BEELDENDE KUNSTEN 1300-1789
Deel 1
samenvatting
Alyssa Frederickx
,Inhoud
Hoofdstuk 1: Van ‘Maniera Greca’ tot Internationale stijl’:..................................................................... 2
1.1 Pre 1300: ....................................................................................................................................... 2
1.2 1300-1350: ITALIË: ......................................................................................................................... 7
1.3 1300-1350: FRANKRIJK ................................................................................................................ 17
1.4 MECENAAT VAN HET HUIS VALOIS, CA. 1350-1420 ..................................................................... 18
Hoofdstuk 2: De Vlaamse Primitieven: Ars Nova: ................................................................................. 35
2.2 Het retabel van Champmol:......................................................................................................... 35
2.2 JAN VAN EYCK .............................................................................................................................. 37
2.3 ROBERT CAMPIN (alias Meester van Flémalle) ........................................................................... 45
2.4 ROGIER VAN DER WEYDEN .......................................................................................................... 48
HOOFDSTUK 3: DE VROEGE RENAISSANCE ........................................................................................... 52
3.1 Renaissance en Humanisme ........................................................................................................ 52
3.2: Beeldhouwkunst 1ste helft quattrocento .................................................................................... 55
3.3 Schilderkunst 1ste helft Quattrocento .......................................................................................... 64
4. Tweede Generatie in de Nederlanden en Italië ................................................................................. 75
4.1 De 2de generatie schilders in de Nederlanden, ca. 1450-1500 .................................................... 75
4.2: Schilderkusnt in Italië: 2de helft van het Quattrocento ............................................................. 79
4.3 Beeldhouwkunst in Italië: 2de helft van het Quattrocento........................................................... 94
4.4 Invloed in Europa: 1450-1500 ..................................................................................................... 97
5. Hoog-Renaissance ............................................................................................................................. 99
5.1 Introductie ................................................................................................................................... 99
5.2 Leonardo da Vinci ........................................................................................................................ 99
5.3: Raphael Sanzio ......................................................................................................................... 107
5.4 Michelango Buonarroti.............................................................................................................. 115
6. De Renaissance in het Noorden ...................................................................................................... 127
6.1 Opkomst van de grafiek ............................................................................................................. 127
6.2 Albrecht Dürer ........................................................................................................................... 128
6.3 Matthias Grünewald .................................................................................................................. 133
6.4 Opkomst van de Renaissance in de Nederlanden ..................................................................... 135
,DEEL I
25/09/2023
Examen:
Samen met deel Ib - gedoceerd door Prof. dr. Koenraad Jonckheere: Van Maniërisme tot
Rococo
o Identificaties van kunstwerken (kunstenaar, titel, datering (+/- 5 jaar), plaats voor
monumentale werken en werken in Belgisch bezit
o Termen – namen
o Essayvragen
Hoofdstuk 1: Van ‘Maniera Greca’ tot Internationale stijl’:
1.1 Pre 1300:
Ontstaan belangstelling in de werkelijkheid
Ontwikkeling van de kunst in FRANKRIJK: in de loop van 13de eeuw treedt er een element voor dat
belangstelling toont voor de werkelijkheid/natuur
Titel: Figuren uit het Oud Testament
Kunstenaar: -
Datum: 1145-1155
Plaats van monumentaal werk: Notre-Dame kathedraal in
Chartres, West-façade, middenportaal, rechts sokkelbeelden
kenmerken
• Sterk uitgelengde figuren, maken nog deel uit van de zuilen, het steunende
• Gekristalliseerd rond hun centrale as
• Vorm van ritmiek, stilering (vereenvoudiging – grotere leesbaarheid)
• Decoratief
• Vormen een grote eenheid
• Maken nog deel uit van de architectuur
, Titel: Driekoningenschrijn
Kunstenaar: Nicolas van Verdun
Datum: 1181
Plaats van monumentaal werk: Dom van
Keulen
Kenmerken:
• Decoratie: profetenfiguren
• Detail Profeet Naum: (rechts)
o figuur heeft geen steunende functie, komt los van wand waar het tegen zit – treedt
in de ruimte van de toeschouwer, maakt er deel van uit
o gewaad: zeer complex, bestaat uit heel fijne plooien rond het lichaam →
o stijl = Muldenstil: haarspeldachtige bochten die een transpositie van de anatomie
van de menselijke figuur weergeven, door naar de draperingen te kijken zie je dat de
anatomie/lichaam van een mens eronder zit
Titel: Klosterneuburg-altaarstuk
Kunstenaar: Nicolas van Verdun
Datum: 1181
Kenmerken
• triptiek: bestaat uit drie delen
o kleine taferelen – met email(le)laag
• Detail kruisiging: (rechts)
o Iconografie – herkennen van de taferelen
o Muldenstil → idee dat er een figuur/lichaam onder zit, een anatomie
o Anatomie wordt verduidelijk door aanduidingen van vb borstspier
, Titel: Dood van de Maagd
Kunstenaar: -
Datum: 1230
Plaats van het monumentaal werk:
Kathedraal van Straatsburg, Zuid-
transept, linker portaal, tympanon
Kenmerken:
• Haarspeldplooien
• Ander aspect belang van werkelijkheid: het gelaat, gezichtsuitdrukkingen
o Reageren tragisch op het gebeuren
o Het expressieve
• Tympanon: gedecoreerd rondboog
Titel: Ecclesia en Synagoge
Kunstenaar: -
Datum: 1230
Plaats van het monumentaal werk: Kathedraal van
Straatsburg, Zuid-transept, sokkelbeelden (onder
tympanon)
Betekenis:
• = Kerk en synagoge
• Kerk voorgesteld als overwinnende kerk, heel
trots – staat voor NT en Christendom
• Synagoge voorgesteld als de overwonnene, de verslagen (gebroken lans vb), geblinddoekt –
gepersonifieerd(personificatie), personificeerd het OT
Kenmerken:
• Interesse in menselijke figuren
o Fijne draperingstijl
o Verder ontwikkelde Muldenstil
o Geven transpositie – steunbeen (een curve → contrapposto → onstaan van S-curve
omdat er op één been wordt gerust )
o Uitlenging van de figuren → om elegantie te vergroten
, Titel: Annunciatie en Visitatie
Kunstenaar: -
Datum: 1245-1255 en 1230-1233
Plaats van het monumentaal werk: Kathedraal
van Reims, West-façade, centraal portaal,
rechter sokkelbeelden
Iconografie
• Annunciatie
• Visitatie
Kenmerken:
• Rechter beelden: visitatiegroep (Elizabeth en Maria)
o Muldenstil: nieuw hoogtepunt
o Zeer duidelijke anatomie
o Weergave van de karnaten? (lichaamsdelen gezicht, handen)
o Gebaseerd op vondsten uit Klassieke Oudheid
• Linker beelden: annunciatiegroep
o Zware draperingsstijl
o Beelden lijken gehuld in zware stoffen
o Linkse beeld: “L’ange au sourire”: Engel is weggedraaid, lacht naar maagd – zekere
zin van humor komt tot uiting, uiting van menselijke gevoelens
▪ Staat los van het portaal
titel: schetsboek
kunstenaar: Villard de
Honnecourt
datum: 1220-1235
Kenmerken:
• Geeft weer hoe vormen en taal migreren
Door de opkomst van steden ontstonden er ateliers
, Titel: Psalter van St. Louis
Kunstenaar: -
Datum: 1252-1270
Kenmerken :
• Psalter: boek waaruit de meeste mensen vanuit de 13de eeuw leerde lezen, psalmen uit de
Bijbel gebundeld – luxueus
• Lineaire weergaven van de figuren
• Architecturale kader
• Alles is met contourlijn weergegeven
• Zeer weinig volume in de draperingen, blijft vlak
• Uitlenging van de figuur
• Zeer veel gebruik van goud, blauw, rood, wit
• Gelaten van figuren:
Theologie van de 13de eeuw legt nadruk op de belangstelling van de schepping en God
De werkelijkheid is een voorafspiegeling van hoe God de werkelijkheid heeft gerealiseerd
- Ook te zien in de literatuur en beeldende kunst
,1.2 1300-1350: ITALIË:
titel: Tronende Madonna met Engelen en Profeten
kunstenaar: Cimabue
datum: 1280-1290
Kenmerken:
• Italiaanse kunst volledig gericht op Byzantijnse traditie –
vooral Griekse traditie
o Frontale voorstellingen, normatieve voorstellingen – telkens opnieuw
gestandaardiseerde types
• hodegetria-type : maagd Maria die naar kind wijst (ook hier)
• Groot formaat
• Gebruik van goud
• Maniera Greca: de Griekse wijze
• Figuren hiëratisch? weergegeven: grote wordt bepaald door belang van figuur
• Nieuw tov Byzantijnse traditie: zit op troon → heeft iets weg van architecturaal
o Maria lijkt gewichtloos, niet onderhevig aan zwaartekracht, ziet er nog heel vlak uit
o De troon krijgt al een suggestie van driedimensionaliteit
, Titel: Tronende Madonna
Kunstenaar: Giotto
Datum: 1310
Kenmerken:
• Neemt ruimte in, heeft volume, heeft massa, onderhevig aan zwaartekracht – grote evolutie
in de werkelijkheid op korte tijd (zie vorige)
• Engelen lijken op verhoogjes te staan, alles lijkt op zijn plaats te vallen op een specifieke plek
• Schilderij overwint het tweedimensionale
• Verlenging van onze werkelijkheid
• Schilderen van enkel de essentie
Vergelijken werk Cimabue en Giotto!
, Titel: frescodecoratie in Arenakapel
Kunstenaar: Giotto
Datum: 1304-1313
Kenmerken:
• Enorme kapel gemaakt in opdracht van privépersoon
• Volledig gedecoreerd, ook plafond
titel: Laatste Oordeel
kunstenaar: Giotto
datum: 1304-1313
Titel: Lamentatie (detail frescodecoratie Arena Kapel)
Kunstenaar: Giotto
Datum: 1304-1313
Kenmerken:
• Lamentatie = bewenen van Christus