samenvatting verpleegkundige kennis leerjaar 2 (3.1) leerboek nederlandse jeugdgezondheidszorg
Tout pour ce livre (19)
École, étude et sujet
Avans Hogeschool (Avans)
Verpleegkunde / HBO V
LP3 KT2 Monitoring
Tous les documents sur ce sujet (1)
1
vérifier
Par: zjuan99 • 4 mois de cela
Vendeur
S'abonner
yanniekjongkind
Avis reçus
Aperçu du contenu
KT2 Monitoring
Week 1
Studenten kennen de normale groei en motorische ontwikkeling van baby’s zoals
behandeld in het college
Houdingspatroon
Van een pasgeboren kind:
- Extremiteiten vlakbij het lichaam
- Het kind moet de kracht hebben om het hoofd naar de zijkant weg te draaien
o Ademhalingswegen vrijmaken
o Protective side turning
Primitieve reflexen = jonge reflexen vanaf week 28 tot aan de geboorte
Als het kind geboren wordt, worden de primitieve reflexen minder -> Ze worden geremd
door het centrale zenuwstelsel
Als de primitieve reflexen niet voldoende geremd worden, verstoren ze de normale
ontwikkeling
Voorbeelden van primitieve reflexen:
- Grijpreflex (palmair en plantair) = als je de handpalm van de baby aanraakt, sluit
hij direct zijn vuistje om je vinger
- Protective side turning = zijwaartse draaiing maken
- Loopreflex = als de voeten een harde ondergrond aan raken, trekt de baby zijn
voetje op en maakt een soort ‘stapbeweging’
- Moro-reflex = schrikreflex, bij een onverwachte beweging of geluid spreidt de
baby zijn armen en benen wijd uit, strekt zijn vingers en opent zijn mond.
- Zuigreflex = zodra de baby iets in zijn mond voelt, zal hij gaan zuigen. Ook slik- en
kauwbewegingen
- Zoekreflex = als je met je vinger over de wang van de baby strijkt, zal hij zijn hoofd
naar je vinger toedraaien, zijn mond openen en zijn lippen om je vingers sluiten
Ontwikkelingspatroon
Cranio-caudaal: van hoofd tot voeten
- Grijpreflex is langer aanwezig in de voeten dan in de handen
- Eerst controle in hoofd en nek, dan romp, dan bekken
,Stabiliteit = de mate van stijfheid die nodig is om vloeiend en gecontroleerd bewegingen
te maken
Houdingsreflexen helpen bij de controle van motoriek
Oprichtreacties
o Ogen en gezichtsveld horizontaal houden
o Lichaam terug in symmetrie brengen
o Duurt een half jaar tot deze voldoende tot ontwikkeling zijn gekomen, in
buikligging, rugligging en bij het omrollen
Evenwichtsreacties
Steunreacties
Beschermende reacties
Landau reactie: testen in welke mate het kind al in staat is om zich op te richten
Samenwerking tussen ogen en evenwichtsorgaan zorgen ervoor dat het kind het hoofd in
horizontale positieven brengt (met ogen naar voren kijken)
Houdingsreacties
- De rest van ons leven voorhanden
- Essentieel in ons motorisch repertoire
- Ondersteunend voor willekeurige motoriek en daar ondergeschikt aan
- Worden geïntegreerd in vaardigheden (lopen)
Evenwichtsreactie
Parachutereactie
Positieve respons = je treedt reactief op
Negatieve respons = je treedt niet reactief op
Factoren van invloed op de motorische ontwikkeling:
- Inter-individuele variabiliteit (tussen kinderen, in tempo of volgorde)
- Intra-individuele variabiliteit
- Achteruitgang in motorische ontwikkeling
Kijk naar het kind als geheel en niet alleen naar motoriek, cognitie of sociaal-emotioneel
niveau
, Motorische mijlpalen:
- Omrollen
- Kruipen
- Zitten
- Staan
- Lopen
Studenten kennen de normale groei van baby’s, zodanig dat ze groeicurves kunnen
interpreteren aan de hand van een normering (o.a. SDS en TH)
De groei is waarneembaar door toename gewicht, lengte en hoofdomtrek
Alle pasgeborenen hebben een snelle hartslag en ademhaling. De frequentie neemt af als
het hart en de longen groeien
Lengte meting
Tot 18 maanden kunnen kinderen nog niet los staan -> liggend meten
Methode van lengte meting (liggend of staand) registreren; Liggend is iemand
langer dan staand
Voeten en hoofd ontbloot
Het kind ligt op de rug in de meetbak en met het hoofd tegen de hoofdplank
Benen strekken door zachtjes op knieën te duwen en voeten in 90° tegen
voetenplank
Wegen
Ontkleed met droge luier
Het kind ligt stil en houdt zich nergens aan vast
Target height = de verwachte eindlengte op basis van de lengte van de biologische ouders
Standaard deviatie (SD) = een maat voor de variatie van meetwaarden rondom het
gemiddelde
Standaard deviatie score (SDS) = het aantal standaard deviaties boven of onder de P50 in de
populatie -> SDS is 0,0 is gelijk aan P50
P50 = mediaan
De curves moeten binnen het gearceerde deel blijven
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur yanniekjongkind. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.