van systematisch onderzoek naar kenmerken van penale systemen
- Juridisch begrip straf door HvC: “ Straf is een leed door de wet bepaald en door de rechterlijke
macht opgelegd als een sanctie wegens een gepleegd misdrijf ”
= Bewuste toevoeging van leed → leed ervaren door dader of leed beoogt door oplegger ervan?
- Kritiek op begrip:
- Niet adequaat volgens veel juristen
- Niet alle sancties hebben doel om leed op te leggen
- Risico dat andere straffen niet als “echte” straffen worden gezien
- Sancties kunnen ook door andere instanties dan een rechtbank worden opgelegd (bv. PdK)
- Penologische vragen → anders dan de juridische benadering
- Welk soort ‘leed’? / Wanneer / Voor wie / door wie
- Welke straffen?
- Waarom straffen? Welke doelstellingen?
- Hoe / waar worden de straffen uitgevoerd?
- Juridisch onderscheid tussen “straf” (TVH) en “maatregel” (OTVH)
→ Belang bij straf van morele afkeuring voor gepleegde misdrijf (cf. film ‘La pendaison’)
- Strafrecht als publiek recht: strafrechtelijke procedure verloopt tussen overheid en verdachte
- Ruimere begrip “sancties”: Door het recht geregelde reacties op onrechtmatig gedrag, voor zover
daardoor de overtreder in zijn belangen wordt getroffen
II. Straffen als complex gegeven / instituut
- Verruiming onderzoeksgebied door invoering concept "penality" door Garland en Young
- Invloed Foucault
- Verwijst naar instituties en actoren, maar ook eco., pol., intellectuele en cult. condities
1
, - Verschillende fasen
- Opsporing en vervolging (er moet eerst een misdrijf plaatsvinden)
- Straftoemeting (strafrechter bepaald welke straf op het misdrijf staat)
- Strafuitvoering (het uitvoeren van de straf)
- Verschillende partijen
- Gestrafte / opgesloten personen
- Straffende / justitiële actoren
- Slachtoffers
- Media –publieke opinie (cf. zaak Sven Pichal, Sanda Dia, Bart de Pauw,...)
- Bestraffing als organisatie/instituut waar mensen beslissingen nemen over complexe zaken
- Penologie gaat breder dan het louter juridisch ‘straffen’ → sociaal-wetenschappelijke benadering
1. Sociologische visie: sociale realiteit van het straffen (niet enkel het juridisch straffen!)
- Interne complexiteit en werking van het systeem
- Belang van culturele elementen
- Relatie tussen de bestraffing en de soc.-eco. en politieke organisatie van de samenleving
- Bestraffingsinstituten: rechtbank, gevangenis, justitiehuizen
- Personeel, gedetineerden, cultuur, ruimtelijke aspecten, effectiviteit van straf,...
2. Penaliteit (Garland): Penologie als de studie van sociale processen van straf en strafrechtelijke
controle, wat verwijst naar de wetten, ideeën en instellingen die crimineel gedrag reguleren
3. Multidisciplinaire benadering van het straffen
- Het begrijpen van “bestraffing” vergt een multidisciplinaire benadering
- Penologie als domein waar verschillende benaderingen elkaar ontmoeten
- Juridisch, sociologisch, criminologisch, historisch,...
4. ! Empirisch onderzoek: nationaal en internationaal
- Belangrijk kenmerk van de penologie is haar empirisch karakter
- Midden 19e eeuw: gevangenisonderzoek
III. Empirisch onderzoek
- Onderzoek in de gevangenis, justitiehuis, rechtbank,...
- Kwantitatief (survey)
- Kwalitatief (interviews, observaties, etnografisch onderzoek (‘being there’)
→ ! Sensorische aspecten van het leven in de straffende instituten
- Ervaringen en justitiabelen, opgesloten personen, personen die werken in de strafinstituten
- Beslissingsprocessen van justitiële actoren
- Dossieranalyse: kwantitatief - kwalitatief
- Interviews: mensen laten uitleggen waarom ze welke beslissingen nemen
- Innovatieve methoden: foto-voicing, auto-etnografie,...
