Hydrografie
Hydrografie: beschrijven van water (waterhoogte, waterdiepte, samenstelling water, …)
Weergeven meetresultaten: ge jdetabellen, dieptekaarten, bodemkaarten, bodemreliëf, …
Hfst 2: Water
2.1 De watercyclus
Water op aarde vaste cyclus
Evapotranspira e: verdamping vanop het land
van planten enz bv het voelt voch g in het
regenwoud
Bevriezen: water van vloeibaar naar vast
Verdampen: water van vloeibaar naar gas
Sublima e: water van vast naar gas bv sneeuw
dat verdampt
Meeste water op de wereld zit in de oceaan
2% water zit in ijs en sneeuw op de noord en zuidpool,
wordt al jd minder en minder
Maar 0,08% water zit in meren en rivieren
2.2 Eigenschappen vh watermolecule
Oceaan: 96,5% water + 3,5% opgeloste zouten
Watermolecule = dipool moleculen hebben zeer uitgesproken + en – kant watermoleculen
trekken elkaar aan polymerisa e, moleculegroepen
Gevolg:
Zouten lossen goed op in water
Water hee grote opp spanning
Hee hoog smeltpunt
Hee hoge kooktemp
Grote warmtecapaciteit (soortelijke warmte)
Kan grote hoeveelheid warmte opslagen en houdt deze lang vast
Belgische kust: in winter warmer aan kust als in binnenland, in zomer kouder aan kust als in
binnenland
Grote invloed op leven op aarde: warmte wordt door stromingen heel ver gebracht (bv
golfstroom van Mexico, bij ons warmer als in New York ookal ligt NY minder noordelijk als
ons)
2.3 Scheikundige samenstelling van zeewater
Zoutgehalte = saliniteit [‰]
34,5 ‰ zoutgehalte in de zeeën en oceanen In 1 kg zeewater zit 34,5g zouten en 965,5g water
Als je in water zout toevoegt, gaat het niet echt toenemen in volume maar wel in gewicht
,Het water van de rode zee is zouter als de zee aan de monding van de schelde, want het is daar veel
warmer dus water verdampt sneller waardoor er meer zout overblij in de zee
Belgische kust: west 34%° en in oosten 31%°
In oosten veel minder want de schelde komt daar voorbij waardoor het water gemengd
wordt en er dus minder zout is
Subtropische gordels: Kree skeerkring en de Steenbokskeerkring
In de zone bij de evenaar is het water zoeter, meer
noordelijk (ter hoogte van Egypte etc) is het water
zouter noordelijker is woes jn, rond de evenaar
vind je regenwoud
Rond de evenaar regent het heel veel, rond de
keerkringen regent het veel minder
Dus rond de evenaar is het water zoeter omdat het
daar veel regent en je dus veel vermenging krijgt
met het zeewater waardoor er meer water is tov
zouten
Rond de keerkringen is het ook nog steeds heel warm waardoor er veel water verdampt en
omdat het hier amper regent wordt dit niet aangevuld
2.4 Natuurkundige eigenschappen van water
2.4.1 Lich nval in zeewater
Licht: belangrijk voor leven in water
Alleen waar licht doordringt kunnen er planten groeien die als voedingsbron dienen voor het
leven in zee
Hoe dieper in water, hoe minder licht dat er over blij
1 meter diep ben je al 2/3 van het licht verloren
15% vh licht wordt al gereflecteerd op het wateropp, een ander deel wordt opgenomen door
zwevende deeltjes in de oceaan en nog een ander deel wordt weerkaatst door deze deeltjes
Verschil tussen oceaan en kustwater: troebeler in kust waardoor je op 10m amper nog licht over hebt
terwijl je in de oceaan op 10m nog 9,5% overblij
2.4.2 Kleuren
Waarom is de zee blauw? Blauw dringt het beste door in het zeewater. Van alle kleuren is rood het
minst sterk, waardoor deze kleur als eerste door het water opgenomen wordt. Blauw dringt juist tot
heel diep door in de zee en wordt goed door het water gereflecteerd.
, Blauw water: zeer helder water zonder zwevende deeltjes en arm aan organismen (blauw
licht dringt diep in) je ziet enkel het effect van de reflec e vd blauwe golflengten
Groen water: troebel water dat groene en gele golflengten weerkaatst
Grijs water: zeer troebel water
(soort plankton hee ook invloed op kleur vh water)
Helderheid bepalen:
hoe diep kan ik een wi e schijf nog zien? Schijf = secchi schijf, 30 cm diameter
onze kust en Oostzee: 10 tot 13m
open Noordzee: 13 tot 20m
heldere tropenzee: tot 80m
2.4.3 Temperatuur in de Noordzee
Hoe dieper, hoe kouder (omgekeerde als bij aarde)
Gem temp Noordzee in hogere lagen:
Winter: 5-6°C
Zomer: 14-15°C
2.4.4 Dichtheid
Dichtheid: water is dichter als lucht, weegt meer
A van zoutgehalte, temp, druk
Meer druk, meer watermoleculen in dezelfde liter, dus dichtheid groter en gewicht groter
Zoutgehalte van zeewater > 24,8%° dichtheid van zeewater neemt toe bij dalende temp tot het
vriespunt
Zuiver water: grootste dichtheid bij 4°C
1kg ijs is groter als 1kg water
Hfst 3: Oceanografie
In oceanen 2 soorten stromingen:
1. Oppervlaktestromingen
2. Dieptestromingen
Oceaanstromingen belangrijk om plaatsbepaling op zee te doen (nu wordt er ook een gps gebruikt
maar vroeger waren de stromingen heel belangrijk)
Als je iets moet laten zakken tot op de bodem van de oceaan, en je bent op de juiste loca e, moet je
rekening houden met de stroming om het te laten zakken op de juiste plaats
, 3.1 Oppervlaktestromingen
Veroorzaakt door wind wind gaat over oceaan neemt bovenste laagje water mee
Rich ng van wind: in groo e mate bepaald door systemen boven oceanen
3.1.1 Ontstaan van wind op aarde
Luchtdruk + temperatuur = wind
Wind: verplaatsing van lucht
Winden compenseren de luchtdruk op aarde
Ontstaat door luchtdruk + temperatuur
Winden transporteren energie en luchtvoch gheid
Uitleg cursus:
Verschil in opwarming warme en koude luchtkolommen opwarming zet lucht uit dus V
neemt toe luchtdrukverschil tussen koude en warme lucht in hogere gebieden lucht
verplaatst van warme naar koude kolommen drukverschil ontstaat aan het aardopp tussen
beide kolommen langs aardopp wordt lucht van koude kolom (hoge drukgebied) naar
warme kolom weggeduwd (lage drukgebied) wind
Temperatuurs- en luchtdrukverschillen blijven bestaan gesloten circula esysteem of
circula ecellen
Uitleg les:
Hoge en lage drukgebieden: ontstaan door temperatuurverschillen, waar het warmer is zet
de lucht uit en s jgt het (lagere dichtheid), waar de lucht net nog was voor het begon te
s jgen komt lage druk en komt andere lucht in de plaats, lucht gaat van de polen naar de
evenaar
De gestegen lucht duwt de lucht die daar was
weg rich ng de polen, de lucht die aankomt bij
de polen wordt ook weer weggeduwd rich ng
de evenaar terug
is de theorie, die afstand is veel te lang dus
de lucht geraakt niet tot de polen want koelt af
op 1/3 van de weg
Vanop de polen kan je hetzelfde verhaal
vertellen, behalve zal de lucht daar dalen
Algemene luchtcircula e op aarde
Op een niet-roterende aarde
1 cel per halfrond:
Aan evenaar: een lage druk door de opwarming
Aan de polen: een hoge druk door a oeling
Gevolg: in hogere luchtlagen is een cte luchtstroming van evenaar naar polen. Langs aarde is er wind
van polen naar evenaar. Noordelijk halfrond: permanente noordenwind