Deel 2: onbekend is onbemind
5. Hoe spreken jij en ik? (mondeling examen)
Sociolect, straattaal, etnolect: hoe verhouden zij zich tegenover
elkaar?
Sociolect
Een taalvariant die afhangt van de sociale groep waartoe je behoort, noemen we
een sociolect of groeptaal. We onderscheiden verschillende categorieën zoals
leeftijd, beroep (jargon) en sociale klasse.
Straattaal
Straattaal is een vorm van informele taal die vaak wordt gebruikt door jongeren
en jongvolwassenen in stedelijke gebieden. Het is een mengeling van
verschillende talen, dialecten, slang en jargon, die vaak wordt gebruikt om een
gevoel van gemeenschap en solidariteit te creëren tussen de sprekers. De
afkomst van straattaal liggen vaak in het Afro-Amerikaanse Engels en de
verschillende Caribische talen en dialecten. Daarnaast hebben ook andere talen
en dialecten, zoals Nederlands, Marokkaans-Arabisch, Turks, Surinaams en
Antilliaans, invloed gehad op de ontwikkeling van straattaal in Nederland &
België.
Etnolect
Jongerentaal is ontstaan doordat na de oorlog er veel mensen immigreerde van
Italië, Griekenland, Turkije & Marokko naar België en Nederland, daaruit ontstond
er een nieuw soort Nederlands die nu jongeren taal geworden is.
Jongerentaal
Etnolect is een vorm van het Nederlands waarin sporen zitten van de etnische
achtergrond van de spreker. Het zijn invloeden uit 1 taal en leeftijd speelt geen
rol.
Taal en gender + tot de kern komen
Verschil is tussen ‘sekse’ en ‘gender’:
Met sekse verwijzen we naar de biologische verschillen tussen man en
vrouw.
Met gender bedoelen we de socio-culturele verwachtingen die de
maatschappij (en dus ook wij) hebben van mannen en vrouwen.
Verschil tussen het neutraliteitsvoorstel en het differentiatievoorstel:
Neutraliteitsvoorstel: er worden neutrale woorden gebruikt om beroepen
aan te duiden (vb.: chairperson)
Differentiatievoorstel: om vrouwen duidelijk aanwezig te maken in de taal,
worden aparte vrouwelijke vormen bedacht (vb.: directeur – directrice)
Kern: De kern van het tekstje "spreken mannen anders dan vrouwen" is dat er
over het algemeen verschillen bestaan in de manier waarop mannen en vrouwen
communiceren. Mannen en vrouwen hebben vaak verschillende stijlen,
, woordkeuzes en benaderingen van gesprekken. Deze verschillen kunnen worden
beïnvloed door sociale normen, culturele achtergronden en individuele
persoonlijkheden. Het is belangrijk om bewust te zijn van deze verschillen om
effectieve communicatie tussen mannen en vrouwen te bevorderen en
misverstanden te voorkomen.
Uitleg woorden uit tekst:
o Prestige: aanzien
o Interrumperen: onderbreken
o Stereotiepe beschrijvingen: vooroordelen, vaste ideeën die we hebben
over bepaalde groepen/personen, die verre van altijd stroken met de
realiteit.
o Geruisloos: zonder veel ophef, het wordt niet echt opgemerkt.
o Contraproductief: tegen-productief, dus de werkwijze werkt het doel dat je
wil bereiken net tegen.
6. Chicklit en ladlit (mondeling examen)
Mannen- en vrouwenliteratuur
Mensen doen alsof vrouwenkwaliteit van mindere kwaliteit is dan de mannenliteratuur. Maar Filip
Huysegems denkt dat interessante literaturen zijn (chicklits).
De zussen Brontë
De Brontë-zussen waren drie Engelse schrijfsters uit de 19e eeuw, bekend om hun literaire werken.
Charlotte is vooral bekend van "Jane Eyre", Emily van "Wuthering Heights" en Anne van "Agnes Grey"
en "The Tenant of Wildfell Hall".
De Brontë-zussen zijn vooral bekend geworden vanwege hun literaire werken, die
zeer invloedrijk zijn geweest in de Engelse literatuurgeschiedenis. Ze hebben
niets gedaan dat niet mocht, maar werden destijds wel als ongebruikelijk gezien
vanwege hun vrouw-zijn en de thema's die ze in hun werk aansneden.
Bundel Jane Eyre:
Overzicht tijdsperiode zusjes Brönte, Europa anno 1847:
Europa (Engeland toentertijd)
Regeerperiode van Queen Victoria
Constitutionele monarchie met premier
Politiek Territoriaal hoogtepunt van het Britse Rijk (grootste rijk uit de geschiedenis)
Pax Britannica (periode van vrede)
Imperialisme
Industriële revolutie: stoommachine, stoomtrein, ontwikkeling van grote fabrieken
Stijging van de welvaart, maar dit komt niet terecht bij de armere klasse.
Economisch Arbeidersklasse: extreem lange werkdagen, te lage lonen, hongersnoden,
kinderarbeid, slechte huisvesting
Stijging van de welvaart, maar dit komt niet terecht bij de armere klasse.
Arbeidersklasse: extreem lange werkdagen, te lage lonen, hongersnoden,
Sociaal kinderarbeid, slechte huisvesting
Sociaal Darwinisme overheerst het denken, maar vanaf midden negentiende eeuw
groeit het verzet van de arbeiders. Ook de vrouwenbeweging groeit.
Vitoriaans tijdperk
Men dacht dat de Westerse beschaving superieur was aan elke andere beschaving.
De Westerse beschaving moest dus overal ter wereld aangeleerd worden.
Cultureel Sociaal Darwinisme: rijkeren waren beter dan arme mensen.
Arme mensen waren dom en lui en zorgden zelf voor hun slechte
levensomstandigheden.