2
,IV. Begrippen
- Penitentiair recht = geheel van juridische normen i.v.m. de behandeling van gedetineerden
- Interne rechtspositie: Basiswet gevangeniswezen, 2005
→ De rechten van gedetineerden tijdens hun detentie
- Externe rechtspositie : Wet op de externe rechtspositie (wetten van 17 mei 2006 ev)
→ De regeling van de overgang van binnen naar buiten (bv. voorwaardelijke IVS)
V. Penologie en penitentiair recht
- Juridische benadering
- Nationale normen: interne en rechtsterne rechtspositie
- Internationale normen: CPT, Prison Rules,...
- Criminologische benadering
- Gevangenisstraf, doodstraf, internering, terbeschikkingstelling
- Doelstellingen straf en systeem, effectiviteit van het straffen
- Maatschappelijke benadering van het straffen
- Studie van de strafpraktijken en effecten van straf op betrokkenen en omgeving
- Analyse van het penitentiaire beleid → ! Overbevolking
- Inzicht in evolutie van de gevangenispopulatie, gevangeniswezen, architectuur
- De gevangenis als machtsinstituut, totaal instituut
→ Analyse van dagelijks leven in de gevangenis
→ ! Rechten van gedetineerden, controleorganen
VI. Kritische penologie
- Leren denken en spreken als een kritische penoloog → dingen in vraag stellen !
- Kritisch penologisch uitgangspunt: “Een penoloog die het heden tracht te begrijpen teneinde te
streven naar een betere en meer rechtvaardige toekomst, die de relaties bestudeert tussen haar
studieobjecten en allerlei soorten ongelijkheden.”
- Kritisch zijn tav straf en gevangenis als instituut
→ machtsaspect, machtsmisbruik, ....
→ totale instituties (Goffman), ...
- Tegenwind bieden tegen ‘taken for granted’ populistische stellingen (“sluit ze maar op”)
- Nadenken over de legitimiteit van de gevangenisstraf → is dit de juiste straf voor deze persoon?
- Lineaire relatie tussen criminaliteit en bestraffing in vraag stellen
→ ! Bredere sociale, politieke en economische factoren die de bestraffing bepalen
3
, Hoofdstuk 1b: Een penologische introductie tot straffen
I. Juridische indeling tot straffen
a. Hoofdstraffen
- Kenmerken:
- Bij de straftoemeting als reactie op een misdrijf
- Terug te vinden in het SWB (ook in bijzondere wetten)
- Ingedeeld naargelang het voorwerp van bestraffing
- Onderscheid naargelang de zwaarte van het misdrijf en de straf
- Worden niet altijd uitgevoerd !
- Vrijheidsstraf: gevangenisstraf
- Vrijheidsbeperkende straffen : opschorting, uitstel, probatie, werkstraf, elektronisch toezicht,
alcoholslot, verval recht tot sturen, stadionverbod, woonverbod binnen bepaalde zone
- Vermogensstraf: geldboete (let op: opdeciemen (x8))
→ Rechter kan rekening houden met financiële toestand (= individualisering van de straf)
- Internering: is juridisch gezien geen straf maar maatregel (zie les 2)
- Politiestraffen, correctionele en criminele straffen
b. Subsidiaire of bijkomende straffen
- Kunnen bij andere straffen gevoegd worden
- Soms automatisch: moet niet door rechter afzonderlijk worden uitgesproken (verborgen straf!)
- Bijvoorbeeld: verbeurdverklaring goederen, afzetting van titels, beroepsverbod
c. Vervangende straffen
- Bij straffen die niet kunnen afgedwongen worden
- Gevangenisstraf of geldboete (bv. werkstraf werd niet uitgevoerd)
- Probleem van de niet-uitvoering van de vervangende gevangenisstraf (3 dagen tot 6 maanden)
- Vervangend rijverbod
II. Toepassing van de straffen: cijfers
- Let op! Cijfers zijn slechts indicatief omwille van de gebrekkige betrouwbaarheid en dark number
1. Geldboete meest opgelegde straf en meest toegenomen straf (N = 267.273 in 2016)
- Gebrekkige uitvoering van de geldboete
- 27% wordt geïnd bij politiestraffen; 14% wordt geïnd bij correctionele straffen
- Opdeciemen x8
